Dwars door de Balkan Deel 6
01-08
We slapen lekker uit, want we doen twee nachten in Mostar. Vanmorgen hebben we afgesproken voor de walking tour door Mostar. Onze gids is een bebaarde man die geboren en getogen is in deze stad. Hij heeft ons alles verteld over de geschiedenis en bijzonderheden van de stad.
Zo weten we nu dat de springers van de brug bij een verkeerde sprong hun nek kunnen breken, hun blaas kan exploderen, en ze bij een sprong met de benen naar beneden sowieso twee dagen rivierwater poepenā¦
Verder hebben we uitleg gekregen over de complexe conflicten in de Balkanoorlog, waarbij groepen mensen zomaar konden veranderen van de bondgenoot in de vijand en weer terug, met alle bloedvergieten en ellende die hierbij komt. Er is nog steeds veel wantrouwen tussen Kroaten, Serviƫrs en Bosniƫrs. De grenzen die er nu zijn tussen deze landen vallen niet helemaal samen met waar deze groepen mensen precies wonen, dus op een plek waar bijvoorbeeld vooral Kroaten wonen, is ook altijd een deel van de mensen Bosniƫr of Serviƫr en dat geeft, 27 jaar na het stoppen van de oorlog, nog steeds problemen. Onze gids vertelde dat de oorlog wel gestopt is, maar in de harten van veel mensen nog niet afgelopen. Het is zelfs zo dat er in Mostar drie verschillende schoolsystemen zijn; het grootste deel van de vakken is voor ieder gelijk, maar het vak geschiedenis is voor elke groep anders. Wat voor de ene groep oorlogsmisdadigers zijn, zijn in de andere geschiedenisboeken de helden en andersom. En omdat groepen mensen soms nauwelijks met elkaar in contact komen, wordt het begrip over en weer vooralsnog niet kleiner.
Er is een akkoord getekend tussen de verschillende partijen, en er zijn nu drie presidenten (een Servische, Kroatische en Bosnische) die roulerend in perioden van 8 maanden aan de macht zijn, maar omdat beslissingen wel gezamenlijk genomen moeten worden, komt het er in de praktijk op neer dat er vaak geen beslissingen genomen worden.
En daartussendoor lopen de duizenden toeristen, die de stad jaarlijks bezoeken. De conflicten hebben de stad en de bijbehorende activiteiten/industrie vrijwel volledig om zeep geholpen, dus Mostar is voor de inkomsten grotendeels afhankelijk van het toerisme. Wel apart om hier in deze prachtige Unesco werelderfgoed plek rond te lopen, te genieten van de vriendelijkheid van de mensen en lekker uit eten te gaan en te bedenken dat onder de oppervlakte nog zo veel leed en haat broeit.
02-08
We gaan weer met zān tweeĆ«n verder, Marica gaat de andere kant op. Eindbestemming vandaag is Konjic. We fietsen de hele dag langs de Neretva, een helder blauwe rivier. Soms is het rivierdal breed en de bergen glooiend, soms perst de rivier zich door een smalle kloof met woeste grillige bergen eromheen. Op meerdere plekken wordt vis gekweekt, volgens mij zalm en forel, die je dan ook in kleine kraampjes kan kopen. Ook is het hier hot om lam aan het spit te roosteren, we passeren talloze restaurantjes waar de lammetjes met een ijzeren staaf van hun gebit tot de aars vrolijk boven de gloeiende kooltjes hangen rond te draaien en lekker bruin te worden. De meest heerlijke geuren wekken onze eetlust op. We zijn uit Nederland vertrokken als bijna vegetariĆ«r, maar komen terug als carnivoor vrees ikā¦.
Een kilometer of tien voor de eindbestemming kunnen we de roep van het heldere water niet meer negeren. We parkeren de fietsen, shockeren de toeschouwers door onszelf zonder al te veel gedoe in onze zwemkleren te hijsen en duiken het koele water in. Heerlijk om de warmte van het fietsen uit de benen te voelen glijden.
In Konjic bezoeken we de oude stad, Moorse huizen aan de rivier, fraaie minaretten van de moskeeƫn erbovenuit, en op de achtergrond de machtige bergen die er hoog bovenuit torenen.
We hebben voor morgen gereserveerd om te overnachten in Sarajevo, maar de bergen lonken, dus we annuleren de overnachting en reserveren een plek in een berghuis op bijna 1500 hoogtemeters boven ons, aan het einde van een doodlopende weg in het dorp Lukomir, eten nog wat en duiken vroeg ons bed in vol verwachting van wat de tocht ons morgen weer zal brengen.
03-08
We komen ons bed uit als we vanzelf wakker worden, heerlijk uitgerust. Daarna eten we een goed ontbijt en gaan op pad. Het is maar 30 kilometer, waar we wel ongeveer zevenenhalf uur over doen, ook door de stops om fotoās te maken en te rusten.
De uitzichten onderweg zijn machtig mooi, hoe verder we komen, hoe koeler het wordt. De weg begint met asfalt, maar ongeveer halverwege worden het losse stenen. Soms moeten we afstappen omdat het over de losse stenen en grind onvoldoende grip geeft om steil te kunnen klimmen. Dan duwen we de fietsen omhoog tot de weg wat beter of minder steil wordt en stappen we weer op de pedalen.
Dan, na een heerlijke rit, arriveren we bij ons berghuisje waar we welkom worden geheten door de gastheer en -vrouw, waar we de noodzakelijk dingen met handen en voeten kunnen bespreken, maar verder is het door de taalbarriere niet goed mogelijk om een gesprek te voeren. We hebben een knus kamertje met uitzicht over de bergen, douche delen we met de mensen hier.
In het dorpje zijn een stuk of vier huisjes waar het mogelijk is om te overnachten en twee simpele ārestaurantjesā waarvan we er Ć©Ć©ntje verblijden met ons bezoek. Als we vervolgens na het diner terug naar ons huisje lopen, komt de eigenaar ons tegemoet en begint iets te vragen over eten, hij heeft het over frĆ¼hstĆ¼ck. Ik antwoord bevestigend, wijs op de plek waar de meeste mensen een horloge dragen en laat op mijn telefoon een 7 zien, in de hoop dat we om 7 uur kunnen ontbijten. Blijkt de beste man toch iets anders te bedoelen met frĆ¼hstĆ¼ck en dus zitten we om 7 uur aan ons tweede diner; de afgefietste calorieĆ«n zitten er weer aan in ieder gevalā¦.
04-08
Onze volle magen van het dubbele diner maakten de slaap wat onrustig. Maar als we wakker worden schuiven we toch weer aan de tafel voor een stevig ontbijt met ei, brood, kaas, worst en zoetigheden. Daarna nemen we afscheid en verlaten we Lukomir. Eerst weer door de leegte tussen de rotsige glooiende hoogvlakte onverhard een kilometer of 15 stuiteren. Daarna een stukje asfalt, maar dat was maar van korte duur, want opnieuw volgt een belabberd stuk weg, steil naar beneden. Helaas lukt het niet om de fietsen te laten gaan, dus we hebben onze remblokjes aardig gesleten vandaag.
Daarna rijden we een skidorp binnen, waar keihard gebouwd en gewerkt wordt voor het komende seizoen. Hier zijn ook de Olympische winterspelen van ā84 gehouden. Daarna worden we dan eindelijk beloond voor het zwoegen, een spiegelgladde, brede asfaltweg, procentje of 7 naar beneden voor 20 kilometer. We denderen met een gangetje van tussen de 50 en 60 km/u naar beneden, zo Sarajevo in.
Nadat we geĆÆnstalleerd zijn in ons appartementje, bezoeken we de stad. Een mix van aan de ene kan van de stad een westerse sfeer met grote, hoge gebouwen van het kapitalisme. Dan, halverwege de stad, verandert het beeld in het Moorse deel; laagbouw, moskeeĆ«n, kleine restaurantjes en winkeltjes met souvenirs, baklava en waterpijp rokende en Turkse thee drinkende toeristen.
Er zijn hier wel een aantal musea, maar eerlijk gezegd hebben we een beetje genoeg van de oorlog, geschiedenis en de ellende die in deze musea te zien is, dus we houden het bij slenteren door de stad.
05-08
Nog een dag Sarajevo.
Eerst een ludieke stop. De āCanned beefā; een levensgroot blik ingeblikt vlees. Tijdens de belegering van Sarajevo is er voedsel gedropt in de stad voor de lokale bevolking door onder andere de Verenigde Staten. Dit waren echter voornamelijk overblijfselen van de Vietnam oorlog. Wat betekende dat het over datum was en bestond uit veel varkensvlees, terwijl BosniĆ«-Herzegovina een overwegend islamitisch land is. Na de Bosnische oorlog is daarom een ironisch monument geplaatst om aan te geven dat de hulp redelijk mislukt is.
Vervolgens fietsen we naar een uitzichtpunt waar we genieten van het uitzicht over de stad.
Daarna bezoeken de de city hall, een fraai gebouw wat in de oorlog helemaal in puin geschoten is, waar inmiddels met geld vanuit meerdere landen weer helemaal in oorspronkelijke staat teruggebracht. Het gebouw is mooi, er zijn wat kunsttentoonstellingen waar we niet echt warm van worden en een expositie over het JoegoslaviĆ«-tribunaal. De originele bankjes en stoelen, waar de rechters en Mladic, Milosevic, Karadzic en nog een hele zwik aangeklaagden in gezeten hebben, zijn hier te zien. Verder verklaringen en fotoās van mensen die getuigd hebben tijdens de processen. Opnieuw gruwelijke verhalen en beelden waarvan de bewondering voor ons mensen niet echt mee wordt opgewekt.
Om de dag toch een beetje vrolijk af te sluiten hebben we de rest van de dag lekker geluierd en gegeten, morgen fietsen we het er wel weer afā¦..
06-08
Weer lekker een dag fietsen naar Travnik, opnieuw een mooi stadje aan een verkoelende rivier. In de oude stad liggen de flesjes frisdrank van de restaurantjes in de zij-stroompjes lekker koud te blijven.
Verder niet veel anders te melden dan over vergelijkbare stadjes die we al eerder gezien hebben. Wel nog een geinige vertoning terwijl we ons dagelijkse ijsje zaten te eten: een stoet van twee mannen, vier druk gebarende, als pinguĆÆn verklede ultra orthodoxe moslimaās en een klein meisje komen met veel drukdoenerij ook een ijsje kopen. Veel heen en weer geharrewar over of de ijsjes in een bakje of horentje moeten, wat de kosten zijn en dan nog welke smaken gekozen moeten worden. Uiteindelijk staan ze allemaal met een ijsje, maar hoe werk je die naar binnen als het enige wat zichtbaar is onder die klamme lappen je ogen zijn. Nou klep omhoog dus, die natte lange tongen over die bollen ijs en klep weer naar beneden. Best lastig zonder knoeien en dus zitten die zwarte flappen al snel onder de vrolijk gekleurde ijsvlekken, beetje vrolijkheid op de somber zwarte gewaden kan geen kwaad.
07-08
Het duurde even voordat we in slaap vielen in hotel āAbaā. De kamer was best warm, dus we hadden de ramen open gezet, maar daar kwam weer een hoop herrie van de weg vandaan. Uiteindelijk toch we wat uurtjes goed geslapen en weer door.
Langs de rivier omhoog, pas over en aan de andere kant weer langs een andere rivier naar beneden. Het landschap ziet er uit alsof we door Oostenrijk fietsen. En als we stoppen voor een bak koffie komen we ook in een Oostenrijks uitziende stube, van schrik beginnen we Duits te praten, maar dat snappen ze hier ook. Bosniƫ Herzegovina is een land waar je je in het ene stadje in een Turkse stad waant en waar je tien kilometer verderop in het volgende stadje ineens in Oostenrijk zit.
We fietsen vandaag tot Jajce, waar we eerst de waterval bezoeken waar het stadje om bekend is; het water van de Pliva rivier stort zich met geraas in de Vrbas, en dat lokt toeristen om van het schouwspel te genieten. Daarna door naar de camping 5 kilometer verderop. De camping staat aan de Pliva lakes. Voor degenen die weleens bij de Plitvic meren geweest zijn; dit is een soort kleine broer van deze meren. Prachtig blauw water, omgeven door bos, watervallen tussen de meren en houten wandelpaden waar je overheen kunt lopen. Hier zijn alleen niet de drommen met duizenden toeristen die zich verdringen om de mooiste foto te maken, maar enkel tientallen locals die genieten van een verfrissende plons in het koele helder water, dus dat doen wij dan ook maar.
Omdat we op de camping staan, is het ook weer een keer tijd om zelf te koken.
08-08
We worden zoals gewoonlijk wakker met een strakblauwe lucht, maar het weerbericht voorspelt zowaar regen vandaag, wat is dat ook alweer? Vanmorgen hebben we het plan om op het gemakkie het meer rond te fietsen, dus daar beginnen we mee. Tussen de twee meren staan ongeveer twintig kleine watermolentjes, die niet meer functioneren, maar we een fotogenieke setting opleveren. Na een stop vervolgen we de fietsroute om het meer. De ene kant is het allemaal asfalt, maar als we aan het einde van het meer terug fietsen langs de andere kant, draaien we een gravel weg op. We hebben alle tijd, dus rijden zachtjes aan over het gravel terug langs het meer, totdat we weer in Jajce aankomen, precies op het tijdstip dat we trek in koffie met iets zoets krijgen.
ās Middags trekken we de zwemkleren aan, het is nog steeds zonnig en droog, en gaan naar het strandje aan het meer, waar we twee uur liggen te luieren tot de lucht betrekt en in de verte het onweer rommelt
Dwars door de Balkan, Deel 5
24-07
Uitgeslapen tot kwart voor zeven; we hebben vandaag vrij. Anne bezoekt de bakker om een ontbijt bij elkaar te scharrelen en strakjes gaan we verder met onze museumtocht door de stad.
We kijken uit naar een bezoek aan het klooster waar we een blik hopen op te vangen van een stukje hout van het echte kruis en de gemummificeerde rechter hand van Johannes de doper, die hier als relikwie bewaard worden.
Eerst bezoeken we het huis van de oude koning, zān naam is me even ontschoten. Het huis is nog in de staat alsof hij en zijn gezin zo van de ene op de andere dag vertrokken zijn. De kamers met meubels en verdere inrichting zien er nog net zojuist als 100 jaar geleden. Voor die tijd heel mooie meubels uit alle delen van de wereld.
Vervolgens het klooster, waar we helaas die gemummificeerde hand niet te zien hebben gekregen.
25-07
Het voelt echt een beetje alsof we vakantie in onze vakantie hebben, omdat we twee nachten op dezelfde plek hebben geslapen en vandaag richting kust gaan. Eerst nog even een bobbeltje over fietsen en dan zien we ver in de diepte Budva liggen, aan het blauwe water van de Adriatische zee. We laten ons naar beneden denderen over de mooie kronkelende asfaltweg om uiteindelijk in een bedrijvige, toeristische stad aan te komen waar we weer eens de tent opzetten op de camping midden in de stad. Daarna snel zwembroek aan en naar het strand. We weten ternauwernood een parasolletje te bemachtigen en leggen ons te rusten voor de rest van de middag. We staan alleen af en toe op voor een plons in het koele water of een ijsje.
Vanmiddag voor het eerst zelf gekookt, dus ons gasstelletje hebben we niet voor nop meegenomen.
26-07
Weer een heerlijke vakantiedag vandaag. Vanmorgen eerst de oude stad Budva bezocht. De stad doet erg denken aan de oude delen van de Kroatische steden, Dubrovnik, Split enzovoorts, maar dat is niet zo gek want Kroatiƫ begint hier vlakbij.
Na de oude stad zijn we naar het strand gegaan. Budva wordt normaal gesproken overspoeld door Russen en OekraĆÆners in de zomermaanden, maar nu sowieso geen Russen en slechts af en toe een OekraĆÆner, dus het is niet zo druk als normaal in de regio, er zijn voornamelijk Montenegrijnen en ServiĆ«rs. Mensen zijn erg vriendelijk en rustig. Op het strand waren veel groepen jongeren, en waar dat in Nederland een hoop herrie en muziek en gezuip op zal leveren, gaat het er hier kalmpjes aan toe.
Wel zijn (alleen de dames) hier helemaal lijp van op de foto gaan. Ik zal wel een oude zak worden, maar als ik een foto maak, is het onderwerp meestal iets van de omgeving, een mooi gebouw, een mooie waterval, en soms staan Anne of ik er bij. Hier worden er - niet overdreven - uren besteed aan de mooiste pozes. Omstebeurt op de foto; beentje een beetje opgetild, handje in de zij of achter het hoofd, hoofd schuin opzij, duckface met die opgespoten snavel, lief kijken, buik inhouden, tieten vooruit en afdrukken maar en opnieuw en opnieuw en opnieuw en opnieuw. Om vervolgens met een sacherijnig gezicht het resultaat af te moeten keuren, omdat er net iemand de hoek om komt op de achtergrond of de rondingen net niet lekker uitkomen tegen het blauw van de zee.
Na een daagje strand komen we tot de ontdekking dat Ć©Ć©n dag echt het maximum is voor ons. Vroeger konden we een week zo de vakantie doorbrengen, maar na twee nachten op dezelfde plek hebben we het wel gezien en drijft de onrust en drang naar het onbekende ons verder. We zijn dus lekker uitgerust, maar hebben ook zin om morgen weer door te gaan.
27-07
Vanuit Budva over een vrij drukke weg omhoog, bergje over en afdalen naar de baai van Kotor. Eerste stadje wat we aandoen is Tivat. De stad heeft een mooie jachthaven, die door een buitenlandse projectontwikkelaar omgetoverd is voor een speelplaats voor de allerrijksten der aarde. De multimiljoen dollar jachten met 4-5 verdiepingen liggen te wachten op hun eigenaars die met privƩjets ingevlogen worden om het weekend door te brengen on ondertussen de wereld te regeren. We vergapen ons aan de gigantische rijkdom, terwijl we ons meegebracht brood in plakjes snijden en besmeren met de inhoud uit ons potje jam.
Vervolgens verder langs de baai van Kotor, met de ferry oversteken en naar de camping. Het is veel te heet om de tent op te zetten, dus slenteren we naar de baai voor een verkoelende duik.
ās Avonds hebben we afgesproken met Marica, een wereldfietsster, die ongeveer overal al heeft gefietst en ook boeken schrijft en lezingen geeft waarmee ze de kost verdient. Onder het genot van een pizza en een salade wisselen we sterke verhalen en tips uit. Leuk om te ontdekken dat vakantiefietsers toch wel een aantal eigenschappen gemeen hebben met elkaar, die bij de gemiddelde gewone mens best apart overkomen. Zo zijn we bijvoorbeeld als we in de fietsstand staan altijd uit op koopjes. In Nederland koop ik gewoon bij de supermarkt of markt waar ik trek in heb, zonder me druk te maken over wat het kost. Als we op fietsvakantie zijn, hebben we toch een soort van dagbudget in ons hoofd die afhankelijk is van het prijsniveau in het land, we zullen hier gerust een goedkoper restaurantje opzoeken als we zien dat de hoofdgerechten ā¬10 zijn, terwijl je daarvoor in Nederland amper naar de Mac kan. Of als we overnachten, vinden we ā¬35 voor een hotelkamer toch echt wel de max, terwijl je daarvoor in Nederland amper naar de camping kan. Verder hebben we alle drie een soort van onrust in ons lijf, die ons steeds weer op pad laat gaan, Ć©Ć©n, hooguit twee nachten op een plek en het onbekende lonkt weer. Rare jongens en meiden, die fietsers.
28-07
Vandaag gaan we de baai van Kotor rond fietsen, bijna 50 kilometer met het ene na het andere mooie uitzicht. De baai is een soort van fjord, met rondom prachtige mediterrane dorpjes en stadjes. In de stadjes lijkt het of je zo honderden jaren terug in de tijd stapt. Stenen huizen, kerken, palazzi met rode daken, sommige keurig in mooie staat, sommigen half vervallen en overwoekerd met bougainville, wilde vijgen en cipressen.
Aan het einde van de baai ligt de stad Kotor, een prachtige middeleeuwse ommuurde stad, toeristisch, en niet voor niets. Prachtige pleinen, steegjes, kerken en overal kleine souvenierwinkels en restaurantjes. De stad doet niet onder voor een Dubrovnik en de andere steden waar de Venetiaanse geschiedenis de stad gevormd heeft, met het verschil dat je hier gewoon voor ā¬1,20 een koffietje kan doenā¦.
Inmiddels is de zon onder, hebben we ons eten naar binnen gewerkt en begint het gelukkig een beetje af te koelen. Gisteren nacht was het zo warm dat in slaap vallen lastig was. Gelukkig hadden we vannacht een stevige bui die wat verkoeling bracht (en onze nieuwe tent is keurig waterdicht, we hadden niet anders verwacht).
29-07
Een stuk beter geslapen dan gisteren, het was een heldere lucht vannacht, dus het koelde goed af. Om 7:15 fietsen we de camping af. We gaan richting de grens, die - hoe kan het ook anders - bovenop een pas ligt. Klimmen van 0 naar 1000 meter, maar het gaat soepel, de benen zijn uitgerust van onze minivakantie aan de kust.
Bij de grens staat er een gigantische rij met autoās, die we voorbij zoeven (dat hebben we een paar motorrijders ook zien doen, dus we vonden dat wij dat ook mogen) en ritsen vlak voor de passencontrole weer in de rij. Geen boze gezichten, de autoās maken zelfs een plekje voor ons. Uitchecken uit Montenegro met pijn in het hart want we hebben er super mooie dagen gehad. Inchecken in BosniĆ« & Herzegovina, altijd leuk weer een nieuw land.
Het is dus lekker afdalen naar de plaats van bestemming, Trebinje, opnieuw een zeer mooi oud stadje aan de rivier. Hemelsbreed iets van 25km van Dubrovnik vandaan, maar hier niks geen hordes toeristen maar serene rust op de mooie pleintjes naast de oude kerkjes en moskee.
Nu is het het einde van de middag, we hebben de oude stand doorgeslenterd en zitten nu ff af te koelen in de airco van ons huisje.
30-07
Vandaag nauwelijks klimmen, wel 100+ km. We fietsen de Ciro railroad, een oude spoorwegbedding die loopt van Mostar naar Dubrovnik met een aftakking naar Trebinje, waar wij dus opstappen. De route loopt door het dal van de Trbisnjica, die bijzonder dun bevolkt is. We zien nauwelijks mensen langs de route, een enkele keer een verlaten ādorpjeā met tien vervallen huisjes.
Sommige stukken waren wel een uitdaging ivm slecht onverhard wegdek, maar het scheelde dat het nooit steil omhoog ging. Verder een paar keer een vervallen spoorbrug en een lange tunnel die stikdonker was en waar we tussen de opgeschrikte vleermuizen fietsten. Op een gegeven moment konden we bijna niet blijven fietsen omdat we door een dikke laag drapperige vleermuizenpoep moesten. Toen we dat overleefd hadden, fietsten we over een deel van de spoorroute waar links en rechts borden stonden die ons waarschuwden voor onontplofte mijnen, uit de burgeroorlog, dat werd dus even geen plasstop in de bosjes. Best wel moe, maar voldaan van de mooie route komen we aan bij ons appartementje; we hebben onszelf getrakteerd op een heerlijk 3 kamer appartementje waar we lekker zelf kunnen kokkerellen, en heerlijk gaan douchen en slapen.
https://www.herzegovinabike.ba/assets/2020/09/Cirinom-prugom-mapa.pdf
31-07
Vandaag hebben we gezellig samen met Marica verder gefietst, die gisterenavond ook op dezelfde plek heeft overnacht als wij, leuk om elkaar weer tegen te komen en met elkaar verder te gaan. Een korte dag vandaag, ongeveer 40 kilometer naar Mostar. Lekker het ciro-railroad pad vervolgd, dus weinig klimmen. Wel onderweg mooie middeleeuwse stadjes met Moorse huizen en burchten, en mooie uitzichten over de rivier.
Mostar is vooral bekend om de middeleeuwse stenen brug die de oevers van de spectaculaire rivier met elkaar verbindt. Gedurende de burgeroorlog in de eerste helft van de jaren 90 is de stad grotendeels verwoest, inclusief de bruggen en de talloze moskeeƫn. Daarna is de stad weer in volle glorie hersteld. Je waant je echt in de middeleeuwen bij het slenteren door de smalle steegjes met Moorse huizen, moskeeƫn en bruggen, adembenemend mooi.
Toevallig kwamen we de stad binnen op de dag dat de jaarlijkse wedstrijd brugspringen voor stoere mannen gehouden wordt. Drie rondes; eerst recht springen, daarna duiken en daarna vrije sprongen met saltoās waarbij de lefgozers 20 meter naar beneden springen in de snelstromende, ijskoude rivier.
Dwars door de Balkan, deel 4
18-07
Vanuit ons houten bungalowtje in het viersterren Jela natural bergresort schrijf ik dit stukje, we laten em vandaag flink uit ons broek hangen, voor ā¬32 eurietjes weet je allesā¦. De was hangt te drogen op ons balkon met uitzicht over de prachtige bergen.
Vanmorgen weer voor zevenen op de fiets, na een goed zelf bij elkaar gescharreld ontbijt. We gaan de pas over van Kosovo naar Montenegro. Het hoogste punt van de route ligt ruim 1300 meter boven het laagste punt, dus dat is klimmen geblazen. Drieƫnhalf uur in laag verzet omhoog stampen, maar het gaat soepeltjes, de benen beginnen in vorm te komen. Het verhaal begint saai te worden maar weer adembenemend mooie uitzichten over de beboste bergen. Bovenop, op ruim 1800 meter, genieten we van een boterhammetje met hagelslag (we blijven Hollanders) en de koelte. Daarna laten we onze fietsen naar beneden rollen. Geen haarspeldbochten maar vloeiende bochten draaien, heerlijk op volle snelheid.
Dan komen we dus aan bij onze overnachtingsplek, die een wintersportgevoel opwekt. Een houten hotel / restaurant met houten bungalows waarvan we er in eentje voor een nacht onze intrek nemen.
We laten ons bij het avondeten verwennen, heerlijk gegeten in het restaurant wat bij het complex hoort. Super mooi aangekleed restaurant wat geen flater zou slaan in een wintersportgebied in Oostenrijk. IJs en cheesecake ontbreken niet aan het geheel, dus verzadigd rollen we ons bed in.
19-07
Ontbijt is inclusief, dus dat betekent uitslapen; als we zelf ons ontbijt regelen zitten we meestal voor 7 uur op de fiets, maar nu konden we pas om half 8 aanschuiven. We stappen op de fiets en rijden eerst door het dorp, zoān 3 km verderop, maar wel naar beneden, dus daar hadden we gisteren geen zin meer in. Er hang een gezellige sfeer in het dorp en de terrasjes zitten al vol met mensen aan de koffie (wat dat betreft zijn ze er hier vroeg bij).
Gisterenavond hebben we nog wilde plannen verzonnen om de wintersport komende winter hier door te brengen, accomodaties zijn mooi en goedkoop alleen de gebieden niet zo groot. Wel kan je hier allerlei dingen doen zoals sneeuwscooter rijden en zo. In het dorp zit een touristinfo, dus ik stap af om te kijken of ik wat wijzer kan worden. De ambtenaren krijgen de schik van hun leven; als ik binnenstap zit er 12 (eerlijk waar!!) man/vrouw personeel met koffie en/of telefoon, onderuitgezakt me aan te gapen. Het is midden in de zomer, 30 graden en komt er iemand vragen of ze ook info hebben over het skiĆ«n. Er is niemand die fatsoenlijk Engels spreekt, dus er is niemand die fatsoenlijk begrijpt wat ik kom vragen (info over wat er zoal te doen is in het winterseizoen). Het enige woord dat ze begrijpen is āskiā, dus ik krijg een foldertje in mijn hand geduwd met informatie waar je op moet letten als je door de sneeuw gaat lopen met van die tennisrackets aan je voeten, wat hier dus blijkbaar ook kan. Ik doe maar net of dat precies is waar ik naar opzoek ben, glimlach vriendelijk en vertrek; ik zie nog mogelijkheden voor verbetering bij de touristinfo zullen we dan maar zeggen.
We vervolgen onze route, eerst over stille landweggetjes, naaldbossen en dorpjes wisselen elkaar af. Vriendelijk, bijna Duits aandoende landschappen. Daarna nog een stukje langs een drukkere weg, die wat minder relaxed fietst, maar waar de omgeving even mooi is. Na 80K stappen we af bij ons hutje waar we overnachten. We worden door de vriendelijke eigenaar met een rood drankhoofd naar ons hutje begeleid, waar het dagelijkse ritueel van douchen, kleren uitspoelen, een pint drinken, relaxen en de planning voor morgen maken begint.
20-07
We knabbelen wat boterhammen op en laten ons ienieminie huisje achter ons. Vandaag gaat de route door de Tara kloof. Aan weerszijden woeste bergen en rotsen, met daartussen het blauwe kristalheldere water van de Tara. Ongeveer 50 km aan een stuk genieten en af en toe stoppen voor een foto.
We overnachten op de camping bij de brug over de Tara, een brug met mooie bogen, hoog boven de rivier die de ene kant van de canyon met de andere verbindt. Ver beneden ons komen de rafts voorbij, al is de rivier nu niet echt woest, midden in de zomer. Ook kan je ziplinen van de ene kant van het dal naar de andere kant.
Vannacht nog genoten van de sterrenhemel, niet zo spectaculair als Patagoniƫ of de Andaman eilanden, maar wel een goed derde. Duizenden sterren en zelfs de nevels van de Melkweg waren te bewonderen.
21-07
Heerlijk geslapen in onze tent op de camping. Als de zon over de berg komt koekeloeren staan we op en pakken onze spullen in. De tent, waar we nog ziekelijk zuinig op zijn omdat hij nog zo mooi nieuw is, zetten we in het zonnetje zodat de condens van de nacht verdwijnt. Daarna rollen we hem netjes op, vegen de onderkant zelfs schoon en droog, waarbij we onszelf erop betrappen dat we zelfs praten tegen hem. We lachen in onszelf als we bedenken dat de buren misschien bij zichzelf denken ādie mafkezen projecteren hun kinderloosheid niet op een hond of kat die ze als hun kind behandelen, maar op hun tentā.
Maar goed, tent zit dus netjes ingepakt en we gaan via skidorp Zabljak naar Savnik, heerlijk die plaatsnamen hier. Onze benen voelen sterk, na ongeveer 50K en 800 hoogtemeters, het doel voor vandaag, zitten we aan een dubbele portie kippensoep en een bord spaghetti. Het is warm, maar de benen willen nog verder.
We plakken er nog een middag fietsen aan vast en rossen door naar Niksic, alweer zoān lekkere naam, eindstand is 110K en ongeveer 1500 hoogtemeters. We slapen in een appartement van 65 vierkante meter, dus we hebben de ruimte. De eigenaar komt met twee ijskoude blikken bier aanzetten en er staat een schaal met snoepjes, dus we vlijen onszelf met een gelukzalige glimlach op de immense hoekbank neer.
22-07
We hebben zelf ontbijt geregeld, dus vertrekken vroeg. We fietsen naar het Ostrog klooster, een klooster van de Servisch-orthodoxe kerk, gesticht in de 12e eeuw, die hoog tegen de rotsen aan geplakt lijkt, fantastisch hoe die jongens dat gebouwd hebben.
Het is een soort bedevaartsoord voor veel gelovigen die denken dat ze genezing krijgen, of hun gebeden verhoord worden, als ze hier komen. We sluiten aan in de rij om de route door het klooster te lopen, tussen mensen met krukken, zwaar autistische kinderen en andere pelgrims die iets verwachten van dit bezoek, je weet nooit waar het goed voor is. Het schijnt dat zelfs ongelovigen na een bezoek aan deze plek het licht zien en zich bekeren.
Ik zal wel te nuchter zijn, maar zie vooral dat er goed geld verdiend wordt aan souveniertjes (waar ze dan natuurlijk wel deze prachtige plek van onderhouden), H2O is voor mijn gevoel H2O, of het uit de kraan komt of uit een heilige bron, en als uiteindelijk aan het einde van de rij blijkt dat het de bedoeling is dat we het kruis van de kerkvader kussen, maak ik rechtsomkeert. We gaan lekker op het pleintje voor het klooster genieten van de koelte in de schaduw, alle mensen die we voorbij zien komen, het prachtige uitzicht over de vallei, en deze - zelfs voor een nog steeds ongelovige - fantastische en inspirerende plek.
Het is inmiddels ongeveer 12uur, de zon staat loodrecht boven onze hoofden, dus het is het ideale tijdstip om weer op de fiets te stappen, grotendeels naar beneden, naar Podgorica, opnieuw een plaatsnaam die niet misstaat als scheldwoord. Bij aankomst is het kaarsje wel zoān beetje op of uit, of hoe je dat ook zegt, dus we springen lekker onder de douche om de vermoeidheid en de warmte uit onze benen te spoelen.
Om een uur of half zes gaan we nog even de stad in voor een pint, nog steeds dik 35 graden buiten, het koelt nog niet erg af. We strijken neer op een terrasje met ventilators en vernevelaars, waar we, net voordat de zweetdruppels weer ontstaan, af kunnen koelen. Daarna weer bij een leuk restaurant in de oude stad beland en tenslotte tussen de klamme lappen.
23-07
Volle bidons, fietsen opgeladen en we vertrekken. Een redelijk korte dag van iets meer dan 40 kilometertjes naar Cetinje. We laten Podgorica, de hoofdstad en grootste stad van Montenegro achter ons. In Montenegro wonen slechts ruim 600.000 mensen, waarvan ruim 200.000 in Podgorica. De oude stad en het nieuwe centrum met barretjes en restaurantjes waren wel erg gezellig maar verder is het een beetje saaie betonnen stad, die voorheen Titograd (Titostad) heette, vernoemd naar chef Joegoslaviƫ.
Cetinje is de oude koninklijke hoofdstad van Montenegro. Een klein, mooi stadje met een aantal mooie pre-communistische gebouwen en musea. Een ideale plek voor een rustdag, waar we een lekker appartement voor hebben uitgekozen om de benen een daagje rust te geven. Vanmiddag hebben we ons ondergedompeld in de geschiedenis van Montenegro in het historisch museum, en meteen dan maar een museum voor kunst. Vervolgens heerlijk geslapen.
24-07
Uitgeslapen tot kwart voor zeven; we hebben vandaag vrij. Anne bezoekt de bakker om een ontbijt bij elkaar te scharrelen en strakjes gaan we verder met onze museumtocht door de stad.
We kijken uit naar een bezoek aan het klooster waar we een blik hopen op te vangen van een stukje hout van het echte kruis en de gemummificeerde rechter hand van Johannes de doper, die hier als relikwie bewaard worden.
Dwars door de Balkan, deel 3
12-07
Grappig hoe snel gewoonten ontstaan; na twee nachten Tirana is onze gewoonte om smorgens eerst een broodje te halen bij de bakker twee blokken verderop. Vervolgens peuzelen we deze met wat fruit en yoghurt op en stiefelen naar de overburen voor een dubbele espresso. Ook grappig, hoe de verschillende koffiegewoonten zijn per land; we hebben landen gehad waar je standaard koffie met melk krijgt, landen waarbij de vaste koffie zwart met veel suiker is en hier in Albaniƫ is koffie synoniem voor espresso.
We fietsen over de fietspaden, die in Tirana overal zijn, de stad uit. Weinig klimmen vandaag, wel bijna 100 kilometer, waarvan de laatste door de brandende zon wel pittig werden. Het plan is om voor het eerst deze vakantie te gaan kamperen. Helaas bleek bij aankomst de camping de covidcrisis niet overleefd te hebben, maar te koop te staanā¦.. 100 meter verderop staat er bij een hotel ook een bordje camping, dus we gaan vragen of we daar kunnen kamperen; tuurlijk, er is een grasveldje naast het hotel. Als we checken of we dan ook ergens kunnen douchen, blijkt dat dat in Ć©Ć©n van de hotelkamers mag, voor ā¬10,- pp. Ho is, voor ā¬20 euro heb je hier ook een hotelkamer, dus dat gaan deze gierige fiets-Hollanders natuurlijk niet doen.
We fietsen naar een plekje met WiFi, zoeken een ander plekje op booking.com en zitten nu in een prachtige, comfortabele kamer in een gloednieuw hotel. Hier kunnen we lekker het zweet en de vermoeidheid van ons afspoelen en vannacht uitrusten.
Vanavond zijn we nog ff naar het strand gefietst, strandplaats Shengjin. Hier wordt, net als op veel plekken in AlbaniĆ«, volgas gebouwd. Mooie grote luxe hotels schieten als paddestoelen uit de grond, een deel staat nog in de steigers. Daartussen staan nog wat van de oude generatie huizen en hotels, het is een ratjetoe van verschillende bouw, zonder dat daar echt een plan achter lijkt te zitten. Dikke BMWās Mercedessen en landrovers rijden hier rond, het is blijkbaar mogelijk goed geld te verdienen in AlbaniĆ«.
Ik kan me voorstellen dat je als investeerder in vastgoed of als projectontwikkelaar met een beetje lef de komende jaren stinkend rijk kan worden hier.
13-07
Vanmorgen waren we vroeg wakker, dus voor zevenen zaten we op de fiets. We hebben vandaag een mooie route naar Koman. De eerste helft was al mooi, en de weg nog mooi asfalt. De tweede helft hadden we een belabberde weg vol kuilen, maar de omgeving was adembenemend mooi. We fietsen langs de Drini, een kraakheldere blauwe rivier met meerdere waterkrachtcentrales.
Moe, maar vol indrukken komen we na 75km om ongeveer half twee op de camping aan. Eerst een soepie en een pul bier en ff bijkomen van de hobbelweg. We tikken de ā¬8,- voor twee soep, een literpul bier, brood en een campingovernachting af.
We zetten voor het eerst deze vakantie onze nieuwe Hillenberg op. Onze oude tent, die we derde-hands tien jaar geleden hebben gekocht, en waar we alles bij elkaar ongeveer een jaar in hebben gewoond, was nu echt aan vervanging toe, dus we hebben nu precies dezelfde, maar dan gloednieuw ;-). Goed gevoel om weer eens te kamperen, en omdat we aan de rivier staan is het hier gelukkig ook niet zo godsgruwelijk heet dan op andere plekken zonder koud water in de buurt.
Als de tent opgezet is, doen we ff een Wim Hof in het koude water van de Drini. We spreken nog een gezellig stel, vader en zoon, die op de motor aan het rondreizen zijn, we wisselen ervaringen uit over de fantastisch mooie wegen hier. Verbaasd reageren ze als we aangeven ongeveer 60-70 km per dag hier te doen āhoe kan dat nou, jullie hebben helemaal geen gespierde kuitenā; en bedankt hĆØ.
Dan worden we ook nog uitgenodigd door een stel uit TsjechiĆ«. Een super aardige, maar bijzonder uitziende gozer; alle tanden in zān mond zwart en/of half afgebroken, hij is op reis met een mooie dame, die alles voor hem vertaalt, want hij spreekt geen Engels. Als we tzt in TsjechiĆ« komen, mogen we bij hen komen slapenā¦..
14-07
We pakken de droge tent in en rijden de kilometer naar boven, naar de andere kant van de stuwdam, waarvan de boten vertrekken. In het haventje van Koman hangt een heerlijke sfeer van gedoe, heen en weer gesjouw met spullen en mensen en geduw en getrek om zo veel mogelijk mensen en autoās op de kleine veerpont te krijgen. Omdat de meeste autoās hier busjes of campers zijn, gaat dat niet altijd even makkelijk.
Een half uurtje te laat vertrekken we vanaf Koman voor de boottocht die Ć©Ć©n van de hoogtepunten van een vakantie in AlbaniĆ« moet zijn; we worden niet teleurgesteld, we varen door een soort van fjord - deed me erg denken aan Noorwegen - naar Fierze. Azuurblauw helder water en we kijken onze ogen uit naar de omgeving van hoge bergen waar we doorheen varen. Het enige jammere is dat er op sommige plekken, waar de stroming blijkbaar blijft hangen of zo, ontzettend veel plastic in het water drijft, echt zonde. Maar gelukkig is op de meeste plekken alleen maar onbedorven prachtige natuur te zienā¦.
Na een boottocht van 3 uur gaan we op het heetste moment van de dag aan wal en stappen op onze fietsen voor een hoogteverschil van 700 meter, maar omdat de weg op en neer gaat zijn het er wat meer. De omgeving is weer schitterend, door het dal van de Valbona naar het dorpje Valbona waar we overnachten. We zoeken de camping op en uiteindelijk kunnen we om een uur of half zes onze fietsen parkeren.
We mogen ergens op het terrein een plekje zoeken, er staan ook een restaurantje, hutjes en een groot huis met kamers die je kan huren. De boel wordt gerund door twee super vriendelijke jongens die zo veel op elkaar lijken dat we besloten hebben dat het broers zijn. Er stiefelt ook een oude vriendelijke vent over het terrein, gekleed in een zes maten te groot, grijs pak, wat vast in een ver verleden goed paste en chique stond. Van deze oude baas hebben we besloten dat het de vader van de jongens moet zijn.
We mogen douchen in het grote huis, waar we dus heerlijk de warmte van de dag van ons af spoelen. Typische badkamer zoals we die gewend zijn; wc zonder bril, bidet die niet werkt en douchekop op een plek waarbij als je doucht de hele badkamer nat wordt. Ditmaal nog een leuk extraatje omdat de douchekop met leiding vastzit aan de kraan van de wastafel. Als je dus je tanden gepoetst hebt, moet je met de douchekop je mond spoelen en water drinken uit een douchekop gaat ook net wat lastiger dan uit een kraan.
15-07
Heerlijk geslapen, vannacht was het hier heerlijk koel en we kregen zelfs koude voeten in ons tentje. We zijn pas om 7 uur wakker, dus voor ons doen lang uitgeslapen. In het restaurantje worden we verrast met een uitgebreid ontbijt, wat we ons goed laten smaken. Vervolgens vullen we onze bidons in het stroompje achter de tent, waarvan het water gewoon drinkbaar is, en gaan op pad.
Een schitterende wandeling, de berg op klauteren. Totaal ongeveer 5 uur gelopen en van elke meter genoten. De ongerepte bergen, nog wat plukken sneeuw op de hoogste plekken. Tijdens het lopen komt de bioloog weer in me boven. Als we even stilstaan en om ons kijken, zie je zo tientallen soorten planten en insecten. De gigantische bergen geven het gevoel van nietigheid en de diversiteit van de natuur kan alleen maar bewondering opwekken voor waartoe de natuur in staat is als we haar haar gang laten gaan.
Tuurlijk is Nederland ook mooi, maar de ānatuurā van gras, bramen, brandnetels, koeien en varkens voelt toch minder goed aan dan wat we hier zien. En mān bidonnetje vullen in de Merwede lijkt me ook niet zoān goed plan. Ik neem me opnieuw voor om ervoor te zorgen dat mijn belasting voor onze planeet zo klein mogelijk moet zijn. Het vervult me eigenlijk met schaamte dat ik toch elke keer weer die goedkoopste melk en vlees bij de Jumbo koop terwijl ik weet dat ik ermee bijdraag dat we de aarde aan het kapotmaken zijn.
16-07
We nemen nogmaals de kans waar om onszelf een goed ontbijt te laten serveren door de broers, terwijl we onze tent in het zonnetje zetten zodat de condens / dauw op kan lossen. Anne krijgt nog een schouderklopje van pa ter bemoediging en we stappen op de fiets.
Eerst de afdaling langs de Valbona het dal weer uit. Dat gaat makkelijker dat twee dagen geleden andersom, en we kunnen dan ook nog meer genieten van de uitzichten over de bergen en het klaterende, ijskoude riviertje. We zoeven het dal door en hoeven amper te trappen. Onderweg nog een schildpad geholpen die midden op de weg rustig liep te sjokken, we hebben hem even aan de overkant gezet, voordat hij geplet zou worden (we zien hier regelmatig platgereden schildpadden liggen).
Vervolgens maken we onze laatste Leks op bij een minimarktje en twee koffie tussenstops voordat we de grens met Kosovo over steken. We laten de woeste bergen van noord AlbaniĆ« achter ons en Kosovo is ineens meer gloeiend, soort van Duits aandoende omgeving. Blijkbaar is het een goede tijd om te trouwen want we worden twee maal tegemoet gereden door een lange stoet versierde, luid toeterende autoās met in de voorste auto het bruidspaar.
Bij aankomst in Djakovica checken we in, in ons - belabberd gerecenseerde - hotel en zijn niet ontevreden over onze kamer, maar dat zegt misschien meer over onze eisen dan over de kwaliteit van de kamer.
We schuiven aan in een leuk restaurantje, waar we een menukaart onder onze neus krijgen waar we werkelijk geen woord van begrijpen. Gelukkig wordt de jonge keukenhulp, die blijkbaar het best Engels spreekt van al het personeel, op ons afgestuurd voor tekst en uitleg. Allebei bestellen we op hoop van zegen een voor- en hoofdgerecht en we worden niet teleurgesteld; een kaasplank met 4 verschillende kazen, brood met paprikadip, een soort van kipcordonbleu die de vorm heeft van een frikandel en onschuldig uitziende pepertjes in een soort van eimengsel. Voor de pepertjes hadden we gekozen voor de milde versie, maar we hebben in India en Thailand spicy gerechten gehad die minder gemeen uit de hoek kwamen; blussen met brood en water was wel even nodig om van de andere gerechten nog wat te proeven.
17-07
Onze overnachting is inclusief ontbijt, dus stipt 8:00 staan we bij het restaurant van het hotel. We gaan zitten aan een tafeltje en de ober komt naar ons toe en kijkt vragend. Ik zeg dat we hier zijn voor breakfast, en hij begint heel dom te kijken, je verwacht het niet hĆØā¦.. Uiteindelijk wordt er toch een eitje gebakken en brood met koffie maakt het ontbijt af.
We stappen op de fiets voor 20 km naar visoki decani klooster, opgericht rond 1330 door de Servische koning Stefan Uros. Een prachtig kerkje omringd door een tuin en overige gebouwen van het klooster. Het kerkje is vanbinnen helemaal beschilderd met bijbelse taferelen, alsof je een grote kleurplaat binnenstapt. Sinds de oprichting is het complex bewoond geweest door Servisch orthodoxe monniken die in totale isolatie leven van de rest van de gemeenschap hier. De vredige sfeer binnen het complex staat in schril contrast met het feit dat de boel 24-7 bewaakt wordt door KFOR militairen omdat in 2004 nog aangevallen zijn geweest door etnische Albanezen die de ServiĆ«rs liever zien verdwijnenā¦. Overal zien we begraafplaatsen en monumenten voor de omgekomenen van het geweld wat nog redelijk recent is, en in het gebied waar wij doorheen gaan (West Kosovo, langs de grens met AlbaniĆ«) hangt overal de vlag van AlbaniĆ«, je voelt de nationalistische gevoelens hier hangen.
Naar ons toe zijn de mensen hier super vriendelijk, soort van verbaasd en blij dat we Kosovo bezoeken, overal worden we hartelijk welkom geheten. Vanmorgen stopten we bij een bakker voor wat lekkers en koffie, en kregen we te horen dat de rekening betaald werd door een klant die ook de bakkerij bezocht, bij wijze van gastvrijheid en dankbaarheid voor ons bezoek.
Dwars door de Balkan, Deel 2
sāavonds best restaurant in town opgezocht en heerlijk gegeten. Chique toko met plek voor minstens 80 gasten, maar samen met een ander Nederlands stel en 1 local waren we de enige gasten.
Ook nog ff zitten kletsen met de eigenaar van het guesthouse, een gozer van een jaar of 30 die een MBA opleiding deels in Rotterdam heeft doorlopen, geen domme jongen. Vol met ideeĆ«n om zān guesthouse uit te breiden en winkeltje te beginnen en tours te gaan verzorgen. Beetje tegenovergesteld figuur van de eigenaar van een paar dagen terug die voornamelijk in zān tuin lag te slapen en mopperde dat er op een legale manier eigenlijk geen goede boterham te verdienen is in AlbaniĆ«.
04-07
Weer vroeg op, om 6:15 rijden we weg, we hebben een lange dag voor de boeg. Eerste 30 km door het dal van de Vjosa rivier. De laatste ongerepte rivier van Europa. Er waren plannen voor waterkrachtcentrales, maar die zijn door druk van buitenaf (oa Leonardo di Caprio) voorlopig in de spreekwoordelijke ijskast gezet. Natuurlijk mooi als de natuur behouden blijft, maar blijft een beetje belerend dat de āwelvarendeā landen moeilijk doen als AlbaniĆ« wil ontwikkelen, terwijl ze zelf in hun eigen landen alle natuur al lang en breed naar de galemiezen hebben geholpen.
Na 30 km klimmen we een ander dal in, super mooie groene beboste omgeving, wel een taaie klim van ongeveer 15 km.
Moe maar voldaan komen we boven, en schuiven aan bij het eerste de beste restaurant. Anne gaat voor de soep, in waag de gok op gegrild vlees, de foto daarvan krijgen jullie nog wel te zien, maar was anders dan in Nederland zullen we maar zeggenā¦.
Vervolgens nog 42 km voor de boeg, gelukkig zitten we inmiddels wat hoger en wordt het een beetje bewolkt, zodat het niet meer zo achterlijk heet is. Geen kilometer is vlak, het grootste deel omhoog, de rest naar beneden. We hebben drie stops en pp drie liter water nodig om de rit af te leggen. Na acht uur op de fiets komen we aan bij ons hotelletje en springen gelijk onder de douche.
Daarna heerlijk gegeten met naast ons een politieagent in functie die biertjes zat weg te hachelen en terwijl te roken en te knikkebollen. We hoopten stiekem dat hij zān vingers zou branden aan zān sigaretten, maar steeds werd hij op tijd wakker om een smeulende peuk tegen zān vingers te voorkomen.
05-07
Het idee was vandaag de 41 km van Ersekƫ naar KorƧƫ te fietsen. Die hadden we om 9 uur achter de kiezen en zaten dus al vroeg aan de dubbele espresso op de plaats van bestemming. Aangekomen bij onze slaapplek bleek er een dubbele boeking te zijn van onze kamer. De eigenaar probeerde ons duidelijk te maken dat het de schuld van zijn vrouw of van booking.com of van wie dan ook was, maar in ieder geval niet van hem en bood ons aan dat we morgen konden komen slapen, maar daar hebben we niet zo veel aan.
KorƧƫ is zo ongeveer het leukste stadje wat we tot nu toe tegengekomen zijn, een erg gezellig centrum en een nog gezelligere oude bazar met tientallen kroegjes en restaurantjes waar het al een drukte van belang was. We hebben een paar uurtjes door de stad geslenterd en zijn toen toch maar weer op de fiets gestapt voor nog eens zoān stukje fietsen tot Pogradec, waar we nu zitten. Al met al een fietsroute die goed te doen was, klimmen viel mee. Een groot deel door een brede vallei met veel fruitbomen en allerlei gewassen.
06-07
Vannacht niet helemaal lekker geslapen omdat het op de kamer een graadje of 30 was, maar toch vroeg op. Met gevaar voor eigen leven proberen we in de gezamenlijke keuken water aan de kook te brengen op een kookstel die eruit ziet alsof hij elk moment kan ontploffen, maar het gaat gelukkig goed.
Daarna naar de grens met Noord Macedoniƫ. We rijden langs de kust van het Ohridmeer, door de groene bossen. Weer ouderwets door de uitgaande en inkomende douanes met een stukje niemandsland ertussen. Een korte blik in onze paspoorten is voldoende om doorgelaten te worden.
Een paar km verderop zijn we een van de eerste bezoekers van de dag bij een soort van klooster met een oud kerkje. In het complex ook mooie tuinen, waterbronnen en loslopende pauwen. Een oud baasje spreekt ons aan om eea uit te leggen. Ik zeg hem dat het hier beautiful is en hij antwoord: āno, you beautiful, church is very old, you youngā; mn dag kan niet meer stuk.
Ineens krijgen we trek, ik om de een of andere onverklaarbare reden in een omelet en melk. Gelukkig kunnen we die een halfuurtje verderop langs de kant van de weg in een gezellig kustplaatsje krijgen.
Weer even verderop staan we even van het uitzicht te genieten en spreken we een Nederlands stel die op de motor aan rondtrekken is. 50 jaar getrouwd, zij al 50 jaar achterop en toen de twee kinderen nog klein waren, die in de zijspan. We wisselen wat tips en en rijden het laatste stukje naar Ohrid, waar we weer allervriendelijkst onthaald worden met een bak koffie en twee nachten zullen blijven in een mooi kamertje.
07-07
Vandaag hebben we de hele dag de tijd om Ohrid te verkennen. De oude stad met burcht zijn op een soort van uitstekende heuvel in het meer van Ohrid gebouwd, een schitterende locatie, uitkijkend over het helder blauwe water van het meer.
Nadat Anne een ontbijtje bij elkaar heeft gescharreld en ik mijn baard van 8 dagen te grazen heb genomen, gaan we op pad. Het is nog stil in de oude stad als we de kronkelende straatjes volgen, de heuvel op. We pakken ff een oude papiermaker mee waar we de kunst van het papier maken en boekdrukken uitgelegd krijgen. We vervolgen ons pad en na een stop voor twee heerlijke, maar toeristisch geprijsde koffie, komen we bij de burcht bovenop de heuvel. We genieten van het uitzicht en gaan op weg naar het volgende hoogtepunt die aan de andere kant van de heuvel moet zijn: het kerkje van Sveti Jovan at Kaneo, waarschijnlijk het meest gefotografeerde kerkje van Noord Macedoniƫ. We willen natuurlijk ook een foto schieten.
We zien een mooi kerkje opdoemen, al verbaast het me dat die mooie diepgroene cypres die voor de fotoās zo mooi contrasteert met het roodstenen kerkje en diepblauwe meer, omgezaagd is. Nietsvermoedend tikken we het entreegeld af en gaan het terrein van het kerkje op, waar ook allemaal soort van opgravingen zijn waarover in de Loneley Planet met geen woord over werd gerept. We schieten onze fotoās op deze mooie plek, maar het blijkt lastig te zijn om het kerkje met de zee op de foto te zetten en dan ontbreekt die groene boom ook nog eens.
Na een half uurtje verlaten we het terrein en lopen twee minuten verder door de smalle straatjes, en asjemenou, daar is het goede kerkje; het staat daar te staan, met prachtig blauw meer op de achtergrond, omringd door de diepgroene cipressen en andere bomen, klaar om gevangen de worden door onze lenzen, wat we dan ook maar doen.
Tussen de middag eten we onze boterhammetjes en gaan daarna relaxen op het kiezeltjesstrandje in het oude vissersgedeelte van de oude stad. Als het te warm wordt, duiken we het heldere water in en als het te koud wordt, leggen we onszelf in de zonnestralen te drogen. s āAvonds maken we ons laatste Noord Macedonische geld op en peuzelen wat lekkere groente, fruit en nootjes op, op ons balkonnetje, waarna we in een heerlijke slaap duiken tot de avonturen de volgende dag weer beginnen waar ze vandaag opgehouden zijnā¦..
08-07
We laten Ohrid achter ons, weersvooruitzichten voorspellen veel regen vandaag, maar vooralsnog schijnt de zon gewoon. Eerst moeten we een stukje rondom het meer, waar we de vallei gaan verlaten, dus dat wordt eerst een goeie klim. Op het hoogste punt van vandaag bevindt zich de grens, we gaan weer terug Albaniƫ in. Dan volgt een fantastisch stuk fietsen; over 60 kilometer fietsen ongeveer 1 kilometer dalen, aan het begin steil naar beneden, maar daarna vloeiend langs de rivier, dus dat was een makkie.
Ik ben nog wat boodschapjes wezen doen, heb een pintje gedronken bij de plaatselijke bar en heb even geprobeerd te achterhalen waar morgen de bus naar Berat vertrekt, want daar willen we heengaan. Voor de verandering dus weer eens een daagje bussen.
09-07
We doen een beetje op het gemakkie. Vanmorgen ben ik naar het ethnologie museum geweest, een oud huis waarin allerlei voorwerpen te zien waren in de originele kamers van het huis. Oa voorwerpen die werden gebruikt voor houtbewerking, metaalbewerking, kledingmakerijen enz. Vanmiddag ben ik naar Tirana geweest met de bus, ff rondje door de stad banjeren en vervolgens weer terug in een propvolle bus, met zān drieĆ«n op een tweepersoonsbankje dus ik was wat stijf toen ik drie kwartier later de bus weer kan verlaten.
10-07
Vandaag gaan we naar Tirana. Over de snelweg, door de tunnel, is niet mogelijk op de fiets. We gaan over de oude weg, die over een pas moet. We stoppen regelmatig om op adem te komen en te genieten van de uitzichten. Uiteindelijk sjezen we de stad in waar we gelijk van de gelegenheid gebruik maken om een soepje en pasta naar binnen te werken.
Vanmiddag ben ik in BunkāArt2 geweest, een bunker uit de tijd van het communistische regime, morgen bezoeken we BunkāArt1, dus daarover dan meer. We sloten de dag af met een bezoek aan een Mexicaans restaurant, waar we typisch Mexicaans hebben gegeten: kippensoep en cesarsalade.
11-07
Vanmorgen hebben we ons ondergedompeld in de (deels zeer duistere) geschiedenis van AlbaniĆ« met een bezoek aan het bunkercomplex van BunkāArt1. Even een korte geschiedenisles;
Na deel uit te maken van het Romeinse rijk, Byzantijnse rijk en ottomaanse rijk, werden de Turken er in 1912 definitief uitgeknikkerd en werd Albaniƫ onafhankelijk. Toen brak WWI uit en zijn delen van het land gecontroleerd door Griekenland, Serviƫ, Frankrijk, Italiƫ en Oostenrijk-Hongarije.
Bij het uitbreken van WWII nam Mussolini de scepter over, hij capituleerde in 1943, waarna de Duitsers het overnamen. Toen WWII ten einde kwam werd de wereld verdeeld tussen west (olv America) en oost (olv Rusland). De gevolgen van deze verdeling en de spanningen daarna hebben we in eerdere vakanties gezien in oa Laos, Cambodja, Colombia en midden Amerika en zijn nu weer actueler dan ooit.
Albaniƫ kwam onder bewind van de communistische partij onder leiding van Enver Hoxha. Hij zorgde voor een ongekende opbouw van gezondheidszorg, infrastructuur, onderwijs, landbouw en emancipatie en zorgde dat malaria geteisterde moerassen gedraineerd werden (met dwangarbeiders waarvoor zijn tegenstanders gebruikt werden).
Hoxha was vriend en bewonderaar van Stalin, en was bondgenoot met de USSR. Stalin ging dood in 1953, waarna in 1960 het bondgenootschap met de USSR tot een einde kwam, omdat er in de USSR kritiek kwam op Stalin. Albaniƫ ging zich richten op bondgenoot Mao, China. Nadat Mao in 1976 doodging en er hervormingen in China kwamen, werden de banden met China ook verbroken en kwam Albaniƫ volledig alleen te staan.
Hoxha werd steeds meer paranoĆÆde en hoe langer hoe meer werd alles en iedereen gecontroleerd door de geheime dienst, de segurimi. Alle tegenstanders verdwenen voorgoed op een plaats waar de zon nooit schijnt, of erger. Overal werden mensen gecontroleerd, afgeluisterd en in de gaten gehouden, niemand kon meer iemand vertrouwen, want voor hetzelfde geld was die aardige buurvrouw een geheim agent die je aangaf als je iets verkeerd zei. Hoxha liet in Tirana een gigantisch 5 verdiepingen tellend, nucleair en gifgasbestendig bunkercomplex bouwen (waar we dus vandaag zijn geweest). Verder heeft hij in het land 173.000 kleine ronde bunkertjes laten bouwen, die je nog overal ziet staan. De ondoordringbaarheid van de bunkers liet Hoxha testen door het gezin van de architect op te sluiten in een bunker en deze te onderwerpen aan heftige beschietingen; de bunkers deden hun werk goed. Hoxha ging dood in 1985 en het compleet geĆÆsoleerde land ging wat open. Na de val van de muur en opstanden, kwam er in 1992 definitief een einde aan het communistische bewind.
Albaniƫ sloeg om naar een compleet ongereguleerde vrije markt voor iedereen met gevolg een immense opleving van maffia en smokkel. Menig gestolen Mercedes verdween vanuit West-Europa naar Albaniƫ en het land werd een kruispunt in illegale immigratie. In 1996 verloor 70% van de Albaniƫrs zijn spaargeld toen een gigantisch pyramide-investeringsprogramma instortte. Tenslotte kwam er een vluchtelingencrisis toen er 465.000 mensen uit Kosovo door de oorlog naar Albaniƫ vluchtten. Sindsdien is het land langzaam aan het opkrabbelen.
Een beetje moedeloos van alle ellende die te zien was in het bunkercomplex en omdat het lijkt alsof we niets geleerd hebben van de geschiedenis (ook nu is er nog oorlog in OekraĆÆne, uitbreiding van totalitaire regimeās, onderdrukking van persvrijheid, vluchtelingen, mensen die zonder moeite te doen en iets wezenlijks bij te dragen aan de samenleving vanuit hun luie stoel rijk kunnen worden door investeren in cryptovaluta/piramidespelen en het blind volgen van de hardst gillende leiders en verachten van de wetenschap) kwam ik naar buiten.
Maar laten we het vrolijk houden, we hebben tenslotte vakantie. We kopen een dubbele espresso met iets lekkers erbij. Daarna een heerlijke meloen, blauwe bessen en druiven, wij hebben onze lunch, de rest van de wereld zoekt het maar uitā¦..
Dwars door de Balkan deel 1
28-06
De vakantie gaat beginnen!! De meeste spullen waren gisteren al gepakt, vandaag proppen we de laatste dingen in de tassen. We hebben zitten te dubben of we de kampeerspullen mee gaan nemen, en uiteindelijk is het antwoord ja. Scheelt wel ongeveer het dubbele aan bagage, maar wie weet wat voor mooie campings we tegen gaan komenā¦.
Klokslag 11 uur draaien we de deur op slot en fietsen we weg. 12:30 staan we op Rotterdam airport onze fietsen te demonteren en in te pakken in bubbeltjesplastic, krimpfolie en een soort van oversized pyjamabroek. Een paar uurtjes later staan we op Corfu de omgekeerde bezigheden uit te voeren en kan de vakantie echt beginnen. Hoe heerlijk is het om weer de vrijheid tegemoet te gaan! Met zo min mogelijk bezittingen en zo min mogelijk planning ben ik toch het meest in mān element.
We bellen de eigenaar van ons hotelletje op dat we er over een uurtje zijn, doen onderweg een pitabroodje en laten de warme deken van Griekenland over ons heenkomen.
29-06
Lekker uitgerust. Op ons balkonnetje, met uitzicht over de groene toppen van Corfu, doen we ons ontbijt. Vervolgens zijn we naar de haven gefietst en hebben we tickets voor de boot naar Albaniƫ gekocht. De oude vertrouwde manier van het goede loketje zoeken, naar binnen gelokt worden door de verkopers, die je zo snel mogelijk een ticket willen verkopen, voordat je dat bij de buren kan doen.
Gewapend met de kaartjes voor de boot van morgen fietsen we door Corfu-stad, waar we een bak koffie doen. Vervolgens naar het hotelletje waar Anne nog wat kan werken om alles goed over te dragen aan de collegaās.
In de middag hebben we lekker op de kleine steentjes van het strandje gelegen, kraakhelderblauw water om af te koelen.
30-06
Opstaan, spullen pakken, afscheid nemen van de gastvrouw; beladen met abrikozen die hier uit de boom geschud kunnen worden.
Vanmorgen dus naar de ferry gefietst. We hebben de speedboat naar Sarandƫ, die wel bijna een uur te laat vertrok, maar we hebben tenslotte vakantie dus geen stress. Aangekomen in Sarandƫ zijn we eerst naar ons appartementje gefietst. Was ff zoeken, maar we hebben het goede adres gevonden.
De super aardige gastvrouw sprak maar Ć©Ć©n woord Engels en wij geen woord Albanees, dus communiceren ging niet echt makkelijk. Met handen en voeten hebben we proberen te zeggen dat het een erg mooi appartementje is. Ze sprak voor ons Ć©Ć©n verstaanbaar woord: beer. En laat dat nou net het woord zijn dat me op dit moment ook het meest belangrijk lijkt. Een minuut later krijg ik twee koude blikjes bier in mān handen geduwd. Eerste indruk in AlbaniĆ« is er eentje van gastvrijheidā¦..
Na even uitpuffen hebben we onze zwemspullen gepakt en zijn naar het strand gereden. Hetzelfde kraakheldere blauwe water van de overkant, behaaglijk temperatuurtje. Vervolgens even bij de minisuper wezen vragen tot hoe laat ze open zijn. Mevrouw de baas kijkt me aan en glimlacht. Met hulp van een jochie van een jaar of tien, die beter Engels spreekt dan de rest van de volwassenen bij elkaar, krijgen we te horen dat ze tot 2-3 uur vannacht open zijn; heerlijk om weer in een land te zijn waar je midden in de nacht boodschappen kan doen en op zondagavond naar de kapper kunt gaan, gewoon omdat het kan.
Daarna op naar een eetplekje, een super cesarsalad, bord gegrilde groenten, twee flesjes water en twee koffie, ā¬8,-. Vorige week in Noorwegen kocht je daar 1 biertje van op het terras. Om de dag af te sluiten, hebben we een half uurtje gesport en zijn we vervolgens volgepropt met abrikozen en komkommers uit eigen tuin. Er staan hier vijgen, komkommers, abrikozen, druiven, granaatappels, aubergines en nog veel meer.
01-07
Voor ons gevoel gaat het nu echt beginnen, we fietsen vandaag naar GjirokƤster. Eerst een mooie klim, met tussenstop the blue eye; fantastische plek waar kraakblauw water omhoog komt uit een diepe bron, daaromheen groenig water door de planten die er groeien, zodat het echt op een soort van oog lijkt. We zijn er net voor de drukte en gelukkig voor de grootste hitte.
Vervolgens verder klimmen, een metertje of 400, met een korte cola-tussenstop in inimini winkeltje waar we waarschijnlijk de enige twee gasten van de dag zijn.
Daarna een heerlijke afdaling naar het dal van GjirokƤster, waar het inmiddels meer dan 35 graden is, het is midden op de dag. 20 kilometer verder is het stadje GjirokƤster, huisjes tegen de hellingen aangeplakt met daarbovenuit een groot kasteel. Gelukkig worden we er niet door verrast, we hadden er al rekening mee gehouden; we sleuren onze fietsen nog 200 meter omhoog naar ons hotelletje, onder de verzengende hitte in de moordende zon. Net voordat we neervallen ten gevolge van een zonnesteek arriveren we en vluchten even de airco in om onszelf op te laden.
Als we een beetje bijgekomen zijn bezoeken we het kasteel, vlak boven ons hotelletje. We eten een happie (gekruide rijstballen, tomaatballen en gegrilde groenten) in een klein familierestaurantje waar de dochter des huizes zorgt dat we verstaanbaar zijn voor de baas.
ās Avonds nog ff zitten kletsen met de eigenaar van de kamer waar we slapen. Ik kom erachter dat er 2,7 miljoen mensen in AlbaniĆ« wonen, en sommigen wat gefrustreerd zijn dat ze zoveel armer zijn dan de rest van Europa. In de tijd van Hoxha, die tot zijn dood in 1985 het communistische land regeerde, en van AlbaniĆ« een compleet geĆÆsoleerd land maakte, waren de mensen ook arm, maar iedereen had werk en te eten. Omdat het zo geĆÆsoleerd was, wisten de mensen niet beter.
Nu is er ook armoede, maar mensen zien in buurlanden en op tv en via toeristen dat elders in Europa er veel meer rijkdom is. Het is lastig om als Albanees deze rijkdom op te bouwen, tenzij je bv in de (drugs)criminaliteit of andere louche praktijken gaat.
02-07
We stappen na een goed ontbijt op de fiets om half 9, het is nog koel, dus de eerste kilometers gaan makkelijk. Na een stop bij de waterbronnen van Tepelena en een etensstop waar we bij een alleraardigst vrouwtje een maaltijd naar binnen schuiven (kan hier prima om 11 uur smorgens), komen we aan in Permet. Ook hier hebben we een heerlijk kamertje en worden we onthaald met raki, waarvan je niet teveel moet drinken in deze hitte na een fietstocht.
In Permet wordt er hard gewerkt aan het stadje en infrastructuur. We hebben met smaak zitten kijken hoe er een fietspad aangelegd wordt: keurig glad asfalt, alleen een beetje jammer dat je bij elke zijstraat stoepje op stoepje af moet, dat het fietspad steeds verspringt en dat het te smal is om te kunnen passeren maar dat er maar plek is aan Ć©Ć©n kant van de weg, zodat tegenliggers alsnog over de weg moeten. Ik vrees dat er weinig gefietst gaat worden, maar de goede wil van de ambtenaren achter de tekentafel is er in ieder geval.
03-07
Vanmorgen de wekker op half zes om de warmte en drukte voor te zijn. We rijden een km of 12 naar een prachtige plek met thermale baden en canyons. Als we aankomen is er nog niemand en we starten de wandeling naar een fantastisch uitkijkpunt onder de steile afgronden in twee canyons. Zelf durf ik niet zo dichtbij het randje, dus Anne heeft de mooiste film kunnen maken. We zouden eigenlijk een drone moeten hebben (Jelle!!).
De wandeling terug is ook weer prachtig en als we terug zijn duiken we de warmwaterbronnen in, die niet zo heel warm aanvoelen wat de buitentemperatuur is inmiddels rond de 30. Het is een drukte van belang met locals die genieten van het geneeskrachtige water en de moddermaskers. We mengen ons ertussen en het mooie (vergeleken met bv India en zuid Amerika) is dat we hier niet zo opvallen door hoe we eruit zien.
Na ruim een uur badderen fietsen we naar huis, scoren nog wat koffie en fruit onderweg, dus kunnen aan een heerlijke lunch op ons schaduwterras beginnen.
Samen met Stef in Noorwegen
Eindelijk, na veel te lang komen de nieuwe avonturen; om te beginnen 5 dagen met Stef in Noorwegen op pad geweest.
17 juni was het zo ver. Na twee jaar onze plannen verzet te hebben door die pokke corona, is het ervan gekomen. Martine bracht ons weg naar Schiphol. Omdat we alleen handbagage hadden en al ingecheckt waren, zaten we een half uurtje na binnenkomst al vlakbij de gate aan een veel te dure taxvrije cappuccino. Wat nou chaos, wachtrijen en geannuleerde vluchten, als een soepele machine zoefden we overal doorheen.
Een snelle vlucht naar Oslo waar we maar eens beginnen met relaxen aan de haven, heerlijk weer, dus genieten. We slenteren wat door de stad en al lachend en jolig pratend komen we een apart standbeeld tegen; luid lachend en wijzend is het van ākijk wat een gek standbeeld met rare hoofdenā en we zien de naam van het beeld: de pillar of shame. Dit blijkt een standbeeld voor een slachtpartij op het plein van de hemelse vrede in China te zijn, hoe gĆŖnant en ongepastā¦.. we druipen rustig af, en de rest van de vakantie is The Pillar Of Shame ons motto voor alle gekke en gĆŖnante dingen die we meemaken. We kopen wat worstjes en groente en flansen een maaltijd in elkaar in het appartementje waar we voor 1 nachtje ingetrokken zijn.
18 juni vroeg op. We lopen naar het station, waar we volgens Google 7 minuten lopen vandaan zitten. We hebben ruim 25 minuten, dus ruim op tijd, denken we. Er zijn stukken van het looppad afgezet, dus we zijn al wat later bij het station. super groot station, en we kunnen aan deze kant geen ingang vinden. In alle stress is het rennen en zoeken naar de loopbrug die ons aan de andere kant kan brengen. Hijgend en zweten staan we net op tijd op het perron voor onze trein naar Myrdal. De Bergenbaan is zoān beetje de mooiste treinrit ter wereld en we genieten van de uitzichten. In Myrdal stappen we uit en stappen op onze gehuurde fietsen om de afdaling te maken naar FlĆ„m. Langs rivieren, 1000 watervallen, bossen, besneeuwde toppen. Door regen, hagel, zon en alles daartussenin sjezen we over de begravelde haarspeldbochten naar beneden. Modderig, nat en voldaan komen we beneden.
19 juni gaan we met een snelle boot het fjord op, onder de bezielende begeleiding van Markus. Hij vertelt ons alles over wat we tegenkomen; dorpjes, geiten, weer 1000 watervallen en legendes. De regen en de wind proberen ons onderkoeld te krijgen, maar gelukkig zitten we dik ingepakt in waterdichte pakken met muts en skibril opā¦. na 2,5 uur stappen we weer aan wal. Het weer klaart op, lopen nog een wandeling en gewapend met chips en bier genieten we van ons plekje op het balkon van ons hutje.
20 juni pakken we het mooiste deel van de treinrit: de FlĆ„mbaan, met de trein het omgekeerde stuk van onze fietstocht van twee dagen terug. Met open mond zitten we te kijken naar de uitzichten die voorbij trekken. We proberen het te vangen in de fotoās, maar dat wil niet helemaal lukken. De rit gaat verder naar Bergen, waar we twee nachten in het Ć¼berchique Bergen Bors hotel slapen. In onze outdoorkloffies gaan we over de rode loper naar binnen en checken in in onze fantastische kamer. Een riante fauteuil en een lekkere vensterbank met uitzicht over de haven worden onze favoriete plek.
We twijfelen of we gaan voor het 12 gangen diner in het michelinsterren restaurant van het hotel (ā¬185pp, excl drank) maar uiteindelijk halen we onze maaltijd bij de supermarkt; de inmiddels vertrouwde zak chips en halve liters bierā¦. Pillar Of Shame waardig, maar daarom niet minder lekker.
De dag erna is het minder goed weer dus we stiefelen wat door de kleine straatjes rondom de haven, maken wat geinige fotoās met ijsberen, schapenvachten en vossenhuiden in de touristenwinkeltjes en sluiten de middag af met een maaltje verse vis op de vismarkt; de zalm en zeeduivel zijn nooit ergens zo lekker geweest als daarā¦.
22 juni staan we op en slenteren we naar ons ontbijtbuffet. In de gigantisch mooie eetzaal met frescoās en houtsnijwerk scharrelen we de heerlijkste gerechten bij elkaar. Na afloop nemen we innig afscheid van onze gastvrouw die denkt dat we uit Ierland komen, Joost mag weten waarom. We vertellen dat āwe slept like oxesā En vertrekken. Hopelijk houdt de grootgeneusde vriendelijk dame net zulke goede herinneringen over aan het gaykoppel uit Ierland als wij aan haarā¦ā¦
India deel 8 puducherry - havelock - chennai
3 maart
Het hotel viel een beetje tegen, maar gelukkig hadden we snel alle muggen doodgeslagen, dus hebben heerlijk geslapen. Eerst lekker door de stad gebanjerd. Het oude centrum is Frans- koloniaal, dat is goed te zien aan de talloze prachtige oude pandjes die hier staan, overal wordt verbouwd en opgeknapt aan de nu al mooie binnenstad.
We bezoeken het museum doen wat inkopen, drinken een goede bak koffie voor de prijs waar we normaalgesproken twee maaltijden voor hebben en vertrekken naar een ander hotel. Daar hebben we een heerlijk zwembadje waar we dan ook de middag verder doorbrengen met koekenbakken.
4 maart
Vanmorgen gaan we een kookworkshop doen. Eerst werken we twee ontbijten naar binnen met uitzicht op de zee. Hier komt de zon op uit in plaats van dat hij ondergaat in de zee, we zitten aan de oostkust.
Stipt tien uur zijn we op de plek waar we gaan koken. We worden welkom geheten door een superaardig vrouwtje waarvan ik de naam ben vergeten. Zij gaat ons Indiaas leren koken en we hebben geluk want vandaag zijn wij de enige twee deelnemers. Met de tuktuk gaan we eerst naar de markt inkopen doen. Overal krijgen we uitleg en overal moeten we fotoās maken van alle kraampjes, marktkooplui en koopwaar, dus dat doen we braaf.
Met onze buit gaan we naar de keuken, waar we vier gerechten gaan maken: sambar (een soort linzencurriesaus) die je hier overal bij krijgt, een wittekool gerecht, paneerbuttermasala (de saus van butterchicken, maar dan met hele jonge kaas ipv kip erin, en carrothalwa (een toetje met peen). Het gaat allemaal best snel, de kruiden vliegen ons om de oren maar het resultaat is de zaligste buttermasalasaus die we ooit ophebben, hopelijk kunnen we die in Nederland nogmaals reproduceren. Het leuke van een kookworkshop is, dat je ook veel tijd hebt om met een local te kletsen die goed Engels spreekt. Zonder problemen komen we alles te weten over gewoonten en bijzonderheden van haar leven in India.
Na het verorberen van ons zelfgemaakte feestmaal gaan we een heerlijke bak koffie doen en weer richting ons zwembadje
5 maart
Weer een relaxte dag voor de boeg met als eerste op het programma Auroville. Dit is een soort gemeenschap van idealisten die een geldvrije, religievrije woonplek willen creƫren waar iedereen samenwerkt en in vrede met elkaar samenleeft. Er wonen 2400 mensen uit landen van over de hele wereld. Een van de speerpunten is goed onderwijs voor iedereen en je hele leven blijven ontwikkelen en leren. Ze zetten ook allerlei projecten in de omgeving op mbt onderwijs, duurzame energie, afvalverwerking, verantwoorde landbouw enz zodat de mensen uit de omgeving er ook bij gebaat zijn. Het letterlijke centum van de gemeenschap is een supergrote banyanboom met daar omheen mooie tuinen en een soort van gebouw wat dient om tot rust te kunnen komen. Leuk om eens op googlemaps te kijken naar de plattegrond van de gemeenschap en dan met name het centrale gebouw. Wel indrukwekkend wat ze uit de grond gestampt hebben.
Vervolgens weer ff lekker aan ons zwembadje en naar de stad voor een pizzaatje.
6 maart
Met de wind in de rug de ruim 90 kilometer naar mahabalipuram gewaaid. Een erg relaxed kustplaatsje waar we allereerst de tempels en afbeeldingen bezocht hebben die uit de granieten rotsen zijn gehouwen. Die dingen zijn zoān beetje 1400 jaar oud, maar omdat graniet zo hard is, nog zo goed als nieuw. Bizar om te zien wat een werk ze gehad moeten hebben om al die ruimten en afbeeldingen uit het keiharde graniet te beitelen.
Dit dorp is nog steeds het dorp van de steenhouwers. Als ik wat meer lef en handelsgeest had gehad, zou ik een container met al de prachtige beelden naar Nederland laten gaan. We werden aangesproken door een jongen die beeldjes en sieraden maakt van steen, we kochten wat kleine dingen en vervolgens heeft hij ons zijn winkeltje laten zien en verteld over het bewerken van de steen. Hij heeft vijf jaar opleiding gevolgd om steenbewerker te worden en hij had inderdaad fantastisch mooie dingen staan.
Het is hier heerlijk rustig vergeleken met de stad, nauwelijks getoeter en herrie, dus misschien plakken we er nog wel een daagje achteraan hier, maar eerst maar eens een maaltje prawns naar binnen werken.
7 maart
We blijven toch nog maar een dag alvorens naar Chennai te gaan. Na het ontbijt verkassen we naar een heerlijk hotelletje met een lekker zwembad waar we in de schaduw een beetje kunnen lezen, luieren en dus zwemmen. Ik denk dat we vandaag ongeveer zes uur liggend op onze strandbedden door hebben gebracht, afgewisseld door een slentergang naar het restaurant aan de andere kant van het zwembad.
8 maart
Soort van de laatste bestemming van de vakantie, Chennai. Ongeveer 20 kilometer voor het hotel begint het zo druk te worden dat onze fietsbehendigheid weer op de proef gesteld wordt. Propvolle bussen rijden ons voorbij, mensen hangend uit de deuren, Chennai is druk. Gelukkig staat er een windje en is het qua temperatuur nog te harden. Onderweg komen we langs een bubbelplastic en sealfolieman, dus we slaan gelijk spullen in om de fiets in te kunnen pakken op de terugreis. Verder hebben we nog een tussenstop bij de decatlon en slaan daar nog wat sportshirts in voor in Nederland.
Bij aankomst in het hotel worden we aangenaam overvallen door de koele airco in de ontvangstruimte. We slapen in de islamitische wijk, dus de mannen hebben witte hoedjes op en de vrouwen hoofddoeken. Er hangt op zich wel een prettige gemoedelijke sfeer, iets wat we ook weleens anders meegemaakt hebben in islamitische wijken. De mensen zijn vriendelijk en de meals smaken ook hier prima.
9 maart
Annemarie moet nog wat werken dus ik ben erop uit gegaan. Eerst naar de kapper; een zaakje van 1,5 bij 2,5 meter met twee halfvergane stoelen en van die Indiase kappersdingen, zoals waterspuit die bestaat uit een colafles met daarop een verstuiver gedraaid (wel met water i.p.v. cola erin natuurlijk). Als ik aan de beurt ben, neem ik plaats in de stoel. Ik krijg de keuze tussen kort of medium, en kies voor de eerste optie. De stoel kan niet naar beneden dus de kapper moet alles uit de kast halen om er goed bij te kunnen, ondanks dat ik zo ver mogelijk onderuit ga zitten. Zwijgend doen we beiden ons ding en na afloop tik ik ā¬1,50 af en vertrek.
De volgende stop is het fort. ĆĆ©n halte met de metro waar het heerlijk koel is. Maar des te groter is de klap buiten; de gruwelijke hitte bespringt me van alle kanten. Tot overmaat van ramp sta ik aan de verkeerde kant van het fort, de ingang is aan de andere kant, twee kilometer verderop. Inmiddels gutst het zweet alle kanten van mijn lijf, dus besluit het fort te laten voor wat het is en weer de airco van metro en hotelkamer in te vluchten, ik probeer het later wel op de fiets, dan heb je tenminste wat rijwind die afkoelt.
Na afkoelen op de hotelkamer hebben we de spullen gepakt en zijn we naar een hotel vlak naast het vliegveld verhuisd. Op de weg daarheen toch nog even bij het fort wezen kijken, maar dat was eigenlijk niet zo heel bijzonder. Deels zijn we langs de kust gefietst, een breed mooi zandstrand, maar de lucht van de rivier die er in zee uitkomt weerhield ons ervan te gaan zwemmen. Een stukje verderop kwamen we lans de viskraampjes, waar de vers gevangen vis verkocht wordt, de kleine vissersbootjes en netten lagen op het strand en ook stonden er een soort provisorische hutjes waar de vissers denk ik wonen. Meestal zien we het niet eens meer, maar het verschil tussen rijk en arm is hier gigantisch. De vissers hadden nog een soort van hutjes, maar er zijn ook zat mensen die op straat leven en echt letterlijk een hondenleven hebben. Ze liggen dan in een hoekje op straat en moeten het doen met wat hun toegeworpen wordt. Als je gevoelig bent voor menselijk leed, zijn sommige plekken in India geen goede bestemming. Het klinkt misschien hard, maar we zijn er inmiddels een beetje immuun voor geworden.
We zijn naar de omgeving van het vliegveld gegaan, zo kunnen we morgen makkelijk naar onze vlucht. Om 6 uur willen we daar zijn voor een vlucht naar Port Blair op de Andaman eilanden. Daarvandaan willen we verder naar een ander eiland, maar het schijnt dat boten erg snel volzitten, dus we hopen dat we ook echt daarheen kunnen waar we willen. We kunnen het grootste deel van de bagage in het hotel laten en de fietsen hebben we vandaag naar de fietsenmaker gebracht voor een checkup/schoonmaak beurt, dus als het goed is, kunnen we die over een dag of vijf weer helemaal fris ophalen.
10 maart
Wekker om vijf uur, maar we waren voor vijf uur al wakker (vast van de spanning, want vandaag gaan we voor ons gevoel op vakantie). We lopen de twee kilometer naar het vliegveld, waar onze tickets inderdaad geboekt bleken te zijn (van indigo hadden we een bevestiging gekregen, maar volgens e-dreams was de vlucht geannuleerd).
We vliegen dus naar port Blair, twee uur vliegen over de Bengaalse zee. De Andaman-eilanden horen bij India, maar liggen ongeveer 1500 kilometer van India vandaan, dichtstbijzijnde vaste land is Myanmar op ongeveer 600km. De check bij de luchthaven is bij aankomst versoepeld; tot voor kort hadden alle buitenlanders een speciaal permit nodig, maar dat is vervangen voor een lijstje met verboden (we mogen sommige delen van de Andaman eilanden niet betreden omdat hier nog stammen uit het stenen tijdperk wonen die beschermd worden (enige tijd geleden is er toch nog iemand zo eigenwijs geweest met een kano naar zoān deel te varen en heeft dit door de ontvangst met pijl en boog niet na kunnen vertellen).
Als we de luchthaven aflopen worden we door verschillende taxichauffeurs besprongen. We weten eigenlijk niet precies waar we heen moeten, alleen dat we met de ferry naar Havelock willen en dat vandaag (zondag) de governmentferries niet varen. Maar onze chauffeur weet precies wat we willen. We stappen in zijn fantastische geel-zwarte Ambassador van 39 jaar oud. Ooit een chique wagen met leren hemelbekleding en pluche zittingen. Kermend komt de mobiel tot leven bij het omdraaien van de contactsleutel. Om het ijs te breken, begin ik een praatje met de chauffeur, die, zo blijkt, vijfendertig jaar geleden met zijn vrouw vanuit Chennai naar Port Blair is gekomen. Daar heeft hij een vier jaar oude, prachtige Ambassador gekocht en is taxichauffeur geworden. Wat kan het leven toch eenvoudig zijn als je zelf eenvoudig kan leven. De beste man brengt ons bij een schimmig kantoortje waar we kaartjes voor de priveferry kunnen kopen die wel vaart. Vervolgens breng hij ons bij de juiste haven. Hier zijn we met nog Ć©Ć©n blanke de enige westerse toeristen, tussen de locals. Voordat we aan boord gaan, werken we een een bak instant noedels naar binnen, die we door het getraliede loketje konden kopen bij de snack-corner ter plaatse. De bestelling doorgeven is, zoals bij alle loketten lastig omdat het gat waar je doorheen moet praten voor die lange lijven van ons altijd veel te laag zit.
We reizen derde klas, geen uitzicht naar buiten, kotszakjes paraat. Maar gelukkig kunnen we na 5 minuten varen het hok verlaten om op het dek plaats te nemen. Even later gaat de muziek aan en de sfeer komt er aardig in. Als na een poosje de mensen steeds meer in de vakantiemodus gaan, gaan de remmen los en wordt er volop gedanst en gezongen op het dek (ondanks het strikte alcoholverbod wagen de mensen zich dus snel aan een dans).
De omgeving wordt mooier en mooier, helder blauwe zee, witte stranden de dichte jungle. Na 2,5 uur varen, meren we aan op Havelock, waar we onze hotelkamer betrekken en nog even een rondje lopen om de omgeving te verkennen.
ās Avonds raken we nog aan de praat met onze buurman, een jonge gozer die op huwelijksreis is. Na wat over en weer gepraat, vraagt hij of wij getrouwd zijn. Ja dus. Hoe lang dan? 15 jaar. Hoeveel kinderen hebben jullie? Geen. Huh: in India maken ze dan grappen over je, betekent dat je geen sex met elkaar hebt. Aha, zo zit dat dus;-)
ās Avonds nog genieten van de miljoen sterren die hier te zien zijn, bijna net zoān mooie sterrenhemel als we eerder in ons tentje in Chili en ArgentiniĆ« hebben gezien, en lekker naar bed.
11 maart
Checkout is om 8:00am. Geintje zeker, maar nee, het is op heel het eiland zo. Omdat om 9 uur de boot komt en gaat. De nieuwe mensen zijn er om 9:30 en de vertrekkers gaan toch vroeg weg.
We pakken tuktuk naar het volgende dorp, waar we voor de komende drie nachten geserveerd hebben. Weer een heerlijk plekje waar we snel onze spullen neergooien, zwemkleren aan doen en naar het strand lopen. En wat voor een strand; deze komt beslist in de top 3 van mooiste stranden die we ooit gezien hebben, na de stranden bij Bastimentos in Panama op nummer 1 en voor de Perhentians in Maleisiƫ op 3. Wit koraalzand, licht blauw/turkoois water en de groene palmen en jungle op de achtergrond.
We hebben heerlijk liggen luieren en een boek liggen lezen, vergezeld van een hond die bij ons op de handdoeken kwam liggen en ieder ander blaffend wegjoeg; locals, vogels of andere honden werden luid blaffend tegemoetgetreden en als de indringers verdwenen waren en we weer met zān drieĆ«n overbleven, kwam het beest weer bij ons liggen.
Tussendoor zijn we nog even kaartjes voor de ferry wezen kopen voor de terugreis over drie dagen. We willen dan met de governmentferry, die een stuk goedkoper is. Daarvoor moeten we in de rij. In de rij staan werkt hier anders; je moet goed oppassen dat er niemand voordringt en, ook al is er ruimte, degene die achter je staat, gaat tegen je aan staan. Verder zijn er hier bij officiƫle dingen als het kopen van kaartjes, op het vliegveld en in de metro aparte rijen voor mannen en vrouwen. In Chennai en Bangalore, waar we de metro hebben gebruikt hebben, moesten we zelfs door detectiepoortjes, ik werd daarna gefouilleerd door een man, Annemarie moest in een soort pashokje om gefouilleerd te worden door een vrouw. Ook hebben we regelmatig een mall bezocht waar je ook altijd door een detectiepoortje moet. Deze gaat altijd piepen, maar je mag altijd toch doorlopen. Verder moet je dan de tas door de scanner gooien, maar degene die de beelden moet bekijken is meestal bezig op haar telefoon, of in ieder geval niet met het bekijken van de beelden.
Als we een de beurt zijn, en bijna op ons knieĆ«n door zoān veel te laag gat in het glas van het loketje doorgeven wanneer we willen, typt de belangrijk uitziende beambte driftig onze paspoortgegevens in zijn computer en uiteindelijk braakt de printer onze tickets uit.
12 maart
Het s hier ās nachts heerlijk koel, een graadje of 24. We hebben de airco dus eigenlijk niet beslist nodig. Dat was in Chennai wel anders, daar doe je als verwende Nederlander geen oog dicht zonder airco. Heerlijk geslapen in ons kingsizebed en lekker vroeg wakker. De zon is hier tussen half zes en half zes in de lucht, dus om kwart over vijf begint het te schemeren.
Ik ga naar buiten om een boek te lezen en ook onze Indiase buurman is al buiten. Hij is samen met zijn vrouw en zoon op vakantie, vannacht hebben we overigens zijn zoon een paar keer horen kotsen, maar dat terzijde. Het gebruikelijke praatje over waar we vandaan komen en of the Netherlands nou hetzelfde als Holland is. Verder vragen de mensen ook steeds naar de koers roepie - euro. Op de een of andere manier is dat echt een ding hier. Volgens mij denken ze dat wij in Nederland 77 keer zo rijk zijn als in India omdat de koers 1 op 77 is. Telkens moeten we uitleggen dat we helemaal niet zo rijk zijn en dat alles in Nederland ook gewoon duur is. (Al overdrijven we wel een beetje naar beneden als de mensen vragen wat onze fietsen kosten en hoeveel ons salaris is, ja de mensen vragen gewoon ongegeneerd alles wat de mensen in Nederland wel zouden willen vragen, maar wat meestal niet gevraagd wordt).
Sowieso zijn de volwassenen hier vaak in onze ogen net grote kinderen; ze laten ongegeneerd boeren, spugen op straat, joelen en gillen als kleine kinderen als ze (in hun gewone kleren) in de zee aan het spelen zijn, kijken in je portemonnee als je aan het betalen bent, willen in onze handremmen knijpen, dringen voor in de rij, enzovoorts.
Na het ontbijt, waar de buurman opnieuw precies dezelfde vragen stelt, maar nu met vrouw en zoon als getuigen, huren we twee fietsen. Drie van de vier remmen doen het niet en Ć©Ć©n nauwelijks. Verder zit er gigantisch slag in het wiel en kunnen de zadels niet hoog genoeg, maar we kunnen fietsen. We rijden een kilometer of 8 de weg af langs prachtige stranden waar we dus een aantal stops inlassen om het kristalheldere, warme water in te duiken. Verder is het vooral luieren en een boek lezen. Tussen de middag werken we nog wat fruit naar binnen en daarna gaan we de andere kant het eiland over. Opnieuw een drukte van belang. Een strand ziet er heel anders uit dan in Nederland. De meeste mensen staan of lopen. Iedereen heeft al zijn kleren nog aan (een enkele man uitgezonderd die in ontbloot bovenlijf rondloopt). Er zijn maar weinig mensen in zee. En zoals ik eerder schreef; de volwassenen die in zee zijn joelen en gillen als kleine kinderen.
Een kwartier voor zonsondergang stappen we op de fiets. Het leek ons niet verstandig op deze fietsen, zonder licht, de 8 kilometer kronkelende, heuvelachtige, smalle weg te fietsen als iedereen met de auto na zonsondergang opstapt. Op de terugweg stop ik nog in het dorp bij de liquorshop. Het is dringen om bij de schimmige toonbank te komen en ook nog een tevergeefs, want ze blijken geen bier te hebben. Er is alleen vodka, Bacardi en andere sterke drank te krijgen.
13 maart
Tja wat moet ik ervan zeggen. Wat kan er nog beter zijn dan een leven op de Adamans? Na heerlijk geslapen te hebben, slenteren we naar ons ontbijt wat voor ons klaargemaakt wordt.
Daarna, om niet al te lui te worden doen we tweemaal onze 7 minuten workout om een beetje fit te blijven. Vervolgens is het twee minuten lopen naar het mooist denkbare strand, waar het inmiddels een graadje op 28 is, met een heerlijk verkoelende bries. Als het wat aan de warme kant dreigt te worden, plonsen we het lauwwarme blauwe zeewater in. Tussen de middag eten we fruit; de mangoboom achter ons huisje produceert dagelijks ruim voldoende zoete en ontzettend sappige mangoās die gratis voor het oprapen liggen. Vervolgens begeven we ons weer naar het strand. Als de zon zich een beetje terugtrekt gaan we lekker douchen om daarna onszelf op te maken voor het eten. In het kleine, gezellige restaurantje schuiven we op onze vaste plek aan. Voor de vorm bekijken we grondig de menukaart alvorens een keuze te maken. Er staan talloze gerechten op, maar omdat we van de meesten toch niet weten wat het is, prikken we er op de gok twee uit. Een verkeerde keuze maken is niet mogelijk, er verschijnen steevast twee stalen schaaltjes met twee overheerlijke gerechten, een schaal met basmatirijst en een schaal met chiapatti, naan, of roti. Een fles mineraalwater maakt het feest compleet. Twee deuren verder sluiten we af met een bak koffie en er is weer een dag voorbij.
14 maart
Ondanks dat de tijd hier stilgestaan lijkt te hebben, is onze tijd op havelock toch voorbij. Helaas moeten we opstappen. We staan vroeg op om eerst de zonsopgang om 5:30 te gaan bekijken en kruipen daarna nog even terug in bed. Een uurtje later ontbijten. Ik maak nog een laatste babbel met de eigenaar van ons hotel en vraag hem hoe het gaat bij noodgevallen op het eiland. Eenmaal per dag gaat er een heli, maar de rest moet met de ferry. De meest schrijnende gevallen zijn ongelukken met slachtoffers. Als er ās avonds iemand gewond raakt, moeten ze wachten op de ferry van 9 uur de ochtend erna en dan zijn ze na 11 uur op Port Blair. Je overlevingskans bij erge bloedingen, beroertes, lastige bevallingen ed is hier toch wat minder gunstig dan in Nederland, maar ja dat is de prijs voor wonen in het paradijs.
Daarna spullen inpakken en naar de ferry. De 2 uur op de ferry vliegen voorbij met uitzicht op de eilanden waar we voorbij varen.
In Port Blair hebben we een hotelletje geboekt en de riksja brengt ons er heen. De chauffeur spreekt of begrijpt geen Engels zoals wij dat spreken, maar gelukkig hebben we onze kaart zodat we zelf weten waar we heen moeten. Als we ons geĆÆnstalleerd hebben in onze kamer, pakken we opnieuw de riksja richting de markt, waar we onze magen kunnen vullen.
Vervolgens bezoeken we de gevangenis. Ruim 100 jaar geleden is deze gebouwd door de Engelsen als strafkolonie voor de politieke gevangenen die voor onafhankelijkheid streden en in opstand kwamen tegen de Engelsen. Ontsnappen had geen zin met 1000 kilometer zee om het eiland. De meeste gevangenen hebben het eiland niet meer levend verlaten. In de gevangenis moesten ze onmogelijk zwaar werk doen en als ze de gestelde doelen voor ene dag niet haalden kregen ze onmenselijke straffen. Op een naburig eilandje hadden de Engelse overheersers een paradijsje voor zichzelf gemaakt met mooie huizen, tennisvelden, bedienden en een leven in overvloed.
Voor mij was deze bladzijde uit de geschiedenis toch een beetje een blinde vlek waar we in ons Nederlands onderwijs niet zo veel over leren (of ik heb niet goed opgelet bij geschiedenis). Ongetwijfeld hebben onze Nederlandse overgrootouders zich in Indonesiƫ en andere overzeese gebieden ook zo als beesten gedragen en de oorspronkelijke bevolking uitgezogen en mishandeld als ze in opstand kwamen.
De rest van de dag hebben we wat gerelaxt en zijn lekker op tijd gaan slapen.
15 maart
Na het ontbijt gaan we richting airport. Een gemiddeld busstation in een redelijke stad is groter dan het vliegveld in Port Blair, dus het is lekker overzichtelijk. Met de vlucht van 2 uur verlaten we dan toch echt het paradijs van de Andaman-eilanden.
Bij aankomst in Chennai proberen we bij een informatiebalie te achterhalen of het OK is als we de fietsen wrappen in plastic (we hebben eenmaal een slechte ervaring in Bangkok gehad waarbij er ineens karton omheen moest en we de fietsen niet mee konden nemen naar Sri Lanka). Maar als het goed is, zou plastic voldoende moeten zijn dus daar gaan we maar van uit.
Vervolgens gaan we weer naar het voor ons bekende hotelletje, waar het grootste deel van onze bagage nog op ons staat te wachten. Daarna gaan we de fietsen ophalen bij de fietsenmaker. Als we aankomen, zien we ze als staan, als nieuw. Sam heeft een grote beurt gehad en is helemaal uit elkaar geweest; werkelijk elk boutje en ringetje is losgeweest en opgepoetst. San heeft een kleine beurt gehad, want met de Rohloff naaf is er wat minder onderhoud nodig, maar ook die glimt weer als een tiet. Heerlijk om weer op lekker schone, geoliede fietsen te fietsen, dwars door de kleine straatjes van het drukke Chennai fietsen we de 13 kilometer terug naar ons hotel met natuurlijk wat sap- en koffiestops.