Langs Roer en Maas
Fietsen juli 2023
Vooruit nog één verhaaltje dan. Het is eigenlijk te kort om alle tassen in te pakken, twee weken vrij. Maar de zin om eropuit te gaan is er niet minder om. Het is alweer veel te lang geleden dat we de fietsen opgeladen hebben, maar het komt er nu toch nog even van.
Op zondagmorgen zijn we vroeg wakker om de laatste dingen in onze tassen te doen en een thermoskannetje kokend water te maken en we vertrekken. Alsnog natuurlijk zo laat dat we ons naar moeten haasten voor de trein naar Den Bosch.
We stappen in een vrijwel lege trein, waar wel al een mevrouw met een fiets zit, dat dan weer wel. We schuiven onze fietsen ernaast en de zeer ruime fietsmeeneem-faciliteiten van de hele trein zitten al weer vol. Binnen no time komt de conductrice ons vermanen dat dit een plekje is waar maximaal twee fietsen mogen staan en de tassen moeten er allemaal af; dit is een ontzettend druk traject en we blokkeren de boel. Met een beetje sputteren en boze blikken halen we onze tassen los, schuiven de fietsen zo veel mogelijk in elkaar en gaan zitten, er zit niets anders op in deze trein waar tot aan Den Bosch twee mensen en een halve paardenkop gebruik van maken; drukke lijn zegt ze dan….
In Den Bosch stappen we over op de trein naar Roermond, die zit wel vol, dus we moeten weer discussiëren met een conducteur om totaal 5 fietsen op een plekje voor drie te frommelen, ik zie nog wat uitbreidingsmogelijkheden voor de NS met betrekking tot het fietsvervoer.
In Roermond stappen we uit, verorberen een stuk appeltaart die door mijn collega Dian is gebakken en in onze vriezer verdwenen is, en we gaan op de pedalen. Best een mooie route over de Rur-radweg die de Roer volgt tot een stukje voorbij Monschau. De eerste nacht slapen we op een camperplaats in Jülich, waar een thunderstorm losbarst op het moment dat we net de tent op hebben gezet. Wel een beetje onhandig dat ik tot de ontdekking kwam dat ik de scheerlijnen bij de vorige vakantie van de tent af heb gehaald omdat we die toch nooit gebruikten. We moeten dus in de tent blijven zitten om te voorkomen dat de tent de lucht ingaat bij de rukwinden die vergezeld gaan van een zomerse stortbui. Na een uurtje klaart de lucht weer op en koken we een kostje. We hebben een grote meevaller want de vorige kampeerder had een emmertje water in de bosjes verstopt met 8 halve liters verschillende bieren en twee potten ingemaakte groenten op zuur. De eerste twee blikken bier maken we soldaat, twee anderen stoppen we in onze tas en de overige vier en de twee potten zuur laten we over voor de volgende gelukkige vinders.
O, ja, echt weer iets voor ons; we krijgen een berichtje van de buren dat onze schuifdeur naar het balkon helemaal open staat. Ik was zo gefocust op het legen van de prullenbak, waar we vorige vakantie een volle zak in hadden laten zitten en we ook gered zijn door de buren, dat ik helemaal geen erg in de schuifdeur had.
De volgende dag vervolgen we onze steeds mooiere route langs de Rur tot aan een stuwmeer waar we ook weer een lekker plekkie hebben om onze tent op te zetten na ruim 100 kilometer heuvel op heuvel af, we kunnen het nog. Onderweg maken we een omweggetje langs een open bruinkoolmijn, waar gigantische machines in de diepte de bruinkool afgraven. Mooie bordjes langs de uitkijkposten geven uitleg over hoe groen het bedrijf van de bruinkoolwinning te werk gaat, er leven allerlei bijzondere planten en diersoorten op het terrein. Ja tuurlijk, roken is gezond want mijn opa heeft heel zijn leven gerookt en werd ook 90.
De dag erna rijden we via Monschau tot waar de Rur-radweg de Vennbahn kruist en gaan daarop over. In Monschau strijken we neer op een terrasje voor een bakkie pleur, maar we stappen gauw weer op als we de prijslijst zien. Deze gierige fietsen gaan natuurlijk geen €4,- voor een lauwe bak koffie lappen als we zelf een thermosfles met kokend water en oploskoffie bij ons hebben. Op het pleintje kijken we een stel mensen die op ons bankje zitten zo lang en boos aan dat ze opstaan en we op het plekje kunnen gaan zitten.
We vervolgen de Vennbahn tot bovenin Luxemburg. Dit fietspad is gemaakt op een oude spoorbedding, dus geen steile klimmen en scherpe bochten. We zoeven met een gangetje van tussen de 20 (als het zachtjes omhoog gaat) en 30 (als het zachtjes daalt) over het asfalt. Kan niet fout gaan, totdat we een heerlijk stuk van een kilometer of 7 zachtjes dalen om naar een supermarkt in Malmedy te gaan. Daar check ik even de kaart, want iets in mij zegt me dat Malmedy niet op de route lag…… shit, dus 7 kilometer naar beneden gezoefd, die we ook weer terug moeten om weer op de Vennbahn te komen. De dag eindigt op een super camping bij St Vith aan het zwembadje. We liggen aan het zwembad als we naast ons horen praten over de buienradar en zware buien, we rennen naar onze spullen die we neer hadden gepleurd op ons plekje en krijgen het voor elkaar om net voor de eerste druppels de tent op te zetten.
De dag erna gaan we Luxemburg in, en komen tot een stukje voor de stad Luxemburg, die we de volgende dag bezoeken. Daarna stampen we door, via de moezel tot Thionville, waar we op de camping municipal een plek vinden. Deze camping hebben we eerder bezocht. Helaas is de vrolijke, kleurige versiering aan bomen en lantaarnpalen van een overactieve obsessieve wildbreister van twee jaar geleden niet meer aanwezig, daar hadden we ons juist zo op verheugd. Wel is het weer feestavond aan de oever van de Moezel, want het is 13 juli. Vanaf de camping zitten we eerste rang om de mensen te bekijken die over de boulevard lopen met suikerspinnen, biertjes en ballonnen. We hebben onze klapstoeltjes opgeklapt en samen met twee Friezen die met hun caravan op de camping staan genieten we van het schouwspel met aansluitend vuurwerk.
Volgende dag 14 juli, Frankrijk ligt plat. We fietsen naar Metz, een makkie in twee uurtjes fietsen tot een mooie camping aan de moezel, waar we ook eerder hebben gestaan. In de stad is het ‘s avonds wel gezellig druk met mensen die lekker een daagje vrij hebben en op de terrasjes neergestreken zijn, we voegen ons bij hen voor een grote Grimbergen en een grote cola-zero.
Volgende dag; we verlaten de moezel om westwaarts richting de Maas te gaan, eindbestemming Verdun. ‘s Morgens regent het een beetje, maar we weten dat het ‘s middags weer op gaat klaren, dus we fietsen door. Een prachtige route langs glooiende velden met goudgeel graan en felgele zonnebloemen, duizenden en duizenden frisse gele zonnen lachen ons toe en we genieten volop. Als een tijdje later de zon gaat schijnen, wordt het nog mooier en we kijken onze ogen uit. Vlak voor Verdun bezoeken we nog even een militaire begraafplaats en rijden daarna onze camping op. Het begint weer wat te spatten, dus we zetten onze spullen neer trekken onze zwemkleren aan en duiken het zwembad in, nat worden we toch. ‘s Avonds heerlijk Indisch gegeten bij een klein afgeladen restaurantje waar we aan een wiebelend tafeltje in een gezellig Frans straatje de meest heerlijke gerechten voorgeschoteld kregen.
Vanaf Verdun gaan we de Maasroute volgen, weer noordwaarts, richting huis, want we zitten op de helft van onze tijd. Zonder al te veel klimmen en dalen op een fietspad langs de Maas stampen, na een uur of 4 fietsen hebben we 100 kilometer gehad. We hebben genoten van de glooiende landschappen. Onderweg piepkleine stille Franse dorpjes, nauwelijks een plek om een bak koffie te doen, laat staan dat er een supermarktje is. Het begint toch een beetje saai te worden, dus we besluiten de Maas te verlaten en België in te duiken. Geen slechte keuze, ook al moeten we een venijnige col over, die ik deels heb moeten lopen omdat tie te steil was om te fietsen zonder achterover te slaan. Zo komen we in een campingrijk gebied aan het riviertje de Semoise, op een bijzondere camping, 20 jaar terug in de tijd. Hier geen fancy campers en quechua tenten, maar jonge alternatieve gezinnen in katoenen tenten en hier en daar zelfs een De Waard tent, zo eentje met 8400 haringen die tegen windkracht 12 kan, waar zie je dat nog? Hier waait een wind van ecologische afbreekbare zeep en herbruikbare katoenen luiers die door bebaarde jonge vaders uitgewassen worden. Wel met powerbanks en IPhones die met grondstoffen en kinderarbeid uit de mijnen van Congo en afgeknepen slavenarbeiders in China gefabriceerd zijn, maar laten we het leuk houden en daar niet over beginnen.
Na een heerlijke nacht slapen pakken we de spullen weer in en fietsen verder. De eigenaresse van de camping vertelde dat het niet goed mogelijk is om langs de Semoise te fietsen, dat zullen we dan nog wel eens zien. Het eerste stuk tot Bouillon gaat prima, wel veel klimmen en dalen, want er loopt niet echt een fietspad pal langs de rivier. In Bouillon trakteren we onszelf op twee stukken taart van de patisserie en onderdrukken onze drang om een groot stuk noga te kopen die ons vanuit de vitrine toelachte. Daarna verder langs de Semoise, vol goede moed na ons eerste redelijk voor spoedige deel. Na enige tijd belanden we op onverhard fietspad, nog even later op mountainbikepad, en nog even later op het mountainbikepad voor de meest geoefende mountainbikers. Met volle bepakking over hobbelige boomstronken, tussen bramen en brandnetels door en steile stukken waar we echt af moeten stappen en samen de fietsen één voor één af moeten laten zakken of op moeten duwen. We naderen ons einddoel en op ongeveer twee kilometer voor onze bestemming komen we ineens op een pad met veel mensen die aan het klimmen en klauteren zijn. Over gladde stenen en rotsen proberen we op de pedalen te blijven zitten en horen regelmatig commentaar als “fietsers, hier!?!?”. En dan uiteindelijk, nog geen kilometer voor de finish, staan we voor een deel van het pad met trappen en ladders, en dat gaat ons echt niet lukken. Verdorie, we moeten toch terug, maar gelukkig is er een stuk terug een mountainbikepad waar we in kunnen slaan om vervolgens met een omweg toch weer op een normale weg te komen.
De route heeft zijn tol geëist, mijn trapper kraakte al een tijdje vervaarlijk, maar nu zit er ook een gekke speling op. Gelukkig zitten we op een asfaltweg, maar ik durf nauwelijks kracht te zetten bij het klimmen en de speling wordt steeds erger. Als we na een klim vrij hoog zitten, zoeken we op googlemaps een fietsenmaker, die blijkt vlak bij te zitten. We zoeven naar beneden en op het adres wat we opgezocht hadden blijkt geen fietsenmaker meer te zitten. De weinig spraakzame man die op het adres aanwezig was, laat ons weten dat de dichtstbijzijnde fietsenmaker 68km verderop zit. Een beetje teleurgesteld zoeken we de dichtstbijzijnde camping, die gelukkig door voornamelijk afdalen te bereiken is en laten ons daarheen glijden, morgen zien we wel weer.
Het is echt een camping met de Franse slag. Wel een super mooi plekkie, glad, mooi gras aan de rivier. Maar een nogal norse eigenaresse, beetje vieze WC’s, uiteraard zonder bril, en ranzige douches die we alleen binnenkomen na ophalen van de sleutel bij de baas en aftikken van €2 pp. Ik haal een pint en we vergeten onze zorgen voor de rest van de dag.
We hebben een plan voor de volgende dag; de volgende redelijke stad is 16km verderop, maar de fietsenmaker die daar zit is volgens Google vandaag gesloten. Volgende optie, een stadje 33km verderop. De route erheen gaat eerst omhoog, dan weer naar beneden en vervolgens redelijk vlak weer langs de Maas. We beginnen de klim, waarbij ik probeer mijn linker trapper zo min mogelijk te belasten, maar alleen het draaien zorgt er al voor dat de speling erop steeds groter wordt. Uiteindelijk lukt het precies om de 8 kilometer met voornamelijk klimmen af te leggen en kloeink, mijn trapper valt van de crank. We proberen em nog vast te wrikken met een poetslap ertussen, maar dat gaat niet werken. Met één trapper moeten we verder. Met tiewraps maak ik mijn slipper vast aan mijn goede trapper, zodat ik ook kan trekken aan mijn trapper om hem überhaupt rond te krijgen en we gaan door, het eerste stuk naar beneden, dus dat is te doen. Als we beneden aankomen wordt het wisselend lopen, geduwd worden door Annemarie of tobben met 1 trapper.
Na enige tijd worden we, in een dorpje, ingehaald door een vriendelijke fietser. Hij vraagt of we in moeilijkheden zijn en we leggen uit wat er aan de hand is. Volgens hem is er in het dorpje een motor/fietsen winkel en hij legt uit waar we moeten zijn. En inderdaad, op een piepklein soort van industrieterreintje achter een deur zonder meer uiterlijke kenmerken van een fietsenzaak dan een stikker van Magura, vinden we een prachtige fietsen/motor zaak, vol met prachtige fietsen, motoren, quads en toebehoren, maar zonder klanten of personeel. Na enige tijd komt er een oud baasje tevoorschijn en we leggen uit wat ons probleem is. Hij gaat op zoek naar een oplossing en komt met een nieuwe crank op de proppen die net iets korter is dan de originele. Hij pakt zijn gereedschap erbij, stiefelt voetje voor voetje naar buiten en gaat op de parkeerplaats op z’n knietjes naast mijn fiets zitten en gaat aan de slag. Na enige tijd verzucht hij dat het niet gaat lukken, de crank kan niet 180 graden ten opzichte van de ander bevestigd worden. Een andere optie heeft hij helaas niet, dus ik moet het ermee doen. Hij bevestigt de boel, ik betaal de hele set van twee cranken, stop er ééntje in m’n tas en we vertrekken. De rest van de reis gaat met twee trappers die niet in een hoek van 180 graden ten opzichte van elkaar staan, maar 45 graden verder. Dat is wel even wennen, voelt een beetje alsof ik in galop fiets; kedoengkedoeng, koedoengkedoeng, maar we kunnen door. We fietsen naar een prachtig campinkje, voor €11 staan we op een lekker plekkie, douches zijn inclusief. We leggen een fles rosé in de vriezer, klappen onze stoeltjes uit en vieren de vakantie.
De volgende etappe volgt de Maasroute, tot vlak boven Dinant. Een dikke 100 kilometer die met scheve trappers toch wel wat spier en rugpijn oplevert. Aan de prachtige, beboste oevers van de Maas staan hier mooie kasteeltjes en grote huizen, afgewisseld met plekjes met gammele stacaravans en houten hokjes die als onderkomen dienen. Vlak voor Dinant, aan de overkant van de Maas, zien we een prachtig kasteelachtig pand staan met grote hekken eromheen en we vragen ons af wat het is, we gokken op een bejaardenhuis voor vermogende ouderen, totdat we onthaald woorden door een schreeuwende, klappende, verwarde oudere dame; het zal wel iets van een psychiatrische instelling zijn.
We zetten ons tentje op, op een mooi plekkie aan de Maas, waar veel vissers staan (sowieso komen we heel veel vissers tegen die hun geluk beproeven in het groene water van deze rivier). Vervolgens trakteren we onszelf op een maaltijd in een Thais restaurant, waar we onszelf tegoed doen aan de meest heerlijke gerechten, en we verlangen weer naar een vakantie in Thailand. Moe, maar volgegeten en voldaan, vallen we in slaap.
De volgende ochtend worden we gewekt door een haan aan de overkant van de Maas. Tijdens ons ontbijt zien we een bijzondere jongen een hond uitlaten aan de overkant, daarbij wilde oerkreten uitslaand en wild gebarend. Blijkbaar is het geen goed teken als je bij Dinant aan de overkant van de Maas woont, maar zit er dan iets niet goed in je bovenkamer.
Vandaag gaan we lekker rustig aan doen. De fietsen naar Namen, waar we de binnenstad bezoeken. We laden onze tassen vol met allerlei lekkere dingetjes en fietsen naar de camping, waar we al eens eerder hebben gestaan. Op een mooi trekkersveldje gooien we onze tassen leeg, en vleien ons in de zon om een uur of 2; lekker een middagje relaxen. Rond etenstijd stallen we onze gescoorde lekkere hapjes om ons heen en genieten van een uitgebreid vakantie-buffet met fruit, salades, stokbroodjes ham en kaas en een couscous-maaltijd, dit alles wordt weggespoeld met een fruitige rosé.
Als we aan ons toetje toegekomen zijn, begint langzaam het trekkersveldje vol te lopen. Om ons heen strijken de volgende mensen neer: Een jonge gozer met een piepklein tentje, die alleen aan het fietsen is. Hij verblijft het grootse deel van de avond in het toiletgebouw, waar stopcontacten en WiFi beschikbaar zijn. Een ouder Frans fiets-stel waarvan de vrouw nogal zuur kijkt en de man voortdurend scheten loopt te laten, ze hebben een wigwamvormige tent die met veel bombarie opgezet wordt. En dan een fantastisch nog ouder Zweeds fietskoppel. Ze lijken een beetje op doorgewinterde fiets-kabouters, en hebben een inieminie Hilleberg tentje. Ze komen pas laat aan en zijn erg moe. Wij zitten nog in onze kort broek en blote bast, maar zij hebben het blijkbaar koud want er worden vele lagen kleren aangetrokken. Een soort van pyjama-kleren, oude wollen truien en bodywarmers die met ducktape aan elkaar hangen. Eerst worden flesjes bier opengetrokken en vervolgens schakelen ze over op de wijn waarna ze zich laven aan een diepe droomloze slaap in hun inieminie tentje die zo klein is, dat de contouren van hun lijven de buitenkant van de tent vormen.
Vandaag hebben we nog één keertje 100+ kilometer voor de boeg, maar de scheve trappers beginnen gelukkig al een beetje te wennen. Het begint met een steile afdaling vanaf de camping en vervolgens passeren we Namen, Hoei (wat nogal rustig is, want het is blijkbaar een nationale feestdag in Belgie), Luik (waar we lekker naar de Mac gaan voor een menu frietjes, kipnuggets, een hamburger en een grote McFlurry) en eindigen een stukje onder Maastricht op een trekkersveldje op een mooie camping aan de Maas. Ook hier hebben we al eens eerder gestaan, en we herinneren ons nog de gezelligheid van de vorige keer. Opnieuw hebben we gezellige buren, een net gepensioneerd stel uit Bergen, noord Holland. We wisselen stoere fietsverhalen uit, waarna zij uit eten gaan en wij ons assortiment lekkere hapjes naar binnen werken.
We slapen heerlijk uit, wachten tot de tent goed droog is, en pakken op ons gemakkie alle spullen in. Een paar kilometertjes fietsen we naar Maastricht, bezoeken nog even het fotomuseum, kopen een paar stukken carrotcake en pakken de trein naar Dordrecht, het zit er weer op.
Reacties
Reacties
Heb weer genoten van jullie reisverhaal. De ontmoetingen/observaties van/ met campinggasten, het pendaalverhaal jongen jongen wat moet dat lastig geweest zijn...kortom weer een héérlijk verhaal.
Tsjonge, wat jullie allemaal niet beleven. Heel leuk om te lezen zeg. Ik heb eens even bedacht hoe je moet fietsen met 1 pedaal. Dat lukt gewoon niet tenzij je inderdaad ook dat ene pedaal weer omhoog trekt zoals racefietsers dat doen. En dat je dan vervolgens bij een fietsenmaker een pedaal krijgt dat weer niet recht tegenover het andere staat. Wat een avonturen allemaal. Nogmaals, met veel plezier heb ik jullie verhaal gelezen.
Reageer
Laat een reactie achter!
- {{ error }}