arcoenanne.reismee.nl

Langs Roer en Maas

Fietsen juli 2023


Vooruit nog één verhaaltje dan. Het is eigenlijk te kort om alle tassen in te pakken, twee weken vrij. Maar de zin om eropuit te gaan is er niet minder om. Het is alweer veel te lang geleden dat we de fietsen opgeladen hebben, maar het komt er nu toch nog even van.

Op zondagmorgen zijn we vroeg wakker om de laatste dingen in onze tassen te doen en een thermoskannetje kokend water te maken en we vertrekken. Alsnog natuurlijk zo laat dat we ons naar moeten haasten voor de trein naar Den Bosch.

We stappen in een vrijwel lege trein, waar wel al een mevrouw met een fiets zit, dat dan weer wel. We schuiven onze fietsen ernaast en de zeer ruime fietsmeeneem-faciliteiten van de hele trein zitten al weer vol. Binnen no time komt de conductrice ons vermanen dat dit een plekje is waar maximaal twee fietsen mogen staan en de tassen moeten er allemaal af; dit is een ontzettend druk traject en we blokkeren de boel. Met een beetje sputteren en boze blikken halen we onze tassen los, schuiven de fietsen zo veel mogelijk in elkaar en gaan zitten, er zit niets anders op in deze trein waar tot aan Den Bosch twee mensen en een halve paardenkop gebruik van maken; drukke lijn zegt ze dan….

In Den Bosch stappen we over op de trein naar Roermond, die zit wel vol, dus we moeten weer discussiëren met een conducteur om totaal 5 fietsen op een plekje voor drie te frommelen, ik zie nog wat uitbreidingsmogelijkheden voor de NS met betrekking tot het fietsvervoer.

In Roermond stappen we uit, verorberen een stuk appeltaart die door mijn collega Dian is gebakken en in onze vriezer verdwenen is, en we gaan op de pedalen. Best een mooie route over de Rur-radweg die de Roer volgt tot een stukje voorbij Monschau. De eerste nacht slapen we op een camperplaats in Jülich, waar een thunderstorm losbarst op het moment dat we net de tent op hebben gezet. Wel een beetje onhandig dat ik tot de ontdekking kwam dat ik de scheerlijnen bij de vorige vakantie van de tent af heb gehaald omdat we die toch nooit gebruikten. We moeten dus in de tent blijven zitten om te voorkomen dat de tent de lucht ingaat bij de rukwinden die vergezeld gaan van een zomerse stortbui. Na een uurtje klaart de lucht weer op en koken we een kostje. We hebben een grote meevaller want de vorige kampeerder had een emmertje water in de bosjes verstopt met 8 halve liters verschillende bieren en twee potten ingemaakte groenten op zuur. De eerste twee blikken bier maken we soldaat, twee anderen stoppen we in onze tas en de overige vier en de twee potten zuur laten we over voor de volgende gelukkige vinders.

O, ja, echt weer iets voor ons; we krijgen een berichtje van de buren dat onze schuifdeur naar het balkon helemaal open staat. Ik was zo gefocust op het legen van de prullenbak, waar we vorige vakantie een volle zak in hadden laten zitten en we ook gered zijn door de buren, dat ik helemaal geen erg in de schuifdeur had.

De volgende dag vervolgen we onze steeds mooiere route langs de Rur tot aan een stuwmeer waar we ook weer een lekker plekkie hebben om onze tent op te zetten na ruim 100 kilometer heuvel op heuvel af, we kunnen het nog. Onderweg maken we een omweggetje langs een open bruinkoolmijn, waar gigantische machines in de diepte de bruinkool afgraven. Mooie bordjes langs de uitkijkposten geven uitleg over hoe groen het bedrijf van de bruinkoolwinning te werk gaat, er leven allerlei bijzondere planten en diersoorten op het terrein. Ja tuurlijk, roken is gezond want mijn opa heeft heel zijn leven gerookt en werd ook 90.

De dag erna rijden we via Monschau tot waar de Rur-radweg de Vennbahn kruist en gaan daarop over. In Monschau strijken we neer op een terrasje voor een bakkie pleur, maar we stappen gauw weer op als we de prijslijst zien. Deze gierige fietsen gaan natuurlijk geen €4,- voor een lauwe bak koffie lappen als we zelf een thermosfles met kokend water en oploskoffie bij ons hebben. Op het pleintje kijken we een stel mensen die op ons bankje zitten zo lang en boos aan dat ze opstaan en we op het plekje kunnen gaan zitten.

We vervolgen de Vennbahn tot bovenin Luxemburg. Dit fietspad is gemaakt op een oude spoorbedding, dus geen steile klimmen en scherpe bochten. We zoeven met een gangetje van tussen de 20 (als het zachtjes omhoog gaat) en 30 (als het zachtjes daalt) over het asfalt. Kan niet fout gaan, totdat we een heerlijk stuk van een kilometer of 7 zachtjes dalen om naar een supermarkt in Malmedy te gaan. Daar check ik even de kaart, want iets in mij zegt me dat Malmedy niet op de route lag…… shit, dus 7 kilometer naar beneden gezoefd, die we ook weer terug moeten om weer op de Vennbahn te komen. De dag eindigt op een super camping bij St Vith aan het zwembadje. We liggen aan het zwembad als we naast ons horen praten over de buienradar en zware buien, we rennen naar onze spullen die we neer hadden gepleurd op ons plekje en krijgen het voor elkaar om net voor de eerste druppels de tent op te zetten.

De dag erna gaan we Luxemburg in, en komen tot een stukje voor de stad Luxemburg, die we de volgende dag bezoeken. Daarna stampen we door, via de moezel tot Thionville, waar we op de camping municipal een plek vinden. Deze camping hebben we eerder bezocht. Helaas is de vrolijke, kleurige versiering aan bomen en lantaarnpalen van een overactieve obsessieve wildbreister van twee jaar geleden niet meer aanwezig, daar hadden we ons juist zo op verheugd. Wel is het weer feestavond aan de oever van de Moezel, want het is 13 juli. Vanaf de camping zitten we eerste rang om de mensen te bekijken die over de boulevard lopen met suikerspinnen, biertjes en ballonnen. We hebben onze klapstoeltjes opgeklapt en samen met twee Friezen die met hun caravan op de camping staan genieten we van het schouwspel met aansluitend vuurwerk.

Volgende dag 14 juli, Frankrijk ligt plat. We fietsen naar Metz, een makkie in twee uurtjes fietsen tot een mooie camping aan de moezel, waar we ook eerder hebben gestaan. In de stad is het ‘s avonds wel gezellig druk met mensen die lekker een daagje vrij hebben en op de terrasjes neergestreken zijn, we voegen ons bij hen voor een grote Grimbergen en een grote cola-zero.

Volgende dag; we verlaten de moezel om westwaarts richting de Maas te gaan, eindbestemming Verdun. ‘s Morgens regent het een beetje, maar we weten dat het ‘s middags weer op gaat klaren, dus we fietsen door. Een prachtige route langs glooiende velden met goudgeel graan en felgele zonnebloemen, duizenden en duizenden frisse gele zonnen lachen ons toe en we genieten volop. Als een tijdje later de zon gaat schijnen, wordt het nog mooier en we kijken onze ogen uit. Vlak voor Verdun bezoeken we nog even een militaire begraafplaats en rijden daarna onze camping op. Het begint weer wat te spatten, dus we zetten onze spullen neer trekken onze zwemkleren aan en duiken het zwembad in, nat worden we toch. ‘s Avonds heerlijk Indisch gegeten bij een klein afgeladen restaurantje waar we aan een wiebelend tafeltje in een gezellig Frans straatje de meest heerlijke gerechten voorgeschoteld kregen.

Vanaf Verdun gaan we de Maasroute volgen, weer noordwaarts, richting huis, want we zitten op de helft van onze tijd. Zonder al te veel klimmen en dalen op een fietspad langs de Maas stampen, na een uur of 4 fietsen hebben we 100 kilometer gehad. We hebben genoten van de glooiende landschappen. Onderweg piepkleine stille Franse dorpjes, nauwelijks een plek om een bak koffie te doen, laat staan dat er een supermarktje is. Het begint toch een beetje saai te worden, dus we besluiten de Maas te verlaten en België in te duiken. Geen slechte keuze, ook al moeten we een venijnige col over, die ik deels heb moeten lopen omdat tie te steil was om te fietsen zonder achterover te slaan. Zo komen we in een campingrijk gebied aan het riviertje de Semoise, op een bijzondere camping, 20 jaar terug in de tijd. Hier geen fancy campers en quechua tenten, maar jonge alternatieve gezinnen in katoenen tenten en hier en daar zelfs een De Waard tent, zo eentje met 8400 haringen die tegen windkracht 12 kan, waar zie je dat nog? Hier waait een wind van ecologische afbreekbare zeep en herbruikbare katoenen luiers die door bebaarde jonge vaders uitgewassen worden. Wel met powerbanks en IPhones die met grondstoffen en kinderarbeid uit de mijnen van Congo en afgeknepen slavenarbeiders in China gefabriceerd zijn, maar laten we het leuk houden en daar niet over beginnen.

Na een heerlijke nacht slapen pakken we de spullen weer in en fietsen verder. De eigenaresse van de camping vertelde dat het niet goed mogelijk is om langs de Semoise te fietsen, dat zullen we dan nog wel eens zien. Het eerste stuk tot Bouillon gaat prima, wel veel klimmen en dalen, want er loopt niet echt een fietspad pal langs de rivier. In Bouillon trakteren we onszelf op twee stukken taart van de patisserie en onderdrukken onze drang om een groot stuk noga te kopen die ons vanuit de vitrine toelachte. Daarna verder langs de Semoise, vol goede moed na ons eerste redelijk voor spoedige deel. Na enige tijd belanden we op onverhard fietspad, nog even later op mountainbikepad, en nog even later op het mountainbikepad voor de meest geoefende mountainbikers. Met volle bepakking over hobbelige boomstronken, tussen bramen en brandnetels door en steile stukken waar we echt af moeten stappen en samen de fietsen één voor één af moeten laten zakken of op moeten duwen. We naderen ons einddoel en op ongeveer twee kilometer voor onze bestemming komen we ineens op een pad met veel mensen die aan het klimmen en klauteren zijn. Over gladde stenen en rotsen proberen we op de pedalen te blijven zitten en horen regelmatig commentaar als “fietsers, hier!?!?”. En dan uiteindelijk, nog geen kilometer voor de finish, staan we voor een deel van het pad met trappen en ladders, en dat gaat ons echt niet lukken. Verdorie, we moeten toch terug, maar gelukkig is er een stuk terug een mountainbikepad waar we in kunnen slaan om vervolgens met een omweg toch weer op een normale weg te komen.

De route heeft zijn tol geëist, mijn trapper kraakte al een tijdje vervaarlijk, maar nu zit er ook een gekke speling op. Gelukkig zitten we op een asfaltweg, maar ik durf nauwelijks kracht te zetten bij het klimmen en de speling wordt steeds erger. Als we na een klim vrij hoog zitten, zoeken we op googlemaps een fietsenmaker, die blijkt vlak bij te zitten. We zoeven naar beneden en op het adres wat we opgezocht hadden blijkt geen fietsenmaker meer te zitten. De weinig spraakzame man die op het adres aanwezig was, laat ons weten dat de dichtstbijzijnde fietsenmaker 68km verderop zit. Een beetje teleurgesteld zoeken we de dichtstbijzijnde camping, die gelukkig door voornamelijk afdalen te bereiken is en laten ons daarheen glijden, morgen zien we wel weer.

Het is echt een camping met de Franse slag. Wel een super mooi plekkie, glad, mooi gras aan de rivier. Maar een nogal norse eigenaresse, beetje vieze WC’s, uiteraard zonder bril, en ranzige douches die we alleen binnenkomen na ophalen van de sleutel bij de baas en aftikken van €2 pp. Ik haal een pint en we vergeten onze zorgen voor de rest van de dag.

We hebben een plan voor de volgende dag; de volgende redelijke stad is 16km verderop, maar de fietsenmaker die daar zit is volgens Google vandaag gesloten. Volgende optie, een stadje 33km verderop. De route erheen gaat eerst omhoog, dan weer naar beneden en vervolgens redelijk vlak weer langs de Maas. We beginnen de klim, waarbij ik probeer mijn linker trapper zo min mogelijk te belasten, maar alleen het draaien zorgt er al voor dat de speling erop steeds groter wordt. Uiteindelijk lukt het precies om de 8 kilometer met voornamelijk klimmen af te leggen en kloeink, mijn trapper valt van de crank. We proberen em nog vast te wrikken met een poetslap ertussen, maar dat gaat niet werken. Met één trapper moeten we verder. Met tiewraps maak ik mijn slipper vast aan mijn goede trapper, zodat ik ook kan trekken aan mijn trapper om hem überhaupt rond te krijgen en we gaan door, het eerste stuk naar beneden, dus dat is te doen. Als we beneden aankomen wordt het wisselend lopen, geduwd worden door Annemarie of tobben met 1 trapper.

Na enige tijd worden we, in een dorpje, ingehaald door een vriendelijke fietser. Hij vraagt of we in moeilijkheden zijn en we leggen uit wat er aan de hand is. Volgens hem is er in het dorpje een motor/fietsen winkel en hij legt uit waar we moeten zijn. En inderdaad, op een piepklein soort van industrieterreintje achter een deur zonder meer uiterlijke kenmerken van een fietsenzaak dan een stikker van Magura, vinden we een prachtige fietsen/motor zaak, vol met prachtige fietsen, motoren, quads en toebehoren, maar zonder klanten of personeel. Na enige tijd komt er een oud baasje tevoorschijn en we leggen uit wat ons probleem is. Hij gaat op zoek naar een oplossing en komt met een nieuwe crank op de proppen die net iets korter is dan de originele. Hij pakt zijn gereedschap erbij, stiefelt voetje voor voetje naar buiten en gaat op de parkeerplaats op z’n knietjes naast mijn fiets zitten en gaat aan de slag. Na enige tijd verzucht hij dat het niet gaat lukken, de crank kan niet 180 graden ten opzichte van de ander bevestigd worden. Een andere optie heeft hij helaas niet, dus ik moet het ermee doen. Hij bevestigt de boel, ik betaal de hele set van twee cranken, stop er ééntje in m’n tas en we vertrekken. De rest van de reis gaat met twee trappers die niet in een hoek van 180 graden ten opzichte van elkaar staan, maar 45 graden verder. Dat is wel even wennen, voelt een beetje alsof ik in galop fiets; kedoengkedoeng, koedoengkedoeng, maar we kunnen door. We fietsen naar een prachtig campinkje, voor €11 staan we op een lekker plekkie, douches zijn inclusief. We leggen een fles rosé in de vriezer, klappen onze stoeltjes uit en vieren de vakantie.

De volgende etappe volgt de Maasroute, tot vlak boven Dinant. Een dikke 100 kilometer die met scheve trappers toch wel wat spier en rugpijn oplevert. Aan de prachtige, beboste oevers van de Maas staan hier mooie kasteeltjes en grote huizen, afgewisseld met plekjes met gammele stacaravans en houten hokjes die als onderkomen dienen. Vlak voor Dinant, aan de overkant van de Maas, zien we een prachtig kasteelachtig pand staan met grote hekken eromheen en we vragen ons af wat het is, we gokken op een bejaardenhuis voor vermogende ouderen, totdat we onthaald woorden door een schreeuwende, klappende, verwarde oudere dame; het zal wel iets van een psychiatrische instelling zijn.

We zetten ons tentje op, op een mooi plekkie aan de Maas, waar veel vissers staan (sowieso komen we heel veel vissers tegen die hun geluk beproeven in het groene water van deze rivier). Vervolgens trakteren we onszelf op een maaltijd in een Thais restaurant, waar we onszelf tegoed doen aan de meest heerlijke gerechten, en we verlangen weer naar een vakantie in Thailand. Moe, maar volgegeten en voldaan, vallen we in slaap.

De volgende ochtend worden we gewekt door een haan aan de overkant van de Maas. Tijdens ons ontbijt zien we een bijzondere jongen een hond uitlaten aan de overkant, daarbij wilde oerkreten uitslaand en wild gebarend. Blijkbaar is het geen goed teken als je bij Dinant aan de overkant van de Maas woont, maar zit er dan iets niet goed in je bovenkamer.

Vandaag gaan we lekker rustig aan doen. De fietsen naar Namen, waar we de binnenstad bezoeken. We laden onze tassen vol met allerlei lekkere dingetjes en fietsen naar de camping, waar we al eens eerder hebben gestaan. Op een mooi trekkersveldje gooien we onze tassen leeg, en vleien ons in de zon om een uur of 2; lekker een middagje relaxen. Rond etenstijd stallen we onze gescoorde lekkere hapjes om ons heen en genieten van een uitgebreid vakantie-buffet met fruit, salades, stokbroodjes ham en kaas en een couscous-maaltijd, dit alles wordt weggespoeld met een fruitige rosé.

Als we aan ons toetje toegekomen zijn, begint langzaam het trekkersveldje vol te lopen. Om ons heen strijken de volgende mensen neer: Een jonge gozer met een piepklein tentje, die alleen aan het fietsen is. Hij verblijft het grootse deel van de avond in het toiletgebouw, waar stopcontacten en WiFi beschikbaar zijn. Een ouder Frans fiets-stel waarvan de vrouw nogal zuur kijkt en de man voortdurend scheten loopt te laten, ze hebben een wigwamvormige tent die met veel bombarie opgezet wordt. En dan een fantastisch nog ouder Zweeds fietskoppel. Ze lijken een beetje op doorgewinterde fiets-kabouters, en hebben een inieminie Hilleberg tentje. Ze komen pas laat aan en zijn erg moe. Wij zitten nog in onze kort broek en blote bast, maar zij hebben het blijkbaar koud want er worden vele lagen kleren aangetrokken. Een soort van pyjama-kleren, oude wollen truien en bodywarmers die met ducktape aan elkaar hangen. Eerst worden flesjes bier opengetrokken en vervolgens schakelen ze over op de wijn waarna ze zich laven aan een diepe droomloze slaap in hun inieminie tentje die zo klein is, dat de contouren van hun lijven de buitenkant van de tent vormen.

Vandaag hebben we nog één keertje 100+ kilometer voor de boeg, maar de scheve trappers beginnen gelukkig al een beetje te wennen. Het begint met een steile afdaling vanaf de camping en vervolgens passeren we Namen, Hoei (wat nogal rustig is, want het is blijkbaar een nationale feestdag in Belgie), Luik (waar we lekker naar de Mac gaan voor een menu frietjes, kipnuggets, een hamburger en een grote McFlurry) en eindigen een stukje onder Maastricht op een trekkersveldje op een mooie camping aan de Maas. Ook hier hebben we al eens eerder gestaan, en we herinneren ons nog de gezelligheid van de vorige keer. Opnieuw hebben we gezellige buren, een net gepensioneerd stel uit Bergen, noord Holland. We wisselen stoere fietsverhalen uit, waarna zij uit eten gaan en wij ons assortiment lekkere hapjes naar binnen werken.

We slapen heerlijk uit, wachten tot de tent goed droog is, en pakken op ons gemakkie alle spullen in. Een paar kilometertjes fietsen we naar Maastricht, bezoeken nog even het fotomuseum, kopen een paar stukken carrotcake en pakken de trein naar Dordrecht, het zit er weer op.

Terug naar Albanië voor tien dagen

Januari 2023

Op het moment dat ik dit schrijf zitten we lekker in de zon op de luchthaven in Tirana, te wachten tot we kunnen inchecken. We hebben zojuist onze huurauto ingeleverd, vooralsnog zonder schade, maar ik ben er pas helemaal gerust op als de reservering op m’n creditcard ongedaan gemaakt is. Ik blijf toch een beetje wantrouwig, ondanks dat ik daar geen enkele reden voor heb. We hebben opnieuw een heerlijke tijd gehad in dit fantastische land met z’n schitterende natuur en kleurrijke mensen.

Maar laat ik bij het begin beginnen. 9 dagen geleden landden we op Tirana airport en haalden we onze Hyundai Venue op, waar we de afgelopen anderhalve week goede maatjes mee zijn geworden. De 20 kilometer naar ons eerste hotelletje midden in de stad gingen soepel; het ontwijken van gaten in de weg en het creatief omgaan met de rijbanen is op de fiets niet veel anders dan met de auto. De parkeerregelaar van het hotel haalt de bordjes op de stoep weg, zodat we pal voor de deur kunnen parkeren. Een uiterst vriendelijk meisje aan de balie schrijft ons in en we kunnen onze kamer op.

Daarna even een rondje door de stad gestiefeld, een happie gegeten en de sfeer van de stad opgezogen. De volgende dag doen we een uitgebreid ontbijt, samen met wat expats, wat reuzen van donkere mannen in rood trainingspak (later ontdekten we dat het voetballers van de Partizanen van Tirana zijn) die hun borden volladen met worstjes om hun grote lijven aan de praat te houden en een jongedame die verdiept in haar laptop een jus d’orange aan het nippen is.

We stappen de auto in voor de tocht naar Korçë. Het is een druilerige dag, maar dat maakt de route niet minder mooi, richting het meer van Ohrid. Onderweg een mooie pas, mooie dalen waar de rivier doorheen stroomt en besneeuwde bergen op de achtergrond. Onderweg stoppen we voor een bak koffie in een sjofel restaurantje. Het staat binnen blauw van de rook, veroorzaakt door een stuk of 4 paffende mannen. We bestellen een koffie en genieten tijdens de straffe bak van het fluitconcert van een vrolijke kanarie in een veel te kleine vogelkooi.

In Korçë verblijven we twee nachten, en dus één hele dag, die we gebruiken om de bergen in te rijden naar Dardhë, een stil bergdorpje hoog in de bergen. De route over de besneeuwde pas is prachtig en we lopen een wandeling van een uurtje of 5. Klauteren door de sneeuw, met onderweg een klein dorpje met modderige straatjes waar het enige teken van leven een geitenhoeder met een kudde geiten is. Er zijn geen toeristen en in de twee hotelletjes in Korçë, waar we slapen, zijn we de enige gasten. Regelmatig vragen we onszelf af hoe het mogelijk is om de boel draaiende te houden als er nauwelijks gasten zijn, maar dat zal in de zomer hopelijk goedgemaakt worden.

Vanaf Korçë rijden we naar Përmet. Opnieuw een prachtige route die we afgelopen zomer ook gefietst hebben. We krijgen steeds meer bewondering voor onszelf; met de auto doen we een uur of 4 over de route die we in 1 dag gefietst hebben, geen meter vlak, de ene na de andere klim en daling, over een weg vol met gaten. De adembenemende uitzichten zullen ons blijkbaar genoeg energie hebben gegeven voor de 1400 hoogtemeters omhoog en 800 naar beneden over een afstand van 98 kilometer tussen Ersekë en Përmet met volle bepakking.

Bij aankomst in Përmet zoeken we ons slaapverblijf, Villa Përmet, best hotel in town. Een super mooi, kasteel achting gebouw. We hebben een grote kamer met een eikenhouten vloer, prachtige badkamer en ramen met uitzicht over de machtige bergen. Als we onze kamer binnengelaten worden, gaat de airco op 31. Hier geen energiecrisis, overal waar we binnenkomen staat de kachel / airco te loeien. Standaard temperatuur is 28 graden, als je dat te warm vindt, zet je maar een raam open. Daarna gaan we naar de thermen vlak in de buurt. Afgelopen zomer hebben we daar verkoeling gezocht in het water van 28 graden, nu komen we om onszelf te badderen in het behaaglijk warme water. Stoom komt van het naar zwavelverbindingen ruikende water, waar we onze verzuurde kuiten (van de wandeling van gisteren) verwennen terwijl we genieten van het uitzicht over de majestueuze besneeuwde bergen om ons heen. Vanavond laten we em opnieuw flink waaien in het chiqueste restaurant in het dorp waar we genieten van de locale cuisine, zoals gewoonlijk als enige gasten.

Na Përmet staat Berat op het programma, waar we heenrijden met Vlora als tussenstop. In Vlora stoppen we bij een bakkertje voor een lunch. Zodra de bakker zijn hielen licht, wordt zijn toko overgenomen door de mussen die intrek hebben genomen in zijn zaakje en zich tegoed doen aan het verse brood (en de broden waarschijnlijk onderschijten).

Over de ongeveer 250 kilometer rijden we de hele dag, de 100 kilometer per uur gemiddeld ga je hier niet halen. De wegen zijn in goede staat, maar door de bergen is het een heel gekronkel en de op zeldzame stukjes snelweg is 90 meestal de maximumsnelheid. Er zijn hier weinig mensen die een auto bezitten, wat met een minimumloon van €350 en een benzineprijs van €1.50 ook wel begrijpelijk is. De aanschaf van een - al dan niet in Nederland gestolen - Mercedes D190 uit 1982 zal misschien het probleem niet zijn, maar het rijden in een dampende diesel met dieselprijzen die hoger zijn dan de benzineprijzen zal hier een business zijn die voor de gemiddelde loonslaaf onbetaalbaar is. Naast oude Mercedessen rijden hier enkele nieuwe dure pooier-BMW’s, gammele vrachtwagentjes (die zwaarbeladen zijn met vanalles en nog wat) en karren met een paard of ezel ervoor die bestierd wordt door een mannetje die als een ware gladiator al staand op z’n kar zijn beest in bedwang probeert te houden.

Berat, de stad van de 1000 vensters, is een prachtige oude Moorse stad. We slapen in Berat castle in de oude burcht bovenop de heuvel. Een vriendelijk oud mannetje wijst ons onze kamer. We verstaan elkaar niet, maar we proberen duidelijk te maken dat we onder de indruk zijn van de kasteelkamer met opnieuw een prachtige houten vloer, houtsnijwerken plafond en airco die op 28 graden staat. We klappen de luiken open om het uitzicht over de vallei te bewonderen, en gaan lekker eten. Na een goede maaltijd en slaap, krijgen we een prinselijk ontbijt voorgeschoteld door onze butler/ober, die ons de meest lekkere locale producten voorschotelt; onder andere verse sap, kaas en worst uit de regio, versgebakken brood en de alomtegenwoordige koffie van versgemalen bonen.

Daarna stappen we in onze auto en verkennen een naburige canyon en gaan vervolgens naar Shkodër, een stad in het noorden van Albanië, uitvalsbasis voor de vervloekte bergen. De dag erna gaan we de woeste bergen in, over ik denk de mooiste route die we in Albanië afgelegd hebben. Passen met haarspeldbochten, diepe afgronden, besneeuwde bergen en fantastische uitzichten. Als we bovenaan een pas staan zouden we willen dat we op onze fietsen waren, als we aan het begin van een klim staan, zijn we blij dat we met de auto zijn.

We maken nog een flinke wandeling in een uitgestorven bergdorp, waar in de zomer meer levendigheid zal zijn, zoals aan alle gesloten guesthouses en restaurantjes af te leiden valt. Op een gegeven moment zien we een guesthouse waar een vrouwtje op het erf loopt, dus we wagen de gok. We lopen de tuin in en vragen of ze koffie heeft. Ze kijkt verbaasd, lacht vriendelijk en zegt “café?!, no, bye, bye”. Helaas….

Na een nacht in een klein bergdorpje rijden we weer richting Tirana, tussen de vertrouwde Mercedessen, vrachtwagentjes en gladiatoren. Langs de kant van de weg wordt er vanalles te koop aangeboden; natuurlijk locale producten (het is sinaasappel en mandarijnentijd, dus overal kraampjes met deze vrolijke oranje vruchten), en (deze hadden we nog niet eerder gezien) jonge puppies en konijntjes. Mannetjes staan, met in de ene hand een konijn en in de andere een puppie in het nekvel gegrepen, te zwaaien met deze pluizige beestjes en te hopen op een gevalletje impulsaankoop. We weten de verleiding te weerstaan en komen zonder huisdier aan in Tirana, waar we hetzelfde hotelletje hebben geboekt. We worden met een warme glimlach begroet door de vriendelijke verkeersregelaar en het lieve meisje bij de balie “Hi, your name is arco, isn’t it?” Dit voelt echt als thuiskomen.

We doen een bak in een koffietentje aan de overkant van de straat waar we een doorsnee gesprek voeren met een willekeurige bezoeker. “Hello, where are you from?” “Holland” “Do you smoke weed” “Not everyday” “what’s your profession?” “I work in a hospital” “are you a nurse?” “Something like that” (hoe ga ik iemand in godsnaam uitleggen wat een laborant klinische neurofysiologie voor werk doet)

Aan het ontbijt de dag erna zitten nog steeds dezelfde expats, dezelfde reuzen van donkere voetballers van de Tirana-partizanen en dezelfde dikbillige jonge dame met laptop, de cirkel is rond, de 10 dagen in dit heerlijke land zitten er op.


Dwars door de Balkan, deel 9

21-08

Heerlijk geslapen en uitgerust wakker geworden. Vandaag het laatste stukje naar Maribor, wat weer in Slovenië ligt. Als we opgeruimd en ingepakt zijn, laden we de fietsen op en nemen afscheid van onze vriendelijke gastheer. We krijgen nog een schnaps aangeboden, die we toch maar afslaan in de vroege ochtend.

We gaan dwars door een stukje vredig berglandschap, eenvoudige boerderijtjes en huizen tussen weiden en bos. Rook van de houtkachel kringelt her en der al uit de schoorsteen (de stapels stookhout voor de winter liggen overal al keurig in mootjes gehakt en netjes opgestapeld klaar). Het is zondag, waardoor er een nog rustiger sfeer hangt in de dorpjes.

Na een tijdje komen we weer uit bij de Drava, die we volgen tot Maribor. We kunnen al vroeg in ons appartementje, dus we hebben heel de middag om alle spullen weer even op te ruimen, apparaten op te laden en de stad door te struinen. Maribor is na Ljubljana de grootste stad in Slovenië, maar het voelt aan als een klein provinciestadje, er hangt een heerlijk rustige sfeer en de oude binnenstad staat vol met mooie gebouwen.

Één van de hoogtepunten is de stara trta, de oudste wijnstok ter wereld, een 400 jaar oude druivenplant die tegen de gevel van een oud wijnhuis aan de rivier staat. De plant heeft oorlogen, branden, en ziekten overleeft en produceert nog elk jaar een aantal onbetaalbare liters wijn en er zijn in de stad veel feesten / festiviteiten rondom de plant.

We doen relaxed aan, gaan ‘s avonds lekker uit eten op een bomvol, levendig terrasje. Vervolgens een paar adressen verderop een heerlijke sladoled, en duiken vervolgens lekker op tijd ons bed in.


22-08

Vandaag weer eens ouderwets een dag stampen. We vertrekken uit vroeg uit Maribor, om 6:15 sta ik bij de bakker terwijl Anne de tassen pakt. Om 7 uur vertrekken we, in de miezerregen. De bergen worden heuvels en de heuvels worden vlak. Het grootste deel van de dag rijden we tussen maisvelden en velden met pompoenen. Miezer, regen en wolken wisselen elkaar af.

Slovenië wordt Oostenrijk en Oostenrijk wordt Hongarije. De streek Oostenrijk richting de grens werd al armoediger, maar als we Hongarije binnengaan zie je toch echt wel dat het geen westers land is. Vaak slechtere wegen en armoedigere huizen. En dan ineens weer een perfect mooi stukje fietspad. Victor Orban heeft z’n Europese geld af en toe goed besteed, maar er is nog wat werk aan de winkel voordat Hongarije voldoet aan west Europese standaarden.

137 kilometer hebben we in de benen vandaag, ongeveer half vijf komen we aan in ons pensionnetje.


23-08

Hongarije levert niet de meest spannende landschappen op, tot nu toe. Vrijwel vlak, hooguit een beetje glooiend. Eindeloze velden zonnebloemen en mais. Veel meer nieuws dan dat ik onderweg nieuwe slippers heb gekocht valt er over de fietstocht niet echt te melden. Aan het begin een beetje miezer, en gelukkig wordt het snel droog. We fietsen tot lake neusiedl waar we op een mooie camping belanden, nog in Hongarije. Met verstand op nul hengsten we de 95 kilometers onder onze wielen door.

Het begint een beetje op te klaren en zelfs de zon komt tevoorschijn. Op de camping zijn thermale baden, waar we de tweede helft van de middag lekker dobberen tussen de reumatische, door psoriasis en eczeem geplaagde bejaarden.

Vanavond lekker op ons éénpittertje een maaltijd in elkaar geflanst.


24-08

Opnieuw eindeloze velden, ditmaal zonnebloemen, druiven, zonnepanelen en windmolens. De hele dag vol wind tegen, dus de 85 kilometers vielen best zwaar. 25 kilometer voor de eindbestemming zien we Bratislava in de verte liggen. Het witte kasteel op de heuvel is duidelijk te zien.

Als we dan eindelijk de stad binnenrijden zoeken we ons appartementje op, 10 minuutjes lopen bij de binnenstad vandaan. We gooien de spullen neer en nemen een kijkje in het prachtige oude centrum in dezelfde stijl als Wenen (Bratislava hoorde tot het einde van WOI bij Oostenrijk-Hongarije). Morgen gaan we de stad verder verkennen.


25-08

Eerst naar de supermarkt om de hoek voor brood en eitjes. De eitjes koken we in de waterkoker bij gebrek aan pan, maar daar smaken ze niet minder om. Een bak koffie maakt het helemaal af. Vervolgens leggen/hangen we de tent helemaal uit door heel de kamer omdat hij toch nog wat nat bleek te zijn. Er springen gelijk een heel aantal beestje uit, dus die laten we ook mooi achter.

Daarna lopen we eerst naar de burcht van Bratislava, bovenop een heuvel aan de Donau.

De volgende stop is een grappig blauw kerkje en de volgende stop een parkje waar we lekker chillen. Vanavond hadden we trek in echt lekker uit eten, dus zijn we bij de Indiër beland die voor ons een heerlijke maaltijd heeft gemaakt met alles erop en eraan.


26-08

Grotendeels fietsen we vandaag over de Iron Curtain eurovelo route, die is goed aangegeven, dus dat fietst lekker makkelijk. Het landschap wordt glooiender en mooier dan we eerder tot Bratislava hadden, maar waarschijnlijk komt dat ook doordat we we vandaag lekker weer hadden.

We slapen aan een meertje, op een gemoedelijke camping zonder al te veel regels. Als we aankomen staan er op het tentendeel maar twee tentjes, maar tegen de avond zijn er toch heel wat bijgekomen en is het gezellig druk.

Er is zowaar een zwembadje op de camping, dus daar hebben we lekker in liggen dobberen. ‘S avonds hebben we het meer rondgelopen, volgens de kaart was dat goed te doen, maar natuurlijk eindigden we weer op een modderig pad vol brandnetels. Gelukkig konden we het rondje wel afmaken, want terug had een lastige klus geworden over het inmiddels donkere pad.


27-08

Heerlijk geslapen, en we worden wakker van onweergerommel. We pakken de boel in, maar voordat we de tent ingepakt hebben, begint het te gieten. Gelukkig staat er een overdekt gebouwtje met tafels en stoelen waar we op het gemak ontbijten en wachten tot het droog wordt. Helaas moeten we wel de tent dus weer nat inpakken.

We vervolgen de mooie eurovelo 13, door Slowakije, Oostenrijk en Tsjechië, in een streek met vooral wijngaarden en kastelen. Met de zon op het glooiende landschap is het hier echt prachtig fietsen. We zijn zeker niet de enigen, misschien ook omdat het zaterdag is, maar het stikt hier van de fietsers. Eindbestemming Brod nad Dyji, aan het stuwmeer in de Dyje. De camping die we op het oog hadden, blijkt gesloten. Maar gelukkig zit er vlak om de hoek nog eentje. Weer heerlijk gemoedelijk, “zoek maar een plekje en zie maar wat je doet”. Er is een keukentje met alles wat we nodig hebben, dus we hoeven ons eigen gasje niet te gebruiken en kunnen spulletjes in de koelkast doen. Das handig want we hebben een soort van puddingpoeder gekocht die we moeten mengen met melk en in de koelkast zetten. Ik weet niet of het komt omdat we de gebruiksaanwijzing op de verpakking niet begrijpen, of dat het gewoon rommel was, maar pudding is het in ieder geval nooit geworden. Verder dan melk met een smaakje en op de bodem iets met de consistentie van behangplaksel is het helaas niet gekomen.

Vanavond lopen we nog even een rondje dorp. Veel is er niet te beleven, maar het is hier al gauw genoeg. We belanden op the place to be op zaterdagavond in het dorp. Hier niks geen patsers met chique overhemden en dure brillen. Geen kleurige kunstnagels, opgespoten snavels en (nep)Gucci tassen. Gewoon stevige boeren jongens en meiden; spijkerbroek, t-shirt. Twee mannen met gitaar en eentje met mondharmonica. Pizza, bier en een beetje hoempapa dansen. Het leven kan zo eenvoudig zijn zonder al die overbodigheid die we helemaal niet nodig hebben.


28-08

Het is inmiddels gewoonte; snachts regent de tent zeiknat, dus we proppen de natte bende in de tas en vertrekken. We volgen de eurovelo 9, goed aangegeven en heerlijke fietspaden waar veel gebruik van gemaakt wordt. Fietsers van jong tot oud, high tec fietsen en oude rommel, van alles fietst hier. Zelfs gezinnen met puberkinderen die hier in de miezer op zondagmorgen fietsen, voor de lol; ik denk dat je daar in Nederland de handen meestal niet voor op elkaar krijgt.

Halverwege de dag wordt het droger en komen we in Brno, waar we twee nachten blijven in een hotel. Het eerste wat we doen bij aankomst is de kamer volhangen met onze klamme spullen en de tent, die kan zo lekker drogen.


29-08

Heerlijk geslapen in een heerlijk groot bed. Daarna schuiven we aan, aan een heus ontbijtbuffet, ongekende luxe voor ons doen. Fietsers aan een ontbijtbuffet is zoiets als de kat op het spek. We scheppen een keer of acht op, en als michelinmannetjes verlaten we de ontbijtzaal, wij kunnen er vandaag tegen.

De hele dag hebben we in Brno gebivakkeerd. Een heerlijk relaxte stad, prachtige gebouwen en pleinen. Door de hele stad staan op de pleinen strandstoelen, dus daar hebben we regelmatig in zitten chillen, afgewisseld met een bezoek aan een kerk, raadhuis, standbeeld of andere bezienswaardigheid. Ineens dringt het door waarom er zo’n ontspannen sfeer is; het centrum is autovrij, geen getoeter of uitlaatgassen. Auto’s zijn vervangen door flitsbezorgers op elektrische steps, fietsen en éénwielers, maar die zoeven alleen en maken geen lawaai. Een straatmuzikant die echt lekkere muziek speelt en zingt maakt het helemaal af.


30-08

Helaas, vandaag eigenlijk de laatste etappe die een beetje de moeite is, 85 kilometer. Eindbestemming een kilometer of 25 voor Olomouc, vanwaar we de bus naar huis gaan pakken. Wel een super mooie route vandaag, door bos en langs riviertjes en heel veel grotten. Omdat we vanmorgen zo veel hebben ontbeten, hebben we nauwelijks hoeven eten onderweg, en hebben we het overschot aan calorieën er weer af kunnen fietsen.

Voor de laatste keer zetten we ons tentje op. Een heerlijk rustige camping, prachtig uitzicht over een stuwmeer en de Tsjechische heuvels.


31-08

De zon schijn vanmorgen, we doen op het gemak en maken de tent vast helemaal schoon en droog, zodat we dat straks thuis niet meer hoeven te doen. Daarna fietsen we de laatste kilometers naar Olomouc, een klein stukje nog maar.

In Olomouc hebben we een mooi appartementje met alles erop en eraan, dus we kopen boodschappen om heerlijk zelf te koken, pannenkoeken, vissticks, dingen die we al een tijd niet op hebben.


01-09

De laatste dag, Olomouc, tijd voor een resumé.

In 9 weken hebben we 3800 kilometer gefietst.

0 lekke banden (is een beetje voorbarig, want we moeten nog naar de bushalte fietsen)

Anne een nieuwe versnellingskabel, verder geen problemen met fietsen.

Kortste dag 31km, langste dag 137km.

65 nachten, 24 kamperen, 41 hotelletje/appartementje.

Anne 3 kilo afgevallen, Arco 7 kilo afgevallen. Beenspieren zijn wat groter dan voor vertrek, bovenlijf kan wel weer wat sport gebruiken en de vetrollen zijn verdwenen, maar de ervaring leert dat die er na een jaartje weer gewoon aanzitten.


Albanië: vriendelijke mensen, buiten gebaande wegen, geen andere Nederlanders, goede koffie en eten, prachtige natuur, vooral bergen, spotgoedkoop. Overal wordt gewerkt en gebouwd aan vernieuwingen. Soms prachtige nieuwe asfaltwegen, soms gaten in de weg waar je met fiets en al in kan verdwijnen.

Noord Macedonië (alleen rond lake Ohrid): mooie natuur, ongerept, Ohrid wel (leuk) toeristisch, goedkoop.

Montenegro: prachtige natuur, bergachtig, vriendelijke mensen, goedkoop, al iets meer west-Europese toeristen.

Kosovo: nauwelijks west Europeanen, vriendelijke gastvrije mensen, oorlogsverleden overal voelbaar, maar niet onveilig gevoeld.

Bosnië & Herzegovina: prachtige natuur, veel beboste bergen, fietsen langs rivieren, vriendelijke mensen, gevolgen oorlog en spanningen overal te zien, mix van verschillende invloeden mensen en dorpen (Bosnische moslims, Kroaten, Serviërs), goedkoop.

Kroatië: binnenland minder bergachtig dan verder naar het zuiden, vriendelijke mensen, redelijk goedkoop, toeristische gebieden en kust wel Nederlandse prijzen.

Slovenië: prachtig liefelijk landschap, bergen, heuvels, veel goede fietsroutes, veel west Europese toeristen (en Nederlanders). Overnachtingen belachelijk duur, uit eten valt mee.

Oostenrijk (zuidoost): mooi landschap, bergen, fietsen langs rivieren, veel goede campings, redelijk geprijsd, overal goede fietsroutes.

Hongarije (alleen stukje aan westkant gedaan): best armoedig, goedkoop, saai landschap (lange stukken pompoenen, zonnebloemen, vlak)

Slowakije (stukje westkant gefietst): heuvelachtig, verzorgder dan Hongarije, fietspaden, Bratislava erg mooie stad, redelijk goedkoop

Tsjechië; goede fietspaden, goede goedkope campings, Brno prettige stad.


Albanië en Tsjechië zijn zeker plekken die we nog eens gaan bezoeken.


03-09

Inmiddels zijn we weer thuis. De reis met de FlixBus ging super. We hebben redelijk kunnen slapen en de bus was comfortabel. Af en toe een stop om de benen te strekken was ook lekker. We waren een beetje huiverig ivm slechte recensies, maar het viel 100% mee. Super vriendelijke en goede chauffeurs hebben ons en onze fietsen veilig afgezet in rotjeknor na een rit van 21 uur.

Als we thuis komen beseffen we hoe ontzettend goed we het hebben. We hebben een prachtig huis, heerlijk bed en douche. Een koelkast en een vriezer die we weer vol kunnen laden met alles wat we nodig hebben met spullen van de jumbo om de hoek. Als we onze schoenen zat zijn, kopen we nieuwe, we kunnen kiezen tussen 88 soorten brood en minstens zoveel soorten pap, de markt ligt vol met het meest heerlijke fruit. We hebben werk wat we met plezier doen, waar we niet vies of ziek van worden en waarmee we voldoende verdienen om geen geldzorgen te hebben en ook nog eens één keer in de zoveel tijd een paar maanden van op reis te kunnen. Ons paspoort laat ons in bijna alle landen ter wereld zonder problemen binnen (als je tenminste de goede grensovergang neemt).

Verder viel ons op hoe mooi en verzorgd Rotterdam er uit ziet als je de stad in komt rijden op vrijdagavond; een gezellige drukte op straat en een lekkere sfeer. De meest fantastische fietspaden liggen klaar om bereden te worden. We hoeven niet beducht te zijn op hoge stoepen op en af, of gaten die groot genoeg zijn om met fiets en al in te kunnen verdwijnen.

Nog een aantal weken op de fiets rondtoeren hadden we prima volgehouden, maar het gewone ritme van werken, sporten, zelf de badkamer en wc schoonmaken, en het weer zien van familie vrienden, buren en collega’s is ook wel weer een leuk vooruitzicht.

Na een paar maanden zal het wel weer gaan kriebelen en gaan we stiekem plannen maken en fantaseren over nieuwe avonturen. Ik verwacht dat we over een jaar of twee niet meer tegen te houden zijn en de fietsen weer opladen voor een nieuwe tocht…….. Tot dan, hopelijk hebben jullie ons met plezier gevolgd, bedankt voor de enthousiaste reacties!


Dwars door de Balkan, deel 8

15-08

Tent behoorlijk nat ingepakt van de dauw en condens en op naar Ljubljana, wat een van de meest groene en prettige steden van Europa schijnt te zijn, de verwachtingen zijn hoog gespannen. De fietstocht er heen begon vast goed, die Slovenen zijn goede fietspadenmakers. Slechts een enkele keer moeten we over de weg fietsen. Bij goede wegen is het grootste risico op ongelukken het andere verkeer, wat dan ook best hard rijdt. Aan het begin, in Albanië, was het grootste gevaar niet de hardrijdende auto’s, want dat viel wel mee, maar dat je in een moment van het verslappen van je aandacht opgeslokt wordt in één van de gaten in de weg, of één van de vele immens grote water-afvoer-gaten in de weg.

Onderweg fietsen we nog een stuk op met een Nederlands stel die op huwelijksreis is op de fiets, origineel, gelijk een goede test…

Bij aankomst in Ljubljana komen we op een relaxte camping, een soort hostel idee, maar dan als camping.


16-08

Vanmorgen doen we op het gemak, lekker een relaxed daagje Ljubljana bezoeken. Gister was alles gesloten in verband met Maria Hemelvaart. Maar eerst op zoek naar een tandarts, Annemarie heeft al een week of drie last van kiespijn en is er nu wel echt van overtuigd dat het niet vanzelf overgaat. Na een paar telefonische pogingen, zonder gehoor, gaan we er zelf maar op af. Een paar keer een dichte deur, of een tandarts die niet meer bestaat, vinden we een vakkundige tandarts, ze is vriendelijk en neemt alle tijd om de kies goed uit te boren en het grote gat weer op te vullen. Vervolgens verkennen we de stad. Een mooi verzorgd, keurig onderhouden oud centrum, met natuurlijk een klimmetje naar het grote kasteel met een prachtig uitzicht over de stad. Autovrij en er hangt een lekkere sfeer.


17-08

We verlaten Ljubljana, om te vertrekken richting lake Bled. Als je een plaatje van Slovenië ziet, is de kans groot dat dat een afbeelding van dit prachtige meer bij het stadje Bled is; een van de mooiste meren ter wereld, en dat weten meer mensen. De route er heen is makkelijk, langs de Sava. We fietsen al sinds de grens Bosnië Herzegovina - Kroatië in de buurt van deze rivier, de kilometers gaan als vanzelf. Aangekomen bij het meer, blijken de hooggespannen verwachtingen over hoe mooi het hier is niet teleurgesteld te worden. Sprookjesachtige omgeving van een helderblauw meer, omgeven door beboste bergen met woeste rotsachtige toppen. Een sprookjeskasteel kijkt hoog vanaf een rots over het meer. Midden in het meer een eilandje met een kerkje die zo uit een prentenboek lijkt te komen. Alleen een beetje jammer van die duizenden toeristen.

We fietsen naar de camping, maar die is vol. Gelukkig is de dame van de receptie zo vriendelijk om te checken voor plaats op andere campings en we fietsen een kilometer of 5 terug naar de eerste grote familiecamping van deze vakantie. Ook wel gezellig om tussen honderden tenten, caravans en campers te staan en beschikking te hebben over een rivier, zwembad en ruim schoon sanitair, ongekende luxe. We zetten snel ons tentje op en plonsen in de snel stromende rivier waar de campinggasten op opblaas-donuts, -krokodillen, -bedden en kano’s voorbij komen. Af en toe een raft die dan vervolgens door de campinggasten volgespetterd wordt met rivierwater. Heerlijk koud water overigens waar we onze fietsbenen aan laven.

‘s Avonds rommelen we wat in elkaar met ingrediënten uit de grote campingwinkel (die hadden we ook nog niet eerder en fietsen nog even naar het adembenemende meer.


18-08

We verlaten onze 5-sterren camping voor ons vervolg langs de Sava. De bestemming van vandaag zal ergens in de buurt van Villach, Oostenrijk liggen. De route voert ons langs grazige weiden en stille wateren, ons ontbreekt niets. Slovenië is hier echt zo mooi, dat ik me kan voorstellen dat mensen hun boeltje in Nederland verkopen en hierheen vertrekken.

We fietsen weer eens over een oude spoorbedding van een treintje tussen Italië en Ljubljana, tot bijna de grens met Italië, en koekeloeren bij de bron van de Sava, waar we vandaag afscheid van nemen. Daarna moeten we de pas over naar Oostenrijk, de Wurzenpass. Niet super hoog (ik geloof 1063m, als ik het goed heb), maar wel venijnig.18% klimmen, dus dat is zelfs in z’n eerste versnelling met volle bepakking werken voor de benen. Daarna 18% naar beneden. Onder ons zien we het dal van Villach liggen, de weg is zo steil, dat het lijkt alsof het dal onder ons scheef ligt. Halverwege stoppen we voor een fotootje als er een andere fietser naast ons stopt met oververhitte schijfremmen, hij gooit water over de schijven heen, wat direct sissend en dampend kookt. Ik voel zelf ook eens aan m’n velgen (wij hebben geen schijfremmen) en die zijn ook behoorlijk warm geworden.

We dalen verder af en het Oostenrijk uit mijn herinnering van vroeger komt weer boven als het donkerder wordt en begint te spetteren. We worden achtervolgd door donkere wolken, waar de flitsen van het onweer al doorheen schieten, dus we racen op volle snelheid naar de camping; nog 7 kilometer, wordt spannend. Juist op het moment dat we de volle camping - waar gelukkig nog wel een plaatsje voor een klein tentje voor fietsers vrijgemaakt wordt - oprijden, breekt de pleuris uit. Water komt met bakken uit de lucht en onweer klappert boven ons hoofd, maar gelukkig zitten we aan de koffie in het campingrestaurant.

Na een uurtje knapt het gelukkig op en richten we ons plekkie in en gaan lekker eten. Na het eten komen we terecht bij de camping naast ons waar de plaatselijke schlager-held een live optreden geeft met band, alle ingrediënten voor een goed feest zijn er, een schlagers zingende baas met band, een grote feesttent, lange tafels met banken, rijkelijk vloeiend bier en meezingende en klappende Duitsers en Oostenrijkers, kortom genieten dus.


19-08

Na ons schlagerfeest van gisteren heerlijk geslapen, totdat het begon te regenen. Later hoorde we zelfs dat er doden en gewonden zijn gevallen door het noodweer hier om de hoek… Omdat ons plekje voornamelijk bestond uit zand en kleine steentjes, zat de hele tent vanmorgen onder de zooi en toen het tijd was om op te staan regende het nog steeds; dilemma, wat gaan we doen?

We hebben in de tent een banaan en yoghurt gegeten die we gisteren gelukkig hadden gekocht, zijn alles op gaan ruimen en de tassen met klamme spullen in gaan pakken, wat vrij lastig is op 3 vierkante meter met z’n tweeën en alle spullen. Vervolgens de binnenrent (die gelukkig nog wel droog was) losgekoppeld van de buitentent en opgevouwen. Daarna regenjassen aan, en uit de tent geglipt en tenslotte de buitentent zeikens nat en vies opgerold en in de tas gepropt.

Gelukkig werd het toen we op de pedalen stapten snel droog en konden we lekker fietsen langs de Drau. Heel de dag wel bewolkt en in de loop van de middag werd het weer steeds dreigender, totdat we bij de eerste druppels toch maar een schuilplek hebben gezocht tot de bui over was. Daarna was de regen uit de lucht en klaarde het stralend op, zijn we naar de camping gesneld en konden in de laatste zonnestralen net onze spullen weer uitklappen en laten drogen aan de droogmolen. Hier een heerlijk rustig plekje op lekker zacht gras, we zijn zelden zo blij geweest om alle natte en vieze zooi uit te kunnen gooien en een lekkere douche te nemen. We staan aan de Stausee in de Drau, in Dullach.


20-08

Vanmorgen uitgeslapen tot bijna half acht, dat was een tijd geleden. De bakker komt op de camping z’n winkeltje uitstallen van 8 tot half negen, dus daar gaan we even kijken of we brood kunnen scoren. We kopen een joekel van een brood, die echter minder vers blijkt te zijn dan waar we op gehoopt hadden, dus daar zitten we de hele dag aan vast (het gaat een beetje tegen ons gevoel in brood weg te gooien, ook als het taai en oud is).

We pakken de tent lekker droog in en stappen op de fiets, opnieuw langs de Drau, die na een tijdje Drava genoemd wordt omdat we weer de grens overgaan van Oostenrijk naar Slovenië. De hele dag fietsen we achter een dreigende donkere lucht aan, maar zelf hebben we niet meer dan drie druppels gevoeld. Wel is de weg af en toe nog behoorlijk nat van zojuist gepasseerde regen.

We fietsen naar een dorpje Janzevski vrh waar een inimini camping zou moeten zijn, die stond op de kaart en Anne is zo slim geweest om te mailen of we echt terecht konden en dat bleek te kunnen. We verlaten de Drava en moeten dan een paar kilometer een klein riviertje stroomopwaarts klimmen, lekker voor de benen na een dag stroomafwaarts.

Als we aankomen bij het dorpje van 5 huizen en een paardenkop, blijkt er in het gebouwtje wat bij de “camping” is, een soort van feestje is, waardoor we eigenlijk daar de tent niet kunnen opzetten. De eigenaresse biedt ons een piepklein huisje aan om te overnachten; een super knus hokje, van misschien 20 vierkante meter met alles erop en eraan; keukentje, een tweepersoonsbed, een stapelbed, een eethoek, een douche, een beetje zo’n Ikea showroom “wonen op 20 vierkante meter” idee. We krijgen een welkomstschnaps en betrekken ons huisje.

Het is inmiddels 5 uur als we gedoucht zijn en denken nog even een klein rondje te gaan lopen, volgens de kaart kunnen we een rondje maken. Het begint makkelijk over de asfaltweg, dan grind, daarna modderige grond, daarna moeten we over een beek zien te springen en verandert het pad in blubber en lopen we tot onze knieën door de brandnetels. We besluiten de ronde niet verder af te maken (we hebben een korte broek aan en Anne is op slippers). En gaan dezelfde we terug en lekker koken in ons minikeukentje.


Dwars door de Balkan, deel 7

09-08

Heel de nacht getik van de regen op de tent, dat slaapt prima. Onze nieuwe tent is perfect waterdicht, dus ons kan niks gebeuren. Vanmorgen is het zo goed als droog, maar de tent is nog zeiknat, dus die gaat zeiknat de tas in. Vandaag langs de Vrbas richting Banja Luka. Het is bewolkt en een graadje of 24, dus perfect om te fietsen wat mij betreft, Anne verlangt na twee dagen al weer naar de dikke dertigers en volle zon. De rivier is soms breed, soms een soort van stuwmeer en soms snelstromend als hij door een smal stuk canyon geperst wordt. Steeds aan alle kanten bos en weelderig groen. De eerste 25 kilometer geen dorpjes, alleen de rivier, bos, af en toe een auto en wij.

Na een tussenstop bij de Krupa falls, waar maar net genoeg water door stroomde om de watermolen aan de gang te houden waarmee op ouderwetse wijze graan gemalen werd, komen we bij onze ‘camping’. Een vriendelijke man veert op vanuit z’n stoel als we aan komen fietsen, we krijgen allebei een vriendelijke handdruk en we mogen in zijn achtertuin de tent opzetten, pal aan het water van de rivier. Er straat nog één camper in z’n tuin, maar dat is het wel zo’n beetje wat camping bezoekers betreft. We klappen de natte tent snel uit, zodat hij weer een beetje kan drogen.

We vereren de plaatselijke buurtsuper nog met een bezoek om ontbijt bij elkaar te scharrelen voor morgen. Wat fruit, waaronder drie bananen, maar als ik af wil rekenen komt er een oud baasje nog een banaan brengen; we verstaan geen woord van wat hij zegt, maar volgens ons kwam het er op neer dat we met 2 personen natuurlijk geen 3 bananen kunnen kopen, allebei 2 stuks, 3 bananen kan je niet fatsoenlijk verdelen.


10-08

Vannacht de hele nacht weer regen. Toen het vanmorgen om een uur of half acht droog werd, kropen we de tent uit, maar we waren er nog niet goed en wel uit en het begon al weer te spetteren. Heel langzaam gegeten, nog wat gelezen en tv gekeken, en toen werd het bijna droog, dus hebben we de spullen gepakt en zijn vertrokken.

Eerst naar Banja Luka, waar het weer begint te stortregenen, dus we doen een bak koffie. Na twee uur met ons ziel onder de arm wachten, wordt het eindelijk een soort van droog en stappen we weer op de fiets. 50 kilometer rechtdoor, een saai vlak landschap, de bergen hebben we achter ons gelaten. Het is dus een beetje verstand op nul en trappen met het spul. Iets meer dan twee uur later kloppen we aan bij ons appartementje. Een super vriendelijke eigenaar wil onze natte tent wel te drogen hangen aan z’n waslijn en ons kamertje hangt inmiddels helaas vol met natte was; aan de lampen, tv, gordijnrails en alles waar we maar iets aan kunnen hangen.

Morgen steken we de grens over, dus we gaan nog ff lekker uit eten en maken onze laatste Marken op bij de supermarkt en gaan lekker tukken.


11-08

Vanmorgen weer zon gelukkig. We pakken de redelijk droge spullen in, laatste natte dingen gaan onder op de tassen achterop en drogen daar voor het laatste stukje.

Vandaag gelukkig een minder saaie weg dan gisteren; eerste stukje richting de grens met Kroatië, daar schuiven we onze fietsen vooraan in de rij tussen de auto’s en scoren nog een stempel in onze passen. Vervolgens kronkelen we over een heuse fietsroute langs de rivier richting de camping. Onderweg zien we nauwelijks mensen, gelukkig kunnen we in een klein dorpje een minimarkt vinden waar we wat brood en zowaar groente en pastasaus voor het avondeten kunnen bemachtigen. De minicamping is naast een super leuke boerderij die gebruikt wordt als restaurant en waar je ambachtelijke streekproducten kan kopen. Op het terrein zitten zeker een mannetje of 20, meer mensen dan dat we de hele dag gezien hebben.

We lullen even met een gezellige Belg die op de fiets reist en ook net aankomt en later met een fantastisch Belgisch vrouwtje van 65+, die alleen met de camper aan het rondtrekken is. Sinds haar pensioen heeft ze een nieuwe camper gekocht en reist 6 maanden per jaar rond.


12-08

Af en toe eventjes wakker geweest van blaffende honden, maar steeds weer snel in slaap dus uiteindelijk goed uitgerust. We laten de condens van de tent verdampen in de zon en pakken em weer in. Voor we vertrekken worden we op ons buurvrouwtje geattendeerd op de pruimenboom op de camping die boordevol rijp fruit hang, dus we vertrekken met een tas vol met grote rijpe pruimen. De hele dag hebben we ons al fietsend verlekkerd met het vooruitzicht op kippenbouten gestoofd in pruimenprut.

Daarna nemen we afscheid van onze Vlaamse fietsvriend die in twee weken van Albanië naar Italië fietst, dus vandaag wel dezelfde kant opgaat als wij, maar nog wat kilometertjes meer voor de boeg heeft.

We fietsen door het (letterlijk en figuurlijk) platte land van Kroatië naar Zagreb, langs de Sava. Om ons heen in goede staat verkerende en vervallen boerderijen en alles daartussenin. Vakkundig gemaakte houten onderkomens, dikke balken en mooie zwaluwstaartverbindingen. De omgeving is vruchtbaar, er groeit veel mais en takken van fruitbomen moeten gestut worden zo zwaar zijn ze beladen met fruit. Op de daken van de boerderijen zitten veel ooievaarsnesten, overal om ons heen horen we het geklepper van de ooievaars.

De route kronkelt langs de rivier, dus over 76 kilometers hemelsbreed hebben we 114 kilometer nodig, maar ze glijden als vanzelf onder onze zoevende wielen door, het is vlak, weinig wind en be zorgen op tijd voor brandstof. Vlak voor de bestemming pikken we een Spar mee, waar we twee gebraden kippenpoten en groenten bemachtigen voor ons pruimen-kip-prutje. Een liter goedkope Kroatische rode wijn maakt het helemaal af. We zetten snel de tent op, op het trekkersveld, en gaan kokkerellen. Verbazingwekkend dat je op een éénpittertje net zo lekker, of misschien wel lekkerder kan koken dan in onze keuken thuis, die van alle gemakken voorzien is, maar waar je dus best zonder kan.


13-08

Vanmorgen werden we weer wakker met regen. Gelukkig werd het snel droog en konden we de tent uit voor vers brood bij de bakker. Vervolgens hebben we Zagreb, de hoofdstad van Kroatië verkend. Een super mooi oud centrum, mooie gebouwen en een lekkere sfeer. Het is al leuk om gewoon een beetje door de stad te slenteren, en af en toe een koffietje te pakken.

Verder nog een van de mooiste begraafplaatsen van Europa bezocht; prachtige ingang, oneindig veel oude en nieuwe graven, vaak grote familiegraven waar de volgende personen alvast op de stenen gegraveerd waren, maar dan zonder einddatum. Prachtige bomen die schaduw en koelte geven, al met al een vredig, rustige, aangename plek

De camping ligt op 16km buiten de stad, dus het is perfect dat we lekker met de fiets naar het centrum kunnen fietsen. Er is redelijk de best gedaan om een fietststad te maken van Zagreb, alleen jammer dat de fietspaden steeds stoepje op, stoepje af gaan bij elke zijstraat, dus eigenwijs als we zijn, hebben we de fietspaden genegeerd en over de weg gefietst.

Vanmiddag onze kuna’s opgemaakt want morgen gaan we Kroatië al weer verlaten om Slovenië binnen te gaan.


14-08

Vanmorgen dus op naar de grens; maps.me stuurt ons gelijk over een prachtig fietspad waar we lekker overheen zoeven. We gebruiken vaak deze app om de route te zoeken, en worden meestal niet teleurgesteld en vaak verrast met leuke fietsroutes.

Als we een uurtje onderweg zijn, worden we een doodlopende straat ingestuurd, waar we volgens de kaart doorheen zouden moeten kunnen. Een stukje verder staat er een soort hek met een poort die open staat en waar we dus zo doorheen kunnen fietsen. Even later komen we erachter dat dit de grens was, maar rijden gewoon door “het zal wel goed zijn”. Nog geen kilometer verder hebben we de politie achter ons aan, we stoppen en moeten onze passen laten zien. Weten jullie dat je illegaal het land in bent gekomen? Niet echt gerealiseerd….. volg ons maar terug naar de grens, dan zetten we jullie er weer uit. We vinden het nog wel grappig, onder politie-escorte het land uit gezet, goed verhaal….. 200 meter verderop stoppen ze weer en stappen uit. “We hebben overlegd met onze chef, jullie zijn in overtreding en dat kost je een boete”. Hebben we eerder wel eens gehoord en meestal komen we er met een beetje dom kijken en zielig doen onder de boete uit, nu niet dus.

“OK, dat is shit”

“Yes, big shit, that will cost you €400”

“What, so much, that cannot be true!”

“Per person”

“What, that’s our budget for two weeks”

“You have to pay now, cash, do you have €800?”

“No, of course not”

“Than at the pump is an ATM, you can go get the money and after that you get your passports back”

“Is it possible to stay a night in jail in stead of paying?”

“No, this is Slovenia, we want money”

Hoe zielig we ook doen en hoe moeilijk we ook kijken, ze zijn onvermurwbaar, dus er zit niets anders op dan naar die f****ing benzinepomp te fietsen, f****ing €800 te pinnen en dat te overhandigen aan die f****ing agenten. Goede binnenkomer in Slovenië.

In ruil voor een dikke stapel gloednieuwe flappen van €20, die maar nauwelijks door de gleuf van de ATM pasten, krijgen we een keurig uitgeschreven proces verbaal en onze passen terug. Één voordeel, de afhandeling van de administratie bij de grens hebben ze voor ons gedaan, we hoeven niet in de rij te wachten.

Gelukkig kunnen we redelijk snel de knop van het onterechte gevoel omzetten. Die gasten blijven een stelletje eikels natuurlijk, maar misschien hadden wij ook gewoon beter op moeten letten, het is niet anders, een duur goed verhaal.

Daarna genieten we van de fietstocht door Slovenië, prachtig glooiend landschap, mooie huizen, prachtige fietspaden, alles ziet er keurig uit, waar halen ze het geld vandaan zou je zeggen…..


Dwars door de Balkan Deel 6

01-08

We slapen lekker uit, want we doen twee nachten in Mostar. Vanmorgen hebben we afgesproken voor de walking tour door Mostar. Onze gids is een bebaarde man die geboren en getogen is in deze stad. Hij heeft ons alles verteld over de geschiedenis en bijzonderheden van de stad.

Zo weten we nu dat de springers van de brug bij een verkeerde sprong hun nek kunnen breken, hun blaas kan exploderen, en ze bij een sprong met de benen naar beneden sowieso twee dagen rivierwater poepen…

Verder hebben we uitleg gekregen over de complexe conflicten in de Balkanoorlog, waarbij groepen mensen zomaar konden veranderen van de bondgenoot in de vijand en weer terug, met alle bloedvergieten en ellende die hierbij komt. Er is nog steeds veel wantrouwen tussen Kroaten, Serviërs en Bosniërs. De grenzen die er nu zijn tussen deze landen vallen niet helemaal samen met waar deze groepen mensen precies wonen, dus op een plek waar bijvoorbeeld vooral Kroaten wonen, is ook altijd een deel van de mensen Bosniër of Serviër en dat geeft, 27 jaar na het stoppen van de oorlog, nog steeds problemen. Onze gids vertelde dat de oorlog wel gestopt is, maar in de harten van veel mensen nog niet afgelopen. Het is zelfs zo dat er in Mostar drie verschillende schoolsystemen zijn; het grootste deel van de vakken is voor ieder gelijk, maar het vak geschiedenis is voor elke groep anders. Wat voor de ene groep oorlogsmisdadigers zijn, zijn in de andere geschiedenisboeken de helden en andersom. En omdat groepen mensen soms nauwelijks met elkaar in contact komen, wordt het begrip over en weer vooralsnog niet kleiner.

Er is een akkoord getekend tussen de verschillende partijen, en er zijn nu drie presidenten (een Servische, Kroatische en Bosnische) die roulerend in perioden van 8 maanden aan de macht zijn, maar omdat beslissingen wel gezamenlijk genomen moeten worden, komt het er in de praktijk op neer dat er vaak geen beslissingen genomen worden.

En daartussendoor lopen de duizenden toeristen, die de stad jaarlijks bezoeken. De conflicten hebben de stad en de bijbehorende activiteiten/industrie vrijwel volledig om zeep geholpen, dus Mostar is voor de inkomsten grotendeels afhankelijk van het toerisme. Wel apart om hier in deze prachtige Unesco werelderfgoed plek rond te lopen, te genieten van de vriendelijkheid van de mensen en lekker uit eten te gaan en te bedenken dat onder de oppervlakte nog zo veel leed en haat broeit.


02-08

We gaan weer met z’n tweeën verder, Marica gaat de andere kant op. Eindbestemming vandaag is Konjic. We fietsen de hele dag langs de Neretva, een helder blauwe rivier. Soms is het rivierdal breed en de bergen glooiend, soms perst de rivier zich door een smalle kloof met woeste grillige bergen eromheen. Op meerdere plekken wordt vis gekweekt, volgens mij zalm en forel, die je dan ook in kleine kraampjes kan kopen. Ook is het hier hot om lam aan het spit te roosteren, we passeren talloze restaurantjes waar de lammetjes met een ijzeren staaf van hun gebit tot de aars vrolijk boven de gloeiende kooltjes hangen rond te draaien en lekker bruin te worden. De meest heerlijke geuren wekken onze eetlust op. We zijn uit Nederland vertrokken als bijna vegetariër, maar komen terug als carnivoor vrees ik….

Een kilometer of tien voor de eindbestemming kunnen we de roep van het heldere water niet meer negeren. We parkeren de fietsen, shockeren de toeschouwers door onszelf zonder al te veel gedoe in onze zwemkleren te hijsen en duiken het koele water in. Heerlijk om de warmte van het fietsen uit de benen te voelen glijden.

In Konjic bezoeken we de oude stad, Moorse huizen aan de rivier, fraaie minaretten van de moskeeën erbovenuit, en op de achtergrond de machtige bergen die er hoog bovenuit torenen.

We hebben voor morgen gereserveerd om te overnachten in Sarajevo, maar de bergen lonken, dus we annuleren de overnachting en reserveren een plek in een berghuis op bijna 1500 hoogtemeters boven ons, aan het einde van een doodlopende weg in het dorp Lukomir, eten nog wat en duiken vroeg ons bed in vol verwachting van wat de tocht ons morgen weer zal brengen.


03-08

We komen ons bed uit als we vanzelf wakker worden, heerlijk uitgerust. Daarna eten we een goed ontbijt en gaan op pad. Het is maar 30 kilometer, waar we wel ongeveer zevenenhalf uur over doen, ook door de stops om foto’s te maken en te rusten.

De uitzichten onderweg zijn machtig mooi, hoe verder we komen, hoe koeler het wordt. De weg begint met asfalt, maar ongeveer halverwege worden het losse stenen. Soms moeten we afstappen omdat het over de losse stenen en grind onvoldoende grip geeft om steil te kunnen klimmen. Dan duwen we de fietsen omhoog tot de weg wat beter of minder steil wordt en stappen we weer op de pedalen.

Dan, na een heerlijke rit, arriveren we bij ons berghuisje waar we welkom worden geheten door de gastheer en -vrouw, waar we de noodzakelijk dingen met handen en voeten kunnen bespreken, maar verder is het door de taalbarriere niet goed mogelijk om een gesprek te voeren. We hebben een knus kamertje met uitzicht over de bergen, douche delen we met de mensen hier.

In het dorpje zijn een stuk of vier huisjes waar het mogelijk is om te overnachten en twee simpele ‘restaurantjes’ waarvan we er ééntje verblijden met ons bezoek. Als we vervolgens na het diner terug naar ons huisje lopen, komt de eigenaar ons tegemoet en begint iets te vragen over eten, hij heeft het over frühstück. Ik antwoord bevestigend, wijs op de plek waar de meeste mensen een horloge dragen en laat op mijn telefoon een 7 zien, in de hoop dat we om 7 uur kunnen ontbijten. Blijkt de beste man toch iets anders te bedoelen met frühstück en dus zitten we om 7 uur aan ons tweede diner; de afgefietste calorieën zitten er weer aan in ieder geval….


04-08

Onze volle magen van het dubbele diner maakten de slaap wat onrustig. Maar als we wakker worden schuiven we toch weer aan de tafel voor een stevig ontbijt met ei, brood, kaas, worst en zoetigheden. Daarna nemen we afscheid en verlaten we Lukomir. Eerst weer door de leegte tussen de rotsige glooiende hoogvlakte onverhard een kilometer of 15 stuiteren. Daarna een stukje asfalt, maar dat was maar van korte duur, want opnieuw volgt een belabberd stuk weg, steil naar beneden. Helaas lukt het niet om de fietsen te laten gaan, dus we hebben onze remblokjes aardig gesleten vandaag.

Daarna rijden we een skidorp binnen, waar keihard gebouwd en gewerkt wordt voor het komende seizoen. Hier zijn ook de Olympische winterspelen van ‘84 gehouden. Daarna worden we dan eindelijk beloond voor het zwoegen, een spiegelgladde, brede asfaltweg, procentje of 7 naar beneden voor 20 kilometer. We denderen met een gangetje van tussen de 50 en 60 km/u naar beneden, zo Sarajevo in.

Nadat we geïnstalleerd zijn in ons appartementje, bezoeken we de stad. Een mix van aan de ene kan van de stad een westerse sfeer met grote, hoge gebouwen van het kapitalisme. Dan, halverwege de stad, verandert het beeld in het Moorse deel; laagbouw, moskeeën, kleine restaurantjes en winkeltjes met souvenirs, baklava en waterpijp rokende en Turkse thee drinkende toeristen.

Er zijn hier wel een aantal musea, maar eerlijk gezegd hebben we een beetje genoeg van de oorlog, geschiedenis en de ellende die in deze musea te zien is, dus we houden het bij slenteren door de stad.


05-08

Nog een dag Sarajevo.

Eerst een ludieke stop. De ‘Canned beef’; een levensgroot blik ingeblikt vlees. Tijdens de belegering van Sarajevo is er voedsel gedropt in de stad voor de lokale bevolking door onder andere de Verenigde Staten. Dit waren echter voornamelijk overblijfselen van de Vietnam oorlog. Wat betekende dat het over datum was en bestond uit veel varkensvlees, terwijl Bosnië-Herzegovina een overwegend islamitisch land is. Na de Bosnische oorlog is daarom een ironisch monument geplaatst om aan te geven dat de hulp redelijk mislukt is.

Vervolgens fietsen we naar een uitzichtpunt waar we genieten van het uitzicht over de stad.

Daarna bezoeken de de city hall, een fraai gebouw wat in de oorlog helemaal in puin geschoten is, waar inmiddels met geld vanuit meerdere landen weer helemaal in oorspronkelijke staat teruggebracht. Het gebouw is mooi, er zijn wat kunsttentoonstellingen waar we niet echt warm van worden en een expositie over het Joegoslavië-tribunaal. De originele bankjes en stoelen, waar de rechters en Mladic, Milosevic, Karadzic en nog een hele zwik aangeklaagden in gezeten hebben, zijn hier te zien. Verder verklaringen en foto’s van mensen die getuigd hebben tijdens de processen. Opnieuw gruwelijke verhalen en beelden waarvan de bewondering voor ons mensen niet echt mee wordt opgewekt.

Om de dag toch een beetje vrolijk af te sluiten hebben we de rest van de dag lekker geluierd en gegeten, morgen fietsen we het er wel weer af…..


06-08

Weer lekker een dag fietsen naar Travnik, opnieuw een mooi stadje aan een verkoelende rivier. In de oude stad liggen de flesjes frisdrank van de restaurantjes in de zij-stroompjes lekker koud te blijven.

Verder niet veel anders te melden dan over vergelijkbare stadjes die we al eerder gezien hebben. Wel nog een geinige vertoning terwijl we ons dagelijkse ijsje zaten te eten: een stoet van twee mannen, vier druk gebarende, als pinguïn verklede ultra orthodoxe moslima’s en een klein meisje komen met veel drukdoenerij ook een ijsje kopen. Veel heen en weer geharrewar over of de ijsjes in een bakje of horentje moeten, wat de kosten zijn en dan nog welke smaken gekozen moeten worden. Uiteindelijk staan ze allemaal met een ijsje, maar hoe werk je die naar binnen als het enige wat zichtbaar is onder die klamme lappen je ogen zijn. Nou klep omhoog dus, die natte lange tongen over die bollen ijs en klep weer naar beneden. Best lastig zonder knoeien en dus zitten die zwarte flappen al snel onder de vrolijk gekleurde ijsvlekken, beetje vrolijkheid op de somber zwarte gewaden kan geen kwaad.


07-08

Het duurde even voordat we in slaap vielen in hotel ‘Aba’. De kamer was best warm, dus we hadden de ramen open gezet, maar daar kwam weer een hoop herrie van de weg vandaan. Uiteindelijk toch we wat uurtjes goed geslapen en weer door.

Langs de rivier omhoog, pas over en aan de andere kant weer langs een andere rivier naar beneden. Het landschap ziet er uit alsof we door Oostenrijk fietsen. En als we stoppen voor een bak koffie komen we ook in een Oostenrijks uitziende stube, van schrik beginnen we Duits te praten, maar dat snappen ze hier ook. Bosnië Herzegovina is een land waar je je in het ene stadje in een Turkse stad waant en waar je tien kilometer verderop in het volgende stadje ineens in Oostenrijk zit.

We fietsen vandaag tot Jajce, waar we eerst de waterval bezoeken waar het stadje om bekend is; het water van de Pliva rivier stort zich met geraas in de Vrbas, en dat lokt toeristen om van het schouwspel te genieten. Daarna door naar de camping 5 kilometer verderop. De camping staat aan de Pliva lakes. Voor degenen die weleens bij de Plitvic meren geweest zijn; dit is een soort kleine broer van deze meren. Prachtig blauw water, omgeven door bos, watervallen tussen de meren en houten wandelpaden waar je overheen kunt lopen. Hier zijn alleen niet de drommen met duizenden toeristen die zich verdringen om de mooiste foto te maken, maar enkel tientallen locals die genieten van een verfrissende plons in het koele helder water, dus dat doen wij dan ook maar.

Omdat we op de camping staan, is het ook weer een keer tijd om zelf te koken.

08-08

We worden zoals gewoonlijk wakker met een strakblauwe lucht, maar het weerbericht voorspelt zowaar regen vandaag, wat is dat ook alweer? Vanmorgen hebben we het plan om op het gemakkie het meer rond te fietsen, dus daar beginnen we mee. Tussen de twee meren staan ongeveer twintig kleine watermolentjes, die niet meer functioneren, maar we een fotogenieke setting opleveren. Na een stop vervolgen we de fietsroute om het meer. De ene kant is het allemaal asfalt, maar als we aan het einde van het meer terug fietsen langs de andere kant, draaien we een gravel weg op. We hebben alle tijd, dus rijden zachtjes aan over het gravel terug langs het meer, totdat we weer in Jajce aankomen, precies op het tijdstip dat we trek in koffie met iets zoets krijgen.

‘s Middags trekken we de zwemkleren aan, het is nog steeds zonnig en droog, en gaan naar het strandje aan het meer, waar we twee uur liggen te luieren tot de lucht betrekt en in de verte het onweer rommelt


Dwars door de Balkan, Deel 5

24-07

Uitgeslapen tot kwart voor zeven; we hebben vandaag vrij. Anne bezoekt de bakker om een ontbijt bij elkaar te scharrelen en strakjes gaan we verder met onze museumtocht door de stad.

We kijken uit naar een bezoek aan het klooster waar we een blik hopen op te vangen van een stukje hout van het echte kruis en de gemummificeerde rechter hand van Johannes de doper, die hier als relikwie bewaard worden.

Eerst bezoeken we het huis van de oude koning, z’n naam is me even ontschoten. Het huis is nog in de staat alsof hij en zijn gezin zo van de ene op de andere dag vertrokken zijn. De kamers met meubels en verdere inrichting zien er nog net zojuist als 100 jaar geleden. Voor die tijd heel mooie meubels uit alle delen van de wereld.

Vervolgens het klooster, waar we helaas die gemummificeerde hand niet te zien hebben gekregen.


25-07

Het voelt echt een beetje alsof we vakantie in onze vakantie hebben, omdat we twee nachten op dezelfde plek hebben geslapen en vandaag richting kust gaan. Eerst nog even een bobbeltje over fietsen en dan zien we ver in de diepte Budva liggen, aan het blauwe water van de Adriatische zee. We laten ons naar beneden denderen over de mooie kronkelende asfaltweg om uiteindelijk in een bedrijvige, toeristische stad aan te komen waar we weer eens de tent opzetten op de camping midden in de stad. Daarna snel zwembroek aan en naar het strand. We weten ternauwernood een parasolletje te bemachtigen en leggen ons te rusten voor de rest van de middag. We staan alleen af en toe op voor een plons in het koele water of een ijsje.

Vanmiddag voor het eerst zelf gekookt, dus ons gasstelletje hebben we niet voor nop meegenomen.


26-07

Weer een heerlijke vakantiedag vandaag. Vanmorgen eerst de oude stad Budva bezocht. De stad doet erg denken aan de oude delen van de Kroatische steden, Dubrovnik, Split enzovoorts, maar dat is niet zo gek want Kroatië begint hier vlakbij.

Na de oude stad zijn we naar het strand gegaan. Budva wordt normaal gesproken overspoeld door Russen en Oekraïners in de zomermaanden, maar nu sowieso geen Russen en slechts af en toe een Oekraïner, dus het is niet zo druk als normaal in de regio, er zijn voornamelijk Montenegrijnen en Serviërs. Mensen zijn erg vriendelijk en rustig. Op het strand waren veel groepen jongeren, en waar dat in Nederland een hoop herrie en muziek en gezuip op zal leveren, gaat het er hier kalmpjes aan toe.

Wel zijn (alleen de dames) hier helemaal lijp van op de foto gaan. Ik zal wel een oude zak worden, maar als ik een foto maak, is het onderwerp meestal iets van de omgeving, een mooi gebouw, een mooie waterval, en soms staan Anne of ik er bij. Hier worden er - niet overdreven - uren besteed aan de mooiste pozes. Omstebeurt op de foto; beentje een beetje opgetild, handje in de zij of achter het hoofd, hoofd schuin opzij, duckface met die opgespoten snavel, lief kijken, buik inhouden, tieten vooruit en afdrukken maar en opnieuw en opnieuw en opnieuw en opnieuw. Om vervolgens met een sacherijnig gezicht het resultaat af te moeten keuren, omdat er net iemand de hoek om komt op de achtergrond of de rondingen net niet lekker uitkomen tegen het blauw van de zee.

Na een daagje strand komen we tot de ontdekking dat één dag echt het maximum is voor ons. Vroeger konden we een week zo de vakantie doorbrengen, maar na twee nachten op dezelfde plek hebben we het wel gezien en drijft de onrust en drang naar het onbekende ons verder. We zijn dus lekker uitgerust, maar hebben ook zin om morgen weer door te gaan.


27-07

Vanuit Budva over een vrij drukke weg omhoog, bergje over en afdalen naar de baai van Kotor. Eerste stadje wat we aandoen is Tivat. De stad heeft een mooie jachthaven, die door een buitenlandse projectontwikkelaar omgetoverd is voor een speelplaats voor de allerrijksten der aarde. De multimiljoen dollar jachten met 4-5 verdiepingen liggen te wachten op hun eigenaars die met privéjets ingevlogen worden om het weekend door te brengen on ondertussen de wereld te regeren. We vergapen ons aan de gigantische rijkdom, terwijl we ons meegebracht brood in plakjes snijden en besmeren met de inhoud uit ons potje jam.

Vervolgens verder langs de baai van Kotor, met de ferry oversteken en naar de camping. Het is veel te heet om de tent op te zetten, dus slenteren we naar de baai voor een verkoelende duik.

‘s Avonds hebben we afgesproken met Marica, een wereldfietsster, die ongeveer overal al heeft gefietst en ook boeken schrijft en lezingen geeft waarmee ze de kost verdient. Onder het genot van een pizza en een salade wisselen we sterke verhalen en tips uit. Leuk om te ontdekken dat vakantiefietsers toch wel een aantal eigenschappen gemeen hebben met elkaar, die bij de gemiddelde gewone mens best apart overkomen. Zo zijn we bijvoorbeeld als we in de fietsstand staan altijd uit op koopjes. In Nederland koop ik gewoon bij de supermarkt of markt waar ik trek in heb, zonder me druk te maken over wat het kost. Als we op fietsvakantie zijn, hebben we toch een soort van dagbudget in ons hoofd die afhankelijk is van het prijsniveau in het land, we zullen hier gerust een goedkoper restaurantje opzoeken als we zien dat de hoofdgerechten €10 zijn, terwijl je daarvoor in Nederland amper naar de Mac kan. Of als we overnachten, vinden we €35 voor een hotelkamer toch echt wel de max, terwijl je daarvoor in Nederland amper naar de camping kan. Verder hebben we alle drie een soort van onrust in ons lijf, die ons steeds weer op pad laat gaan, één, hooguit twee nachten op een plek en het onbekende lonkt weer. Rare jongens en meiden, die fietsers.


28-07

Vandaag gaan we de baai van Kotor rond fietsen, bijna 50 kilometer met het ene na het andere mooie uitzicht. De baai is een soort van fjord, met rondom prachtige mediterrane dorpjes en stadjes. In de stadjes lijkt het of je zo honderden jaren terug in de tijd stapt. Stenen huizen, kerken, palazzi met rode daken, sommige keurig in mooie staat, sommigen half vervallen en overwoekerd met bougainville, wilde vijgen en cipressen.

Aan het einde van de baai ligt de stad Kotor, een prachtige middeleeuwse ommuurde stad, toeristisch, en niet voor niets. Prachtige pleinen, steegjes, kerken en overal kleine souvenierwinkels en restaurantjes. De stad doet niet onder voor een Dubrovnik en de andere steden waar de Venetiaanse geschiedenis de stad gevormd heeft, met het verschil dat je hier gewoon voor €1,20 een koffietje kan doen….

Inmiddels is de zon onder, hebben we ons eten naar binnen gewerkt en begint het gelukkig een beetje af te koelen. Gisteren nacht was het zo warm dat in slaap vallen lastig was. Gelukkig hadden we vannacht een stevige bui die wat verkoeling bracht (en onze nieuwe tent is keurig waterdicht, we hadden niet anders verwacht).


29-07

Een stuk beter geslapen dan gisteren, het was een heldere lucht vannacht, dus het koelde goed af. Om 7:15 fietsen we de camping af. We gaan richting de grens, die - hoe kan het ook anders - bovenop een pas ligt. Klimmen van 0 naar 1000 meter, maar het gaat soepel, de benen zijn uitgerust van onze minivakantie aan de kust.

Bij de grens staat er een gigantische rij met auto’s, die we voorbij zoeven (dat hebben we een paar motorrijders ook zien doen, dus we vonden dat wij dat ook mogen) en ritsen vlak voor de passencontrole weer in de rij. Geen boze gezichten, de auto’s maken zelfs een plekje voor ons. Uitchecken uit Montenegro met pijn in het hart want we hebben er super mooie dagen gehad. Inchecken in Bosnië & Herzegovina, altijd leuk weer een nieuw land.

Het is dus lekker afdalen naar de plaats van bestemming, Trebinje, opnieuw een zeer mooi oud stadje aan de rivier. Hemelsbreed iets van 25km van Dubrovnik vandaan, maar hier niks geen hordes toeristen maar serene rust op de mooie pleintjes naast de oude kerkjes en moskee.

Nu is het het einde van de middag, we hebben de oude stand doorgeslenterd en zitten nu ff af te koelen in de airco van ons huisje.


30-07

Vandaag nauwelijks klimmen, wel 100+ km. We fietsen de Ciro railroad, een oude spoorwegbedding die loopt van Mostar naar Dubrovnik met een aftakking naar Trebinje, waar wij dus opstappen. De route loopt door het dal van de Trbisnjica, die bijzonder dun bevolkt is. We zien nauwelijks mensen langs de route, een enkele keer een verlaten ‘dorpje’ met tien vervallen huisjes.

Sommige stukken waren wel een uitdaging ivm slecht onverhard wegdek, maar het scheelde dat het nooit steil omhoog ging. Verder een paar keer een vervallen spoorbrug en een lange tunnel die stikdonker was en waar we tussen de opgeschrikte vleermuizen fietsten. Op een gegeven moment konden we bijna niet blijven fietsen omdat we door een dikke laag drapperige vleermuizenpoep moesten. Toen we dat overleefd hadden, fietsten we over een deel van de spoorroute waar links en rechts borden stonden die ons waarschuwden voor onontplofte mijnen, uit de burgeroorlog, dat werd dus even geen plasstop in de bosjes. Best wel moe, maar voldaan van de mooie route komen we aan bij ons appartementje; we hebben onszelf getrakteerd op een heerlijk 3 kamer appartementje waar we lekker zelf kunnen kokkerellen, en heerlijk gaan douchen en slapen.

https://www.herzegovinabike.ba/assets/2020/09/Cirinom-prugom-mapa.pdf


31-07

Vandaag hebben we gezellig samen met Marica verder gefietst, die gisterenavond ook op dezelfde plek heeft overnacht als wij, leuk om elkaar weer tegen te komen en met elkaar verder te gaan. Een korte dag vandaag, ongeveer 40 kilometer naar Mostar. Lekker het ciro-railroad pad vervolgd, dus weinig klimmen. Wel onderweg mooie middeleeuwse stadjes met Moorse huizen en burchten, en mooie uitzichten over de rivier.

Mostar is vooral bekend om de middeleeuwse stenen brug die de oevers van de spectaculaire rivier met elkaar verbindt. Gedurende de burgeroorlog in de eerste helft van de jaren 90 is de stad grotendeels verwoest, inclusief de bruggen en de talloze moskeeën. Daarna is de stad weer in volle glorie hersteld. Je waant je echt in de middeleeuwen bij het slenteren door de smalle steegjes met Moorse huizen, moskeeën en bruggen, adembenemend mooi.

Toevallig kwamen we de stad binnen op de dag dat de jaarlijkse wedstrijd brugspringen voor stoere mannen gehouden wordt. Drie rondes; eerst recht springen, daarna duiken en daarna vrije sprongen met salto’s waarbij de lefgozers 20 meter naar beneden springen in de snelstromende, ijskoude rivier.


Dwars door de Balkan, deel 4

18-07

Vanuit ons houten bungalowtje in het viersterren Jela natural bergresort schrijf ik dit stukje, we laten em vandaag flink uit ons broek hangen, voor €32 eurietjes weet je alles…. De was hangt te drogen op ons balkon met uitzicht over de prachtige bergen.

Vanmorgen weer voor zevenen op de fiets, na een goed zelf bij elkaar gescharreld ontbijt. We gaan de pas over van Kosovo naar Montenegro. Het hoogste punt van de route ligt ruim 1300 meter boven het laagste punt, dus dat is klimmen geblazen. Drieënhalf uur in laag verzet omhoog stampen, maar het gaat soepeltjes, de benen beginnen in vorm te komen. Het verhaal begint saai te worden maar weer adembenemend mooie uitzichten over de beboste bergen. Bovenop, op ruim 1800 meter, genieten we van een boterhammetje met hagelslag (we blijven Hollanders) en de koelte. Daarna laten we onze fietsen naar beneden rollen. Geen haarspeldbochten maar vloeiende bochten draaien, heerlijk op volle snelheid.

Dan komen we dus aan bij onze overnachtingsplek, die een wintersportgevoel opwekt. Een houten hotel / restaurant met houten bungalows waarvan we er in eentje voor een nacht onze intrek nemen.

We laten ons bij het avondeten verwennen, heerlijk gegeten in het restaurant wat bij het complex hoort. Super mooi aangekleed restaurant wat geen flater zou slaan in een wintersportgebied in Oostenrijk. IJs en cheesecake ontbreken niet aan het geheel, dus verzadigd rollen we ons bed in.


19-07

Ontbijt is inclusief, dus dat betekent uitslapen; als we zelf ons ontbijt regelen zitten we meestal voor 7 uur op de fiets, maar nu konden we pas om half 8 aanschuiven. We stappen op de fiets en rijden eerst door het dorp, zo’n 3 km verderop, maar wel naar beneden, dus daar hadden we gisteren geen zin meer in. Er hang een gezellige sfeer in het dorp en de terrasjes zitten al vol met mensen aan de koffie (wat dat betreft zijn ze er hier vroeg bij).

Gisterenavond hebben we nog wilde plannen verzonnen om de wintersport komende winter hier door te brengen, accomodaties zijn mooi en goedkoop alleen de gebieden niet zo groot. Wel kan je hier allerlei dingen doen zoals sneeuwscooter rijden en zo. In het dorp zit een touristinfo, dus ik stap af om te kijken of ik wat wijzer kan worden. De ambtenaren krijgen de schik van hun leven; als ik binnenstap zit er 12 (eerlijk waar!!) man/vrouw personeel met koffie en/of telefoon, onderuitgezakt me aan te gapen. Het is midden in de zomer, 30 graden en komt er iemand vragen of ze ook info hebben over het skiën. Er is niemand die fatsoenlijk Engels spreekt, dus er is niemand die fatsoenlijk begrijpt wat ik kom vragen (info over wat er zoal te doen is in het winterseizoen). Het enige woord dat ze begrijpen is “ski”, dus ik krijg een foldertje in mijn hand geduwd met informatie waar je op moet letten als je door de sneeuw gaat lopen met van die tennisrackets aan je voeten, wat hier dus blijkbaar ook kan. Ik doe maar net of dat precies is waar ik naar opzoek ben, glimlach vriendelijk en vertrek; ik zie nog mogelijkheden voor verbetering bij de touristinfo zullen we dan maar zeggen.

We vervolgen onze route, eerst over stille landweggetjes, naaldbossen en dorpjes wisselen elkaar af. Vriendelijk, bijna Duits aandoende landschappen. Daarna nog een stukje langs een drukkere weg, die wat minder relaxed fietst, maar waar de omgeving even mooi is. Na 80K stappen we af bij ons hutje waar we overnachten. We worden door de vriendelijke eigenaar met een rood drankhoofd naar ons hutje begeleid, waar het dagelijkse ritueel van douchen, kleren uitspoelen, een pint drinken, relaxen en de planning voor morgen maken begint.


20-07

We knabbelen wat boterhammen op en laten ons ienieminie huisje achter ons. Vandaag gaat de route door de Tara kloof. Aan weerszijden woeste bergen en rotsen, met daartussen het blauwe kristalheldere water van de Tara. Ongeveer 50 km aan een stuk genieten en af en toe stoppen voor een foto.

We overnachten op de camping bij de brug over de Tara, een brug met mooie bogen, hoog boven de rivier die de ene kant van de canyon met de andere verbindt. Ver beneden ons komen de rafts voorbij, al is de rivier nu niet echt woest, midden in de zomer. Ook kan je ziplinen van de ene kant van het dal naar de andere kant.

Vannacht nog genoten van de sterrenhemel, niet zo spectaculair als Patagonië of de Andaman eilanden, maar wel een goed derde. Duizenden sterren en zelfs de nevels van de Melkweg waren te bewonderen.


21-07

Heerlijk geslapen in onze tent op de camping. Als de zon over de berg komt koekeloeren staan we op en pakken onze spullen in. De tent, waar we nog ziekelijk zuinig op zijn omdat hij nog zo mooi nieuw is, zetten we in het zonnetje zodat de condens van de nacht verdwijnt. Daarna rollen we hem netjes op, vegen de onderkant zelfs schoon en droog, waarbij we onszelf erop betrappen dat we zelfs praten tegen hem. We lachen in onszelf als we bedenken dat de buren misschien bij zichzelf denken “die mafkezen projecteren hun kinderloosheid niet op een hond of kat die ze als hun kind behandelen, maar op hun tent”.

Maar goed, tent zit dus netjes ingepakt en we gaan via skidorp Zabljak naar Savnik, heerlijk die plaatsnamen hier. Onze benen voelen sterk, na ongeveer 50K en 800 hoogtemeters, het doel voor vandaag, zitten we aan een dubbele portie kippensoep en een bord spaghetti. Het is warm, maar de benen willen nog verder.

We plakken er nog een middag fietsen aan vast en rossen door naar Niksic, alweer zo’n lekkere naam, eindstand is 110K en ongeveer 1500 hoogtemeters. We slapen in een appartement van 65 vierkante meter, dus we hebben de ruimte. De eigenaar komt met twee ijskoude blikken bier aanzetten en er staat een schaal met snoepjes, dus we vlijen onszelf met een gelukzalige glimlach op de immense hoekbank neer.


22-07

We hebben zelf ontbijt geregeld, dus vertrekken vroeg. We fietsen naar het Ostrog klooster, een klooster van de Servisch-orthodoxe kerk, gesticht in de 12e eeuw, die hoog tegen de rotsen aan geplakt lijkt, fantastisch hoe die jongens dat gebouwd hebben.

Het is een soort bedevaartsoord voor veel gelovigen die denken dat ze genezing krijgen, of hun gebeden verhoord worden, als ze hier komen. We sluiten aan in de rij om de route door het klooster te lopen, tussen mensen met krukken, zwaar autistische kinderen en andere pelgrims die iets verwachten van dit bezoek, je weet nooit waar het goed voor is. Het schijnt dat zelfs ongelovigen na een bezoek aan deze plek het licht zien en zich bekeren.

Ik zal wel te nuchter zijn, maar zie vooral dat er goed geld verdiend wordt aan souveniertjes (waar ze dan natuurlijk wel deze prachtige plek van onderhouden), H2O is voor mijn gevoel H2O, of het uit de kraan komt of uit een heilige bron, en als uiteindelijk aan het einde van de rij blijkt dat het de bedoeling is dat we het kruis van de kerkvader kussen, maak ik rechtsomkeert. We gaan lekker op het pleintje voor het klooster genieten van de koelte in de schaduw, alle mensen die we voorbij zien komen, het prachtige uitzicht over de vallei, en deze - zelfs voor een nog steeds ongelovige - fantastische en inspirerende plek.

Het is inmiddels ongeveer 12uur, de zon staat loodrecht boven onze hoofden, dus het is het ideale tijdstip om weer op de fiets te stappen, grotendeels naar beneden, naar Podgorica, opnieuw een plaatsnaam die niet misstaat als scheldwoord. Bij aankomst is het kaarsje wel zo’n beetje op of uit, of hoe je dat ook zegt, dus we springen lekker onder de douche om de vermoeidheid en de warmte uit onze benen te spoelen.

Om een uur of half zes gaan we nog even de stad in voor een pint, nog steeds dik 35 graden buiten, het koelt nog niet erg af. We strijken neer op een terrasje met ventilators en vernevelaars, waar we, net voordat de zweetdruppels weer ontstaan, af kunnen koelen. Daarna weer bij een leuk restaurant in de oude stad beland en tenslotte tussen de klamme lappen.


23-07

Volle bidons, fietsen opgeladen en we vertrekken. Een redelijk korte dag van iets meer dan 40 kilometertjes naar Cetinje. We laten Podgorica, de hoofdstad en grootste stad van Montenegro achter ons. In Montenegro wonen slechts ruim 600.000 mensen, waarvan ruim 200.000 in Podgorica. De oude stad en het nieuwe centrum met barretjes en restaurantjes waren wel erg gezellig maar verder is het een beetje saaie betonnen stad, die voorheen Titograd (Titostad) heette, vernoemd naar chef Joegoslavië.

Cetinje is de oude koninklijke hoofdstad van Montenegro. Een klein, mooi stadje met een aantal mooie pre-communistische gebouwen en musea. Een ideale plek voor een rustdag, waar we een lekker appartement voor hebben uitgekozen om de benen een daagje rust te geven. Vanmiddag hebben we ons ondergedompeld in de geschiedenis van Montenegro in het historisch museum, en meteen dan maar een museum voor kunst. Vervolgens heerlijk geslapen.


24-07

Uitgeslapen tot kwart voor zeven; we hebben vandaag vrij. Anne bezoekt de bakker om een ontbijt bij elkaar te scharrelen en strakjes gaan we verder met onze museumtocht door de stad.

We kijken uit naar een bezoek aan het klooster waar we een blik hopen op te vangen van een stukje hout van het echte kruis en de gemummificeerde rechter hand van Johannes de doper, die hier als relikwie bewaard worden.